Zon, kunst en poëzie. Het worden stilaan de vaste ingrediënten bij mijn bezoek aan Watou. Zowel de temperaturen als de inhoudelijke kracht van de verschillende tentoonstellingsruimtes gaan elk jaar in stijgende lijn. Je hebt nog twee weken om te genieten van de ingetogen drukte van het bekende Schrevedorp.
Ik moet toegeven dat niets me nog doet herinneren aan de eerste editie van het Kunstenfestival dat ik met gemende gevoelens achterliet. Neen, ik zou liegen, de meeste locaties zijn nog steeds van de partij. Grensland is niet langer een vaste waarde, maar gelukkig blijft de Douviehoeve nog steeds een heerlijke plaats om te vertoeven.
Het is druk. Korte broeken en linnen kleedjes wisselen elkaar af. Op de zonovergoten terrassen blinken geschoren rennerskuiten naast zonnebrillen waarachter gretige ogen zich vollezen aan de tentoonstellingscatalogus. Wie wil, zal zeker niet onvoorbereid in de verschillende locaties binnentreden. Onze eerste stop is de Douviehoeve waar jong en oud dichttalent de bezoekers onderdompelen in hun liefdesverzen. Inderdaad, Watou is dit jaar dorp van de liefde. De tentoonstelling kreeg immers de titel over de liefde die we niet begrijpen mee. Waarmee er duidelijk stelling genomen wordt dat er liefde is die wel begrepen wordt.
uit het niets kwam u op me af, boog u zich
naar mij toe: ik wil u wel gezelschap houden.
u gaf niet meer details. u zei niet: even. u zei
niet: een leven lang. u zei niets over een hand
vasthouden, u zweeg over mij verblinden
met uw lijf. ik had nooit in uw ogen mogen
zinken, mijn hoofd had ik moeten afwende
zodat u het niet gek had weten maken. u
zou goed gezelschap zijn. en ik geloofde dat.
Op deze manier verwelkomt David Troch de bezoekers. Negen verschillende dichters (waaronder Trochs echtgenote Sylvie Marie) bezingen op hun eigen manier de liefde. Tegelijkertijd weerklinken uit een jukebox zelfgekozen love songs. De bezoekers verzorgen op deze manier zelf hun parcours. In de grote schuur genieten we van de confrontatie tussen vader en dochter De Coninck. Dochter Laura zorgt voor een grafische invulling bij de woorden van haar vader. Liefde is … de band tussen vader en dochter.
In een andere ruimte belicht de Nederlandse fotografe Marrie Bot oudere liefde. In de jaren ’80 vroeg de kunstenares zich af waarom ze zelden of nooit foto’s zag van ouderen die elkaar beminnen. Daarom besloot ze zelf dit onderwerp te fotograferen. Het resultaat zijn ingetogen foto’s waarin liefde verstild is tot een tedere omhelzing van dooraderde armen en benen waarvan de spieren in de loop der jaren in de loshangende huid versmolten. Misschien had de poëzie van Carlos Drummond de Andrade, de oudere liefdesdichter, het beeld van woorden kunnen voorzien? Liefde is … samen elkaars rimpels tellen.
Dat liefde niet altijd rozengeur en maneschijn is bewijst de ludieke interventie in de Douvievijver van het Kunstcollectief Inject love waarbij een arm uit het water oprijst met het bordje I will come out if you forgive me. Liefde is … elkaar kunnen vergeven.
Het krachtigste werk op deze locatie is voor mij Somnambulin/Bauchaus van de Israëlische kunstenares Sigalit Landau. Voor dit werk baseert ze zich op het sprookje van het meisje met de zwavelstokjes. Tussen 2000-2004 reisde ze rond op een fiets annex muzikale betonmolen terwijl ze ijsjes uitdeelde met de vorm van het zwavelstokmeisje. Dit uitdelen van de lolly’s – dixit Landau – symboliseert de aanvaarding van de aanwezigheid van de dood door middel van een vertrouwde herinnering aan de kindertijd. Liefde is … een beetje doodgaan.
je borst tien keer
niet aangeraakt, lieve woorden
niet gezegd, gedacht aan je nagels
in mijn rug die een eeuwigheid achter
mij ligt en waaruit ik vanmorgen
ben opgestaan als uit een bed.
