Meandermagazine
Poëzie in beweging
Klassieker 286 : Mark Insingel – Aan de Nederlandse taal
Jan Buijsse brengt een eresaluut aan de dit jaar overleden Vlaamse dichter Mark Insingel (1935 - 2024). Hij bespreekt zijn ode 'Aan de Nederlandse taal' (2000). In menig opzicht een liefdesgedicht.
J. Heymans - Alsnog
Marc Bruynseraede vindt J. Heymans een heel bijzondere en aparte dichter. Dit komt door zijn rijke leven en achtergrond. De bundel ‘Alsnog’ is een soort dichterlijke retrospectieve van zijn bestaan. Heymans’ manier van kijken naar het leven is gelaagd met dubbele bodems, zegt Bruynseraede. ‘Voortdurend wordt naar de voorbije werkelijkheid gekeken, met een dosis weemoed en filosofische afstandelijkheid.’
Interview Myriem El-Kaddouri
Jurist, dichter en woordkunstenaar Myriem El-Kaddouri. gelooft zeker dat poëzie een maatschappelijk nut heeft, omdat het in staat is om vragen te stellen. Het biedt niet zozeer antwoorden, maar stimuleert reflectie en bewustzijn. Het kan misschien een zaadje planten, empathie losweken voor de ander, wat andere instrumenten zoals het recht en de wetenschap niet altijd op dezelfde manier kunnen. Poëzie opent ruimte voor dialoog en persoonlijke interpretatie.
Erik Lindner - Hout
In de bundel ‘Hout’ van Erik Linder benoemt de dichter wat hij ziet. Peter Vermaat zegt: ‘Wat bij lezing van Lindner’s gedichten inderdaad meteen opvalt is niet zozeer wat er wordt benoemd, maar wat ontbreekt. Er is geen evocatie van emotie, dubbelzinnigheid van taal is afwezig en de mensen zijn op de vingers van een hand te tellen.’ Hij noemt het 'een kijkdoos in koude tinten'.
Het Literaire Tijdschrift: intellectuele zelfbevrediging?
Thomas Heerma van Voss brengt in 'Het Archief' de vraag te berde: ‘Wie leest nu nog een literair tijdschrift?’. Het retorische antwoord moet dan luiden: ‘Zo goed als niemand’. Hij schetst een beeld van de ego’s, de aanstormende talenten, het snoeverige, wijsgerige en alwetende van de lettergoden. Marc Bruynseraede las het boek en de schrijver was te gast op onze medewerkersdag.
Frans Budé - Te midden van alles
In ‘Te midden van alles’ van Frans Budé passeert een veelvoud aan onderwerpen de revue, zoals de tijd, beeldende kunst, muziek en de natuur. Kamiel Choi wordt er iets door overweldigd, maar vindt de dichter op zijn sterkst ‘wanneer hij de beelden volgt in prachtige regels die ze met klank en ritme tot leven wekken.’ Hij noemt het ‘een gevarieerde bundel met prachtige, ingetogen poëzie en scherpe observaties.’