Meander draagt dichtende jongeren al vele jaren een warm hart toe. Maar zo ver als de Vlaamse organisatie Jeugd en Poëzie, die zich louter op jongeren richt, gaan we niet. Waarom zou je dat eigenlijk doen? De medewerkers Flore Keersmaekers, Evelien Verhegge en Kila van der Starre weten dat wel.
‘Jeugd en Poëzie’. Dat klinkt me in de oren als de naam van het tijdschrift ‘Arts en auto’. Ook twee zaken in een naam verenigd die op het eerste gezicht niet veel met elkaar te maken hebben. Wat hebben de jeugd en de poëzie met elkaar te maken?
Heel veel. Ongelofelijk veel jonge mensen zijn met poëzie bezig en een nog groter deel haalt – soms tot hun eigen verbazing – plezier uit het spelen met taal. Ons doel is om poëzie in een open en creatieve omgeving te laten ontkiemen bij de jeugd. En dat is nogal een groter groep. Wij organiseren het hele jaar door activiteiten voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen tussen de 7 en 30 jaar. Dat loopt van workshops op scholen en naschoolse taalateliers, tot schrijfbootcamps en mentortrajecten tussen jonge dichters en publicerende dichters. Naast onze vaste krachten – drie in totaal – hebben we een geweldige groep freelancers, die dit jaar trouwens al meer dan 160 poëzieworkshops hebben verzorgd, en een fantastische bende vrijwilligers. Eén van onze grootste projecten is de SOET-poëziewedstrijd. We ontvingen dit jaar meer dan 600 gedichten, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Zijn al die activiteiten wel nodig om jongeren interesse te laten krijgen in poëzie? Hebben ze die al niet vanzelf?
Veel jongeren hebben inderdaad al vanzelf interesse in poëzie. Maar niet iedereen weet wat ze met die interesse kunnen doen. Je schrijft gedichten, misschien laat je ze af en toe aan vrienden lezen, maar wat kan dan een volgende stap zijn? Met Vers Geweld, het onderdeel van Jeugd en Poëzie dat zich richt op taalliefhebbers en poëzieminnaars tussen de 16 en 30 jaar, zijn we constant bezig met het beantwoorden van de vraag ‘Hoe kunnen we jonge dichters helpen?’. Veel schrijvende jongeren hebben behoefte aan kritische en eerlijke feedback. Ze willen hun schrijfstijl ontwikkelen of hun poëzieperformances perfectioneren. Sommigen willen meer poëzie lezen, maar weten niet waar te beginnen. Anderen willen meer optreden, maar weten niet hoe ze dat moeten aanpakken. Op al die behoeftes proberen wij in te spelen, door bijvoorbeeld aanstormend talent aan erkende dichters te koppelen in mentortrajecten, toegankelijke poëzieleesgroepen te organiseren en maandelijks een Vers Geweld nieuwsbrief te verspreiden met optreedmogelijkheden. Daarnaast kunnen jonge dichters een projectaanvraag bij ons indienen om een artistiek product te realiseren.
Kan je een paar voorbeelden geven van leuke dingen die je bij Jeugd en Poëzie bent tegengekomen?
Reacties van leerlingen op onze poëzieworkshops zijn vaak hartverwarmend. Zo vertelde een basisschoolleerling eens achteraf: “Eerst wilde ik dokter worden. Maar nu wil ik misschien ook dichter worden.” Een middelbare schoolleerling die eens een compliment kreeg over haar gedicht draaide zich om naar haar vriendinnen en riep glunderend: “Zie je wel? Ik ben een artiest!” Het is geweldig om te zien dat zulke leerlingen later opduiken bij onze SOET-poëziewedstrijd of in onze naschoolse workshops. Ook de projectaanvragen die bij ons binnenkomen toveren een glimlach op ons gezicht. Jongeren hebben vaak hele duidelijke, uitgewerkte concepten voor een poëziebundel, spoken word cd of literair evenement. Ze hebben alleen ondersteuning nodig in de praktische uitwerking van zulke creatieve ideeën. De ontwikkeling van talenten die wij ondersteunen is ook inspirerend. In oude bloemlezingen van Jeugd en Poëzie staan geregeld gedichten van pubers die nu bekende namen zijn in de poëziewereld, zoals Maarten Inghels, Paul Demets, Carl de Strycker en Lotte Dodion. Ook nu zien we dat poëzietalent dat ondersteund wordt door Jeugd en Poëzie naam maakt in het literaire veld. Charlotte van den Broeck, die deel uitmaakte van ons dichterscollectief Brandmerk, debuteert bijvoorbeeld binnenkort bij De Arbeiderspers.
Dan de Hollandse vraag: hoe komen jullie aan geld?
Jeugd en Poëzie ontvangt subsidie van de Vlaamse Overheid. Onze tarieven voor het geven van poëzieworkshops en vormingscursussen zijn daarom laag en aanvaardbaar voor scholen en bibliotheken en veel van onze naschoolse activiteiten voor kinderen en jongeren zijn gratis. We vinden het belangrijk om ook hiermee de drempel laag te houden.
Stel: je zou degene zijn die voor de Vlaamse overheid moest bepalen of Jeugd en Poëzie subsidie krijgt. Waarom zou je die geven?
Taalvaardigheid gaat verder dan spelling en grammatica. De creatieve kanten van taal raken vaak ondergesneeuwd, terwijl die elementen juist essentieel zijn voor de ontwikkeling van een kind en het functioneren van een volwassenen. In onze workshops, ateliers en bootcamps leggen we uit dat taalcreatie nuttig is voor veel meer dan het schrijven en lezen van gedichten. De brainstormtechnieken, schrijfopdrachten, inspiratieuitdagingen en voordrachtsoefeningen zijn bijvoorbeeld ook bruikbaar voor het schrijven van een sollicitatiebrief, het geven van een presentatie, het verwoorden van je mening, het uitwerken van een concept of het uitstorten van je hart. Via poëzie kom je in aanraking met kanten van jezelf die je daarvoor misschien helemaal niet kende. “Ik wist helemaal niet dat poëzie zo kon zijn!” en “Ik wist helemaal niet dat ik dit kon!” zijn waarschijnlijk de vaakst gehoorde opmerkingen bij Jeugd en Poëzie. Dat al zijn twee dingen waar ik als Vlaamse overheid in zou willen investeren.
Wat ben ik nog vergeten te vragen?
Wat kunnen we binnenkort van Jeugd en Poëzie verwachten? In oktober gaan er twee poëzieleesgroepen van start onder de naam Young Poets Society. In november gaan we met een groep jongeren op TXT Bootcamp in Leuven. In samenwerking met Radio Scorpio combineren we woord en geluid en sturen we onze teksten de ether in, er zijn nog plaatsen beschikbaar. En in december organiseren we een groot poëziefeest in De Studio in Antwerpen. Hierbij is iedereen uitgenodigd!