Ik geloof niet dat ik het kan:
niet van je houden. Drinken
en je niet kunnen vergeten,
dan kan ik. En iedere dag een beetje
sterven, zodat het tenslotte slechts
een koud kunstje wordt.
(Herman de Coninck)
Langs wuivend koren keren we op onze schreden terug naar de dorpskern waar nog negen andere locaties hun woord en beeld met ons willen delen.
Watou is ook een vaste waarde geworden in Nederland. Meer dan eens word ik ingehaald door mensen uit het land van de zachte G. Diezelfde taal weerklinkt uit de telefoonkiosken die achter de kerk opgesteld staan. Ik luister naar Camperts ‘Jaloezie’, Kopland en Kouwenaars ‘totaal witte kamer’.
Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik
dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later
en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar
dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen –
De vrijwillige Spaanse balling Carlos Aires heeft zijn intrek genomen in de Watoukerk met drie werken die vervuld zijn van de dualiteit tussen duisternis en licht, een barokke religieuze kunst – typisch voor het zuiden van Spanje waar de kunstenaar vandaan komt. Llorando bestaat uit een bladgouden Christus die van het kruis gehaald werd. Het liggende beeld wordt beweend door een regen van messen waarop liedjestitels gegraveerd werden: How deep is your love, cry me a river en you cut me open. Liefde is … lijden.
De zon blijft van de partij en vult de terrassen voor de namiddagkoffie of een Hommelbiertje. Watou is nog steeds een feest voor de lokale middenstand. Voor de laatste locatie trek ik naar het gemeentehuis waar zich werk van o.a. Berlinde De Bruyckere, Ian Burns en Abramovic en Burns bevindt. Een beeld van De Bruyckere slaat met verstomming, eerst door vervreemding en zelfs gruwel, daarna door verstilling en herkenbaarheid. Uit haar recent werk met verwrongen en kwetsbare lichamen van paarden, herten en mensen spreekt een duidelijke tederheid, lees ik in de catalogus.
Het werk A promise of More van de Australiër Ian Burns is een combinatie van hoge en lage cultuur, van technologische esthetica op ons nadenken en begrip van het lichamelijke. Door middel van lampen en goedkope vergrootglazen projecteert de kunstenaar het woord YOU op de muur. De ander ontstaat uit het focuspunt van goedkope elementen.
Het sterkste werk van de tentoonstelling voor mij is de video The artist is present van het kunstenaarskoppel Marina Abramovic en Ulay. Voormalig wel te verstaan, want na hun laatste gezamenlijke optreden op de Chinese Muur in 1988 zijn ze niet langer een koppel. Abramovic beschreef deze dramatische ervaring als volgt: ‘Ulay startte in de Gobiwoestijn en ik aan de Gele Zee. We wandelden elk 2500 km, ontmoetten elkaar halverwege en zeiden vaarwel.’ In de performance The artist is present krijgen bezoeker van het MoMA de mogelijk om aan een tafel te zitten met de kunstenares. Ze kijkt dan gedurende een minuut de bezoeker aan. Als ze haar ogen opent en Ulay tegenover haar plaatsgenomen heeft, komen herinneringen en emoties bovendrijven. De camera is een stille getuige die elke emotie, elk gebaar en knip van het oog genadeloos registreert.
Met deze beelden neem ik afscheid van de Kunstenfestivalzomer die aan zijn vijfde editie bezig is. Ik koop nog een fles poëziebier om later terug te denken aan deze mooie dag. In de achteruitkijkspiegel wordt de kerktorenspits kleiner langs de Hoppevelden. Liefde is … afscheid nemen.
***
Kunstenfestivalwatou 2013 loopt nog tot 1 september.