Lang niet brutaal genoeg
door Harry Vaandrager
Tot bewondering in staat zijn, is een lovenswaardige eigenschap. Zo zal iedere dichter, hermetisch geaard of niet, (h)erkennen dat Paul Celan en Hans Faverey jaloersmakende poëzie hebben geschreven.
Bewondering is een, epigonisme twee.
Zonneklaar is, dat Danill Charms voor de jonge dichter kO nOrderisk (nee dit is geen tikfout) een held is.
Deze debutant wil in de voetstappen van Charms stappen. Zijn ambitie lijkt zo nonchalant mogelijk absurdismen door de (proza)gedichten te strooien. Daarbij pretendeert hij risico te nemen. Zijn pseudoniem zegt het al. Maar is het riskeren zo krachtig als bij Charms, die per slot stierf in de gevangenis? Een toets, het gedicht ‘Dilemma’:
x noemen
zich niet voor
z’n kop geschoten
dan zou hij
voor z’n kop
geschoten zijn
dus welbeschouwd
is er van een dilemma
geen sprake.
Nee, hier kom je niet voor in de lik. Dit is cabaretesk. En nota bene slecht cabaret. kO nOrderisk – zou hij onze orde knock-out willen slaan? – is te braaf. Hij zegt in de laatste regels van zijn openingsgedicht dat hij zich erin kan vinden ‘vandaag jonger te zijn dan morgen.’ Is dit verfrissend zoals het achterplat van de bundel The Greatest of the Biggest belooft?
Absurdisten zijn per definitie brutaal en subversief. Bovendien snaaks wreed. Nogmaals, deze bundel getuigt van een te veel braafheid. De dichter adviseer ik eens fiks ruzie te maken in een havenkroeg. Zich murw te laten beuken en bij thuiskomst wat dadaïsten te lezen en onderwijl een fles wodka naar binnen te gieten. Proost! Ik toast op zijn volgende bundel.