Voor Ellen Deckwitz begon 2009 met het winnen van de Meander Dichtersprijs. Het jaar eindigde met het binnenhalen van de titel Nederlands Kampioen Poetry Slam. Tussen de bedrijven door trok ze couchsurfend door Europa. Na Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Oekraïne, Polen en Tsjechië eindigde ze met een optreden op Lowlands, voor Deckwitz het hoogtepunt van het jaar.
Je noemt de prijzen niet als hoogtepunt?
Een jaar is meer dan de prijzen die je wint. Met optredens, erkenning en aandacht zat het wel goed. Ondanks alle bevestiging ben ik toch meer gaan twijfelen aan mijn poëzie en performance. Dat is vruchtbaar zolang het je niet verlamt, wat ik regelmatig om me heen zie gebeuren. Ik denk dat 2009 een goed startjaar was, maar dat het tegelijkertijd verandering afdwingt in mijn manier van werken, zowel op papier als op het podium. In de zin van: ‘Okay, met mijn poëzie en performance raak ik mensen, want ik val ermee in de prijzen. Dan moet ik maar eens zien of dat ook op andere manieren kan’. Ik denk dat het afgelopen jaar het begin van een renaissance is.
Je hebt al op Lowlands gestaan. Jouw grote droom, zoals je vertelde in een interview met Meander. Daarna zou je weervrouw worden. What happened?
Enkele maanden na het interview belde de programmeur van Lowlands me inderdaad. Ik heb hem doof geschreeuwd en twintig keer gevraagd of het echt waar was en geen grapje, waar lastig op te antwoorden viel aangezien ik hem doof had geschreeuwd. Ik heb even geoefend met weervrouw worden, maar ik bleek te weinig voorspellende gaven te hebben voor dat vak.
En nu heb je een nieuwe droom nodig. Wat wordt het?
Een optreden in De Wereld Draait Door. Dat gaat vast lukken, aangezien dromen die ik uitspreek in Meander vaak uitkomen.
Was het de Meander Dichtersprijs die je in een stroomversnelling bracht?
Ik kwam niet in een stroomversnelling, het ging al lekker. Maar zo’n prijs is fantastisch. Als ik me nu bij een festival naar binnen probeer te slijmen, hoef ik de programmeurs niet meer te drogeren, maar kan ik gewoon zeggen dat ik een prijs heb gewonnen.
Je sloot het jaar af met het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. Wat deed je in de tussentijd?
Ik heb veel opgetreden, workshops gegeven en geslamd. Ik had me in november 2008 al geplaatst voor de Poetry Slam, maar heb nog veel geslamd om bij te blijven en om me voor mijn gevoel nog iets meer te bewijzen. Toen de winst binnen was, kwam er een slammer op me af om me te zeggen dat ik alleen maar had gewonnen omdat ik een vrouw ben. Een bijzondere manier van redeneren, want daarmee zei hij dat alle mannelijke finalisten meisjes waren. De man in kwestie had overigens grotere borsten dan ik. Na het winnen van een aantal andere jaarfinales kon ik die opmerking aan de kant schuiven. Temeer daar er zich inmiddels ook mannelijke slammers hadden gekwalificeerd, met kleinere borsten dan ik.
En nu ga je je voorbereiden op het World Slampionship in Parijs?
Ik ben me nu aan het concentreren op poëzie in gebaren. Een deel van mijn performances bevat mime. Dat wil ik daar ook toepassen, want mime is universeel. En aangezien we niet in het Engels mogen slammen, moet ik het hebben van de performance. Ik heb goede hoop.
Je gaat een roman publiceren. Waarom niet eerst een poëziebundel?
Omdat een roman schrijven sneller gaat. Daarmee wil ik niet zeggen dat een roman gemakkelijker is. Maar ik begrijp proza, weet welke kant ik ermee op wil en ik zie wat wel en wat niet werkt. Mijn poëzie is als een stuk zeep dat onder het douchen telkens uit je vingers glipt. Dat krijg je alleen te pakken als je je bukt – in je blootje – en je je hoofd stoot aan de koudwaterkraan. En vervolgens zie je die zeep weer uit je handen floepen, het badkamerraam uit vliegen, een deuk slaan in de gloednieuwe wagen van de buurman, met als gevolg: gillend autoalarm, buurt hysterisch, chaos alom, de stad brandt af.
Je gedichten zijn opgenomen in de bloemlezing Nog een lente van Meander. De geselecteerde dichters is gevraagd ongepubliceerd werk in te leveren. Moest je hard aan de slag?
Ik had wel wat ongepubliceerds liggen. Het is natuurlijk super dat ik erin sta. Ik was aangenaam verrast toen ik zag wie de uitverkorenen waren. Van sommige van die dichters ben ik echt fan. Ik voel me dus vereerd.
Voorspel eens wie de Dichtersprijs 2010 gaat winnen?
Haha, ik heb geen idee. Ik begrijp waarom deze zes dichters zijn genomineerd, maar ik kan niet kiezen. Ik heb meerdere favorieten. De meerderheid beslist, gelukkig. Het zou een onmogelijke opgave zijn om er eentje uit te kiezen.
Aan zowel de Dichtersprijs als het NK Poetry Slam was een geldprijs verbonden. Wat heb je daarmee gedaan?
Een groot deel van al het prijzengeld heb ik opgepot. Zo kan ik in de zomer rustig een maand ongestoord aan poëzie besteden. Van een deel van het geld van de Meander Dichtersprijs en het slamkampioenschap heb ik een ring gekocht. Ik hoef maar naar mijn hand te kijken om terug te denken aan die twee mooie momenten. En ik heb nog negen vingers over. Dat houdt me gemotiveerd.
Wat doe je op Gedichtendag?
De avond ervoor treed ik op bij het Turing Victim Fundraising Event, een bal der geweigerden van de Nationale Turingprijs. Dat gaat druk en gezellig worden, er zijn immers zesduizend afvallers. We gaan gedichten veilen en de opbrengst gaat naar een goed doel. De volgende dag houd ik poëtisch spreekuur in de Utrechtse bieb en ’s avonds treed ik op in het Huis van de Poëzie in Utrecht. Tussendoor is er nog een optreden voor De Avonden. Lekker druk dus.