LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Schrijven: een heilig en heerlijk moeten

8 jun, 2010

Wanneer bent u begonnen met het schrijven van gedichten?
Op de middelbare school. Met proza natuurlijk al veel eerder.

Hoe heeft uw poëzie zich ontwikkeld sinds uw debuut?
Gestaag, meer verinnerlijkt, zoals het leven loopt. Alsof de enorme massa van het leven gedachten en gevoelens in elkaar drukt. De innigheid van mijn gedichten heeft meer vorm gekregen. De thema’s zijn min of meer hetzelfde gebleven.

Hoe heeft u het ervaren om de Johnny van Doornprijs te winnen?
Het grappige was dat het tussen mij en Remco Campert ging. Ik kende Remco Campert goed en we traden regelmatig samen op. Ook was hij van de Nederlandse dichters sinds lang mijn grote voorbeeld. Ik opperde dat hij die prijs maar moest krijgen. Ik moet altijd glimlachen als ik eraan denk. Ik bedoel, dat het tussen hem en mij ging, was al een eer op zich. Eigenlijk hoefde die prijs niet meer.
Het juryrapport ging niet alleen over de inhoud van mijn gedichten, maar ook over de manier waarop ik ze voorlas. Het voegde iets toe, zei de jury. En dat in een tijd waarin er nog literatoren waren die het niet op prijs stelden dat je ‘mooi’ voorlas. Ik hou van de spanning, de spanning die ik oproep bij het voorlezen. Uiteraard moet een tekst voor zich spreken, maar het publiek heeft betaald om naar dichters te luisteren. Dan geef ik ze waar voor hun geld.

Carla BogaardsLiterair schrijven is een innerlijke behoefte. Wat vindt u van deze uitspraak?
Dat is wat ik altijd zeg tegen studenten, maar dan zonder de restrictie ‘literair’. Ik zou haast denken dat ik ze had verzonnen. Schrijven is een innerlijke behoefte. Je kunt niet anders, het is sterker dan jij. Daarom schrijf ik altijd. Dag en nacht als het ware. Je gedachten en beelden in een vorm gieten, dat is iets heerlijks dat me met vreugde vervult.

Wat vindt u leuk aan het geven van schrijflessen?
Leuk, leuk, dat is zo’n woord. Ik hou van lesgeven, kennis doorgeven. Ik ben een beroepsgek. Streng, dat ook. Talent kan ik mijn studenten niet geven, ik kan wel helpen het talent te ontwikkelen. Dat ze teleurgesteld zijn als het niet in één keer lukt, dat snap ik niet. Echt, ik snap niets van dat bozige en verongelijkte. Ik ben opgevoed met de idee dat alles wat niet goed is, over moet. Gerard Reve beweerde dat hij alles acht keer herschreef. En wat is nou fijner en opwindender dan je gedicht te verbeteren? Overigens is lesgeven problemen oplossen. Als iets niet goed is, zeg ik niet tegen de cursist: ‘Kijk er nog eens naar’. Nee, we gaan samen zoeken naar de oplossing van het probleem. Schrijven is kunst maken, is een probleem oplossen. Net als wetenschap beoefenen. Ik ben er dol op.

Wordt een romanschrijver meer gewaardeerd dan een dichter?
En meer gewaardeerd dan een schrijver van korte verhalen; is dat de volgende vraag? Ik vind dat je dat niet zo kan stellen. Een goed gedicht behelst soms een hele roman. Neem een dichter als Vondel. Ken je het gedicht dat hij schreef bij de dood van de zoon van zijn vriend Vossius? Tja, een roman die een bestseller wordt; dat spreekt het grote publiek aan, al verschilt het per land en cultuur. Maar als ik eerlijk ben: de kwestie boeit me niet.

Van uw laatste roman Roes viel een gratis luisterboek te downloaden. Bent u ook bezig met nieuwe media?
Oh nee, mijn energie heb ik voor het schrijven zelf nodig, en het nadenken. Ik moet heel veel nadenken. Ik zou wel weer een luisterboek willen maken, maar ja, dat is niet echt geavanceerd met nieuwe media bezig zijn, vrees ik.

Wanneer kunnen we uw nieuwe bundel verwachten?
Als het af is. Eh, dat is een flauw antwoord. Nee, serieus. Ik had een dichtbundel af, maar door allerlei omstandigheden werd de publicatie vertraagd. Toen begon ik aan de nieuwe gedichten – lees dit met hoofdletters – en opeens besefte ik dat ik de vorige niet meer wilde uitgeven. Niet omdat ze slechter waren of zo. Ik had er al uit voorgelezen en sommige waren gepubliceerd in bloemlezingen. Een aantal ervan buig ik om tot ‘nieuwe’ gedichten. Je kunt er een lezen in de laatste Zingende Zaag, de Porseleinen Zaag. Deze gedichten… Ze zijn dope.

Waarin onderscheidt uw aankomende bundel zich van de voorgaande?
Niet in thematiek. Misschien worden mijn gedichten wel ‘moeilijker’. In vorm verschillen ze ook. In de bundel Kleine hittegolf in mei ben ik in een aantal gedichten al beziggeweest met een nieuwe vorm. Een kunstenaar moet zich vernieuwen. Dat geldt net zo goed voor een schrijver. Mijn moeder zei: ‘Moeten is dwang en huilen is kindergezang’. Dat schiet me nu te binnen. En toch moet het, een heilig moeten, een heerlijk moeten.

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...