LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Klassieker 1: M. Vasalis – Aan een boom in het Vondelpark

15 feb, 2000
door Elly Woltjes en Joop Leibbrand

Meander Klassieker 1

Met de bespreking van een gedicht van M. Vasalis openden Elly Woltjes en Joop Leibbrand voorjaar 2000 de reeks Klassiekers.

Aan een boom in het Vondelpark

Er is een boom geveld met lange groene lokken.
Hij zuchtte ruisend als een kind
terwijl hij viel, nog vol van zomerwind.
Ik heb de kar gezien, die hem heeft weggetrokken.

O, als een jonge man, als Hector aan de zegewagen,
met slepend haar en met de geur van jeugd
stromende uit zijn schone wonden,
het jonge hoofd nog ongeschonden,
De trotse romp nog onverslagen.


M. Vasalis (1909-1998)

Uit: Vergezichten en gezichten (1954)
Uitgever: Van Oorschot

Dit bekende gedicht van M. Vasalis, het openingsgedicht van de bundel, is zowel qua inhoud als vorm veelzijdiger dan op het eerste gezicht misschien lijkt.
Aan de inhoud valt natuurlijk meteen op dat Vasalis het kappen van een nog gezonde jonge boom betreurt. Met behulp van een personificatie, waarmee ze de boom menselijke eigenschappen en kenmerken geeft (haren, romp, zuchten) zegt ze dat de boom een levend wezen is.

Twee heel opvallende dingen daarbij zijn in de eerste strofe: “Hij zuchtte ruisend als een kind, terwijl hij viel, nog vol van zomerwind” en in de tweede strofe de dubbele vergelijking met zowel een jonge man als met Hector, de door Achilles gedode Trojaanse held.

De mythologie leert dat Hector eigenlijk ten prooi viel aan de goden (Zeus, Thetis, Hephaistos en Athena spanden min of meer samen); Apollo, wiens beschermeling hij was, kon niet meer doen dan Hectors schoonheid bewaren, zolang deze achter Achilles’ strijdwagen werd voortgesleept.

Het is heel goed mogelijk, dat Vasalis in de gekozen vergelijkingen het ware verhaal van dit gedicht vertelt. Niet de boom staat dan centraal, maar een gestorven kind. Misschien haar eigen Dicky, over wie de opdracht bij De Vogel Phoenix luidt: “16 April 1942 – 10 Oktober 1943 He has out-soared the shadow of our night”.

Als dit juist is, zegt zij hier dus, dat het kind dat zij verloor, had kunnen uitgroeien tot (jonge) man, tot net zo’n held als Hector. Het kind wordt in haar verbeelding een mythologische held, wiens lot het was ten offer te vallen aan de wil van de goden. Dankzij de dichtkunst weet zij dit tot iets verhevens te transponeren.

Vandaar ook dat de (lijk?-)kar die het lichaam meenam, in de tweede strofe een zegewagen is: het is Vasalis zelf die, dankzij haar poëzie, over een bitter verlies met schoonheid triomfeert. Niet voor niets is Apollo óók de god van de dichtkunst! Wellicht speelt op de achtergrond de vrouw van Hector, Andromache, nog een belangrijke rol. Zij heeft al haar dierbaren verloren, maar weet haar smart waardig te overleven. Het zou goed kunnen, dat Vasalis iets van de geresigneerde toon van dit gedicht daaraan ontleend heeft.

De schoonheid van het gedicht zit zeker ook in de vorm. Eerst een strofe van vier regels, een kwatrijn, met omarmend rijm. Dan een strofe van vijf regels, in feite weer met omarmend rijm, maar met een opvallende extra, rijmloos blijvende regel, die de jeugdigheid van de dode accentueert, schrijnend alleen zet. De Ó- en ň- klanken uit het eerste deel (boom, zomer, lokken, weggetrokken) keren opvallend terug in het tweede deel (stromende, schone, hoofd, jonge, wonden enz.). Deze assonantie zorgt zowel voor wat de vorm als wat de inhoud betreft, voor een duidelijk verband. Dit alles in een gebonden jambisch metrum, maar in versregels waarmee zij zich qua lengte een grote mate van vrijheid permitteert.

De laatste regel is de kern van het gedicht: “de trotse romp nog onverslagen.” De boom ziet er nog goed uit, draagt zijn lokken fier en toont zich daardoor onoverwinnelijk. Het woord ‘onverslagen’ rijmt op ‘zegewagen’, maar het eerste deel ‘on’ rijmt op de voorlaatste regel. Je zou kunnen zeggen dat de dichteres roept: O, kijk eens wat er gebeurt! Zij doet dit ook werkelijk in r.5, waar van het “onmenselijke” haast het “bovenmenselijke” gemaakt wordt.

Zoals gezegd, een veelzijdig gedicht, waarbij de vorm op een geraffineerde wijze de inhoud versterkt. Het is natuurlijk niet voor niets, dat Vasalis deze speciale boom in het Vondelpark zag!

     Andere berichten