LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Rens van Hoogdalem

3 nov, 2018

Rens van Hoogdalem (1995) is hoofdzakelijk student, het liefst dichter, ook redacteur en daarbij verteller. Na een korte flirt met de toneelschool rondt hij nu de studies Filosofie en Nederlands aan de Universiteit Utrecht af. Hij is redacteur bij het literair-wetenschappelijk tijdschrift Vooys. Daarnaast treedt hij met klassieke musici door het hele land op met vertelconcerten. Hij draagt her en der zijn gedichten voor, maar ziet ze toch het liefst op papier verschijnen. Zijn gedichten stonden al eens eerder op Meander en zijn ook te vinden op het Gezeefde Gedicht en Nuagemagazine.

foto Daniël van Veelen

 

Atlas

I
Wouter daagt me uit
op de terugweg van school
te fietsen met gekruiste armen.

Laura uit de straat stierf
aan diarree.
Ik huilde omdat ze niet geloofde
in God.

Op mijn zevende stal ik een stier
uit de knikkerzak van Ilja
en vertelde het aan niemand.
Mijn hele leven lang lieg ik al tegen mijn moeder.

Ik bekende ooit de liefde
aan Hanneke
alleen was het niet waar.

Boven mijn stuur
lijkt de aardbol uit haar as te rollen
onder mij vandaan te vallen
en ik zal met gekruiste armen
nooit weten
welke richting ik op moet fietsen.

II
Ik zou zo graag eens
achter mijn ogen kijken.
Volgens mij is daar niets,
zelfs geen licht.

te weten
zonder zien
dat alles
zich vlakbij
recht voor je
afspeelt.

Ik zou zo graag eens
in de schaduw
van mijn oog zijn.

Vroeger vind ik lastig.
De onzekerheid van toen
klopt niet met haar vastheid
nu.

 

 

Een jongen

Een jongen, hij zegt zelf vast liever man,
Stapt over de dijk.

Zijn weermanrode haren glanzen
Als een wimpel in de zon en
De pijpen om zijn benen
Wapperen als windvanen.

Uit zijn ooghoeken perst de wind
Trotse traantjes.

Zijn vuisten ballen zich, de knokkels vaal
En rollen zich als varens weer uit.
Hij gaat zitten op het bankje zonder poten
Opgegeten door de hongerige grond.

Tussen de knieën van zijn opgetrokken benen
Is alles nog steeds als toen.
Groen fluistert, riet roddelt,
Water lacht.

Met gesloten ogen luistert hij
Naar het herkenbare geluid
Van de dingen die altijd net wat anders

 

Huis

Verdriet mengt met
sperma, kots, bloed, zweet, pis
perst zich door het putje
van die schattige, originele echt porseleinen wasbak.

in mijn huis waren mensen
die voor mij

liefde en ruzie

mijn huis.
Ik laat gedichten,
aforismen, leuzen, woorden,
krassen en deukjes
achter

die onvermijdelijk onder verf, behang
misschien een schilderij,
verborgen zullen worden.

Een
laagje mens
dat uit de muren
de echo
maakt van een leeg huis.

     Andere berichten

Kinderpoëzie (VI)

Kinderpoëzie (VI)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Jacobus Bos

Jacobus Bos debuteerde in 1969 met een verhalenbundel en ontving in 1974 de Anna Blamanprijs voor De dagelijkse geest. Zijn...

Sijmen Tol

  Sijmen Tol (1950) studeerde slavistiek aan de Universiteit van Utrecht en was jarenlang redacteur van de Linguistic Bibliography....