Gedichten
Gedichten
Astrid Haerens
08:00
Deze ochtend:
de wolken neuriën naast de toon
een licht gezoem trekt door de lucht
de tram buigt meewarig met de straten mee.
Wij gaan ervoor! roepen pendelaars
in koor ze marcheren door de gangen
van de stad Wij gaan ervoor!
scanderen de kinderen ze overstijgen de bel
en gillen de tram rijdt er eentje omver
maar ze zijn toch met genoeg sust een vrouw.
Een hond staat in een hoek te janken
maar ook bij haar is het haar eigen schuld.
Deze ochtend schrijf ik de krant
opnieuw met inkt en vloeipapier.
Het nieuwe nieuws gaat als volgt:
Het huis staat nog altijd recht tegenover
ons brandde het ook gisteren niet een kat
liep slaperig voorbij een auto de
inbrekers bleven vandaag langer
liggen er werd toc
Gedichten
Gedichten
Saskia Stehouwer
LUCHT
op een dag word je een eiland
waar de zee aan knaagt
de bomen laten hun bladeren vallen
de dieren trekken zich terug in hun holen
ook al ben jij
de bomen en de dieren
een dichte mist trekt op
je kunt jezelf niet zien
herinnert je nog contouren
een enkele berg
de vogels scheren
door de zonsondergang
bedelven de zee
onder hun getetter
voorbij de woorden
waait een wind
die je zal opnemen
Gedichten
A.P.E. Veraar
Stockholm-syndroom
Spreek mij aan op straat
Vertel mij een verhaal
over een zielige hond
die nooit wordt uitgelaten
Geef mij snoep
Geef mij nog meer snoep
en verzeker me dan
dat er nog veel meer snoep is
Ik zal zonder morren plaatsnemen
achter de geblindeerde ramen
van je gehuurde bestelbus
en als we eindelijk bij je vrijstaande huis
met geluiddichte kelder zijn aangekomen
laten we dan samen geheimen maken
En dan beloof ik je
dat ik nooit iemand zal vertellen
over je verzameling opgezette dieren
Gedichten
Gedichten
Luuk Wojcik
VLUCHTPOGING
Wanneer ik in de trein zit dan denk ik
aan een denkbeeldig vierkante huls om de trein heen,
één waarbuiten de trein nooit schudden kan,
dat stelt mij gerust.
Soms als ik de airco in de taxi voel,
dan denk ik aan alle bacteriën, de ruimte in geblazen.
Dan denk ik, het kan nooit erger zijn dan wat roken met mijn longen doet.
Ik denk aan doodgaan,
aan dat je dan niet meer uitademt maar de aarde voelt,
die je longen naar haar toe trekt, dat stelt mij gerust.
Wanneer ik in de bus zit en de aanwezigheid van alle aanwezigen voel,
denk ik aan de crash die we zouden kunnen hebben,
Hoe onze lichamen tegen de ruiten zouden slaan.
Ik denk aan hoeveel passen ik moet zetten om in welke kamer dan ook,
bij de uitga
Gedichten
Gedichten
Andrea Voigt
Naïef
sneeuw is de voorbode van een witte wereld
poedersuiker het dons op het wegdek
zachte veren vangen op wat valt
zo wil plankvrouw leven
maar hoe kom je aan coke
zegt plankvrouw tot haar spiegelbeeld
dat daar maar een beetje staat te snuiven
kun je dat gewoon aan iemand vragen
die eruit ziet als een verslaafde
strak pak jasje dasje kleine pupillen?
of plaats je iets op internet?
nu zij er toch aan denkt:
ze haalt haar gedicht zes keer
door Google Vertalen
gewoon omdat het kan