LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Johanna Geels – Detox

27 feb, 2011

Ontwenningsverschijnselen van een meisje

door Wilma van den Akker

Met mierzoete meisjesachtigheid moet je bij mij niet aankomen. Daarvan vallen de gaten in mijn kiezen. In de gedichten van Johanna Geels (1968) wonen heel veel meisjes. Bleke meisjes met roze pony’s, kleine hartenmeisjes met strikken en poppen. Maar in deze bundel met een titel die aan een afkickcentrum doet denken, is meer aan de hand. In het titelgedicht worden gifkabouters gevangen en vallen er bladeren op een getormenteerd hoofd.
Er is niets zoetsappigs aan de zinsnede:

‘En als wij dan de kinderen hebben uitgeperst van moerasmannen
met zompige handen die ons ‘s nachts bezoeken in hoofden van latex,
ons achterlaten met volgespoten bekkies, […] ‘

Uit: ‘Alles draait om J., pag. 18

Bij het lezen van deze bundel vallen er geen gaten in mijn kiezen. Er gaat eerder een grote dreiging van uit. Dat Geels dicht over de kwetsbaarheid van lieve meisjes, is zachtjes uitgedrukt. Ze bloeden, worden in tweeën gescheurd en uit al hun gaten druipt zaad. Niets blijft hen bespaard.
In ‘Naar het licht’ (pag.17) staat zo’n meisje aan de rand van een gat en wordt aangemoedigd erin te springen, als Alice in Wonderland.

Naar het licht

In het bos staat een meisje
met een dichtgeslagen hoofd
boven een gat te turen

Ik neurie, meisje, meisje,
maar ze reageert niet.

Wat wou je nou, meisje,
met die bleekblauwe bloedbaan
op je veels te roze slapen.

Wat wou je nou.

Je rode regenjas, uitgewist.
Als vanzelf druipt hij langs
je hakjes de grond in.

Toe dan, spring dan.

Vergeet je pijpenkrullen niet,
je vlinderknipje, je ponnieplaatjes.

Het is al bijna licht.

Dit meisje heeft wel een bleekblauwe bloedbaan en veels te roze slapen, maar ook een dichtgeslagen hoofd en een rode regenjas die oplost en langs haar benen druipt. Het meisje zou gewond kunnen zijn, maar dit beeld doet ook sterk aan menstruatie denken. Vanaf haar eerste menstruatie is ze meisje-af, een vrouw. Het lijkt erop dat zij zich verzet tegen het verliezen van haar onschuld, maar er is een ‘ik’ die haar de baas is en intimiderend toespreekt: ‘wat wou je nou, meisje.’ Het meisje ontkomt er niet aan om af te zien van haar zoete wereldbeeld, de wereld van my little pony en blonde pijpenkrullen. Dan pas ziet ze ‘het licht’. Wat in dit geval niet op een zonnige sfeer duidt, maar op een wrede reality check.

‘Naar het licht’ geeft voor mij de essentie van de bundel weer, waardoor ook de titel, Detox, betekenis krijgt. Het opgeven van de onschuld, van een lieve sprookjeswereld, is een pijnlijk proces, met de erbij komende ontwenningsverschijnselen. Arm meisje.

Niet alleen met meisjes gebeuren gruwelijke dingen. De cyclus ‘Berichten uit Mölköl’ eindigt met:

IV

Niets wordt vergeten in dit dorp. Men sloeg de man dood en hing
zijn tong aan een tak. Op een vrijdagochtend en als eerste die dag.
Te laat te laat zongen de mannen en de vrouwen schudden de laatste
verzinsels uit hun mouw, ik ving er eentje op. Ik sla je blind las ik
dus kon weer zien. Ik zag hoe de moeder werd gezocht, hoe de
verzinsels glad en nat doorregend raakten, opgehangen werden
ter afschrikking, ik zag de baar en de dode man.

Men vroeg mij te helpen, de man was zwaar en ze zochten in zijn
zakken naar wat overgebleven tijd. Ze vonden niets, ik had niet
anders verwacht. Hoe til je een zware volle man, dood, over palen
van een meter hoog. Gewoon gooien, smijten, met dicht toegeknepen
ogen en een groot vergeten achter de hand? Toch schrijf ik dit op,
want wie zich niets herinnert wordt uiteindelijk gevonden in de bossen
rondom Mölköl. Er wordt namelijk niets vergeten in dit dorp.

De laatste mededeling is niet minder dan een dreigement. Op vergeten staan zware straffen: verminking, de dood. Het fictieve Mölköl is zo’n dorp waar de mensen met hooivorken achter je aankomen als je je niet aan de regels houdt. Detox beweegt zich tussen de polen mierzoet en inktzwart. Er worden perverse sprookjes verteld; lieve meisjes worden met veel genoegen aan stukken gescheurd. Je gaat je wel afvragen of er ergens nog een middenweg is. Zou Geels hier in een volgende bundel een antwoord op hebben?

 

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...