LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Maarten Inghels – Contact

20 apr, 2018

Het zwijgen tussen twee hartslagen

door Ernst jan Peters

Door omstandigheden heb ik de film Wild driemaal gezien. Hij gaat over drie dierenfamilies die leven op de Veluwe, in februari was de première. Ik zag ‘Wild’ telkens onder andere omstandigheden: andere bioscoop, ander gezelschap. Drie keer dezelfde film en drie keer een totaal andere ervaring. Het maakt voor je beleving echt uit of je in een kleine zaal zit tussen serieuze en kritische mensen of in een grote zaal met uitgelaten pubers, even vrij gelaten uit de schoolbanken om een educatief moment mee te pikken in de bios. Kortom: context doet er toe!

Voor schrijvende kunstenaars, zoals dichters, is het lastig om de context waarin je hun werk leest te beïnvloeden. De kleur van het bundelkaft, het lettertype, daarover praten ze mee, maar of de lezer nu leest in de stilte van een leeszaal of in een drukke treincoupé, daar gaat de dichter niet over. Bij voordrachten ligt dat alweer een beetje anders, maar dat gaat groepsgewijs en kun je niet apart organiseren voor iedere individuele lezer.

De Vlaamse dichter Maarten Inghels legt zich daar niet zomaar bij neer, hij schrijft niet alleen gedichten, hij creëert er ook een omgeving omheen en wel zodanig dat die context weer inwerkt op de beleving van het gedicht. Inghels is een ‘doedichter’. Zijn laatste dichtbundel Contact is daar een mooi voorbeeld van. Van de 336 pagina’s zijn er 98 gebruikt om een gedicht weer te geven. De overige bladzijden bestaan uit foto’s of een beknopte uitleg bij de uitvoeringen die hij om een gedicht heeft bedacht. Het levert een wonderbaarlijke bundel op; een beleefavontuur voor jong en oud.

De essentie van deze bundel ligt in het leggen van contact met de lezer. Soms door een bijzondere vorm te gebruiken en soms doordat er meer sprake is van een ‘performance’ waar poëzie een essentiële rol bij speelt. De rode draad van het boek bijvoorbeeld wordt gevormd door de pagina’s met opgesomde telefoongegevens van mensen die belden met het speciale telefoonnummer van de Antwerpse stadsdichter die Inghels in die tijd was. Rond de 1250 mensen hebben bijna 2000 belminuten gespendeerd aan poëzie. Het publiek werd aangespoord via advertenties in het huis-aan-huis-blad van Antwerpen en via visitekaartjes. We zien foto’s van bukkende mensen die zo’n kaartje oppikken van de straat: er is een begin van contact.

Contact staat vol met verslagen van dit soort projecten. Maarten Inghels stopte zakdoeken met een gedicht in de jassen van theaterbezoekers. Hij stuurde een gedicht via een speciale schotelantenne naar de maan. De maan weerkaatst dit signaal en zo komt het gedicht weer terug op de aarde. Twee duiven met elk een half gedicht worden losgelaten aan de verschillende oevers van de rivier. In de lucht is er even contact en dan vliegen zij verder. Inghels stapt op een boot en reist naar St. Petersburg omdat tsaar Peter de Grote in 1717 de reis andersom maakte en Antwerpen bezocht. Fraaie foto’s en ingetogen gedichten levert dat op. Niet overal is contact even belangrijk. Bij zijn voettocht van de bron van de Schelde naar Antwerpen mijdt hij mensen die mee willen wandelen. De ontmoetingen mogen kort zijn, maar hij wil mijmerend en dichtend door.

Voor het project ‘Honger’ zocht hij vrijwilligers om de dichtregels van het gedicht ‘Honger’ te laten tatoeëren. Tien regels vraagt om tien gemotiveerde deelnemers. Zelf heeft hij de titel op zijn bovenarm staan. Hoofdletters in handschrift.

HONGER

WE MOETEN PRATEN OVER LICHAMEN, MIJN LICHAAM
BIJ JOUW LICHAAM IS ADEM HONGER
DE HONGER VAN EEN HALVE TWEELING

HONGER RAAKT MIJ AAN, RAAKT MIJ AAN
HET GEHEIM VAN HONGER IS HERINNERING
HET TEGENOVERGESTELDE VAN VERGETEN

DOLENDE LICHAMEN HOL VAN HONGER
WANDELAAR, INBREKER, VREEMDELING
DANSEN IN HET LICHT VAN NOODUITGANGEN

JOUW LICHAAM SPATIE MIJN LICHAAM

Maar liefst 600 mensen stelden zich kandidaat ‘met een lichaamsdeel naar keuze.’ Dat zegt toch iets over de betrokkenheid van mensen op dit project. De tien uitverkorenen laten hun regel zien en vertellen kort wat hun beweegredenen zijn geweest om mee te doen. De motivatie verschilt per deelnemer, waar de één het belang van poëzie in het algemeen uitdraagt, gaat de ander nader in op de inhoud van de regel die staat op arm of been. Honger als ‘huidhonger’, als verlangen naar de ander, de anderen. Trek, zin, lust, goesting… De groepsfoto toont mensen die elkaar eerst niet kenden en nu samen een gedicht vormen. Contact zolang de tatoeage te lezen is…

Niet alle projecten zijn even ingrijpend als ‘Honger’. Een gedicht in vlammen, ‘Het uur vuur’, levert een mooi filmpje op, maar vorm en inhoud versterken elkaar daarbij niet. Sommige projecten hebben geen woorden meegekregen zoals ‘The Invisible Route’ waar alle camera’s buiten in Antwerpen in kaart zijn gebracht en een lijn aangeeft hoe je van A naar B komt zonder in het blikveld van een willekeurige camera te komen. Poëzie voor potentiële terroristen?

