“Ruimte kan niet zonder beschutting. In die zin is taal mij tot woning.”

Margreet Schouwenaar dacht als kind ‘dat de wereld niet zou bestaan als ik zou zwijgen’. Ze houdt enorm van woorden, ‘dat zoeken naar een taal die nieuw maakt, naar die zinsverbanden en die woordkeuze die de valluiken van betekenis openzetten. Taal is zowel de strakgespannen kabel voor de koorddanser als het touw aan de reddingsboei.’