Zeikwijf
door Joop Leibbrand
In de serie Eigentijdse poëzie van de eigenzinnige, kleurrijke uitgeverij Voetnoot, is er met Harige vingers het debuut van Charissa Koek. De bundel bestaat uit 46 gecentreerd afgedrukte korte tekstjes, die gemiddeld nog geen vijftien woorden tellen en die het begrip ‘poëzie’ weer wat verder oprekken.
De bundel opent met het over tien regels afgedrukte ‘Mijn grote liefde’: ‘ik/ lees/ m’n/ gedicht/ voor/ je lacht niet/ zie/ je/ je hebt/ geen humor’. Het slotgedicht (‘Mijn grote liefde 2’) stelt: ‘je/ lacht/ wel/ om/ je/ eigen/ grappen’.
Leuk of niet leuk, dat is voortdurend de vraag en eerlijk gezegd weet ik na lezing nog niet goed aan welke kant ik sta. Een aantal gedichtjes had de bundel niet mogen halen. ‘Klachtenbus NS’ bijvoorbeeld: ‘ik vind/ het/ veel/ te/ druk’, of ‘Dierendag’: ‘poes/ likt/ zijn/ baard/ man/ likt/ onder/ staart’. Maar met ‘Papa houdt van mama’ bewijst Koek dat ze meer kan: ‘HOUD/ JE/ GORE/ SMOEL/ DICHT/ mama/ slaapt’. Met die paar woorden van titel en gedicht staat er een scène die een wereld oproept.
Er staan meer van deze brutale, grof-geestige gedichten in de bundel, kleine zweepslagen die wakker schudden. Bij sommige ervan kan ik me voorstellen dat ze het startpunt vormen voor een ongemakkelijke, confronterende conference van een stand-up comedian: over een ‘zeikwijf’ dat op Marktplaats gezet wordt, de lustbeleving van een sinterklaas of flubberende schaamlippen op een verkeerd fietszadel. En als kleindochter een ongerechtigheid ziet in opa’s baard is dat aanleiding tot een hoogst ongepaste associatie, die uit zou kunnen lopen in een Hans Teeuwenachtige monoloog.
Maar, en dat is mijn voornaamste bezwaar, het is allemaal wel érg kort, waardoor de regels het te veel moeten hebben van wat er niet staat.
Koek is een volslagen onbekende voor me en de uitgeversinfo laat dat ook zo. Gelet op de foto op het achterplat is ze betrekkelijk jong, en vanwege de setting van nogal wat gedichten lijkt ze me afkomstig te zijn uit het onderwijs. En daar is ze waarschijnlijk een goede, want alleen een liefdevolle juf kan iets schrijven als dit:
Tijd om te stoppen
‘Juf….’
‘En jij
moet
helemaal
je
grote
lelijke
smoel
houden’
Er staat één gedicht in de bundel, ‘Jij’, dat ik zonder aarzeling ook echt zo durf te noemen. Het onderscheidt zich niet alleen door de lengte, maar ook omdat het een vaag aan Chris van Geel herinnerende lyriek heeft.
Ik geef het hier niet weg. Ga naar Koek zelf op zoek!