En tussen deze projecten staan tal van ‘gewone’ gedichten die Maarten Inghels schreef. Zoals bijvoorbeeld de twee gedichten voor de Eenzame Uitvaart waarvan hij de coördinatie doet in Antwerpen en zoals tal van gedichten die hij schreef als stadsdichter van Antwerpen van 2016 tot 2018. Het gedicht ‘Een huis van lucht’ staat in een speciale editie van de Daklozenkrant die lange tijd verboden was in Antwerpen. De krant was te koop bij een dakloze voor €2,- of in een galerie voor het tienvoudige.

Uit alles blijkt dat voor Inghels poëzie meer is dan een enkelvoudige kunstvorm. Zijn werk moet iets teweeg brengen, ergens onderdeel van zijn, op de een of andere manier contact leggen. Ook met mensen die niet snel een bundel in de hand nemen en gedichten lezen. Hij zoekt contact met alle lagen van de bevolking zonder over te gaan tot versimpeling. Hij helpt de lezer door soms wat context te bieden, maar verder moet het gedicht het werk doen. Wat poëzie is voor Maarten Inghels legt hij uit in een van de eerste gedichten in de bundel:

Ars poetica

Het gewicht van de wereld? Poëzie.
De lekkende kraan in mijn keel? Poëzie. Poëzie. Poëzie.
Wanneer ik mij verslik in mijn slaap en hoestend wakker word? Poëzie.
Het zwijgen tussen twee hartslagen? Poëzie.
De papiersnee in mijn middelvinger? Godverdomse poëzie.
De ballon opblazen tot zijn maximale spanning? Poëzie.
Mijn geliefde weet waarheen wij de komende tien jaar op vakantie gaan: naar poëzie.
Wat duwt de wind in mijn rug? De poëzie — of het gebrek daaraan.
Wanneer het regent, bezoek ik de vissen. Poëzie?
Hoe mijn inkomen eruitziet vraagt mijn vader? Noodgedwongen de poëzie.
Wat hebben ze voor een appel en een ei aan het circus verkocht? De poëzie.
Europa? Poëzie.
Lapis lazuli? Poëzie.
De maan knipoogt? Geblinddoekte poëzie.
De eeuw geeuwt, en ik ben vrij. Poëzie.
Wie ben jij? vraagt u. De poëzie — ik ben er vaker niet dan wel.
Je tilt een steen op en het glipt in groten getale weg. Poëzie.
Wat roepen de toeschouwers luid en duidelijk wanneer ik op mijn bek ga? Poëzie! Poëzie!

Maarten Inghels heeft niet een vaste thematiek, er is een idee en die moet worden vormgegeven. Dat kan in foto’s of gewoon in taal: ‘Ik moet nog vele personages spelen, honderduit / van contrariteit getuigen in tongentalen.’ (‘Verbeelding’). Of zoals wordt gezegd in de eerste twee regels van ‘Spiekbriefje’: ‘Elke ochtend nieuwe stemmen eten, / welkom leren zeggen in minstens zes talen (…)’. In de gedichtenreeks over de negen avonden ‘na mijn dood’ laat de ‘ik’ ook merken dat de dubbelgangers die het van hem overnemen na zijn overlijden gewoon zijn oeuvre weg kunnen gooien en zelf weer nieuw werk kunnen schrijven: ‘Ik heb altijd al geweten dat de oplossing is gelegen in de veelheid aan stemmen die ik uitstrooi’. In het gedicht ‘Lorem Ipsum’ staat de regel: ‘Drukkers en dichters zijn de secretarissen van het idee’. Het idee is belangrijker dan degene die hem vorm geeft, doedichter Maarten Inghels vertaalt ideeën naar een breed publiek.

We leven in een tijd dat het onderwijs wordt overladen met verplichtingen. Hele klassen staan zich onder schooltijd te vergapen aan de Nachtwacht in het Amsterdams Rijksmuseum. Daar kan deze verplichting ook wel bij: alle middelbare scholieren schaffen de bundel Contact aan en de docent praat daar tenminste eens per week over. Plicht en poëzie gaan slecht samen, wordt beweerd. Laten we het tegendeel bewijzen aan de hand van deze bundel. Als we toch zo nodig van alles moeten verplichten, laat het dan iets zijn waardoor leerlingen de kracht én het plezier van poëzie beleven. Maarten Inghels bouwt een context rond zijn werk waardoor jonge lezers zien dat gelaagdheid in betekenis de moeite waard is om te doorgronden en te beleven en zo in contact te komen met de basis van poëzie.

***
Maarten Inghels (1988) is dichter, schrijver en coördinator van De Eenzame Uitvaart te Antwerpen. Eind 2008 verscheen zijn debuutbundel Tumult, zijn tweede dichtbundel Waakzaam volgde in 2011. Bloemlezingen uit die twee dichtbundels werden gepubliceerd in zowel het Engels als het Duits. In 2012 verscheen zijn roman De handel in emotionele goederen naast het literaire non-fictieboek Een landloper op batterijen. In 2015 kwam de bundel Nieuwe rituelen uit. Maarten Inghels was stadsdichter van Antwerpen van 2016 tot 2018.

     Andere berichten