Alda Merini (Milaan 1931 – 2009) wordt wel beschouwd als een van de invloedrijkste vrouwelijke Italiaanse dichters van de twintigste eeuw. Deze cultschrijfster is niet alleen beroemd om haar transparante liefdesverzen, mystieke poëzie en realistisch proza, maar ook haar veelbewogen leven en spraakmakende aanwezigheid in rokerige cafés – waar ze gedichten op een schrijfmachine zonder lint schreef en haar werk uitdeelde – spreekt tot de verbeelding van velen. Alda Merini, die bevriend was met Salvatore Quasimodo en bewonderd werd door Montale en Pasolini, debuteerde op haar tweeëntwintigste met de bundel La presenza di Orfeo (1953). Na haar debuut publiceerde ze nog drie dichtbundels, tot ze in 1965 onder dwang werd opgenomen in een psychiatrische inrichting, waar ze met korte onderbrekingen verbleef tot 1972. Haar ervaringen van het leven binnen de muren van een inrichting legde ze vast in haar geprezen autobiografische roman L’altra verità. Diario di una diversa, een boek dat aanvankelijk op weerstand stuitte bij de Italiaanse uitgevers van die tijd, maar in 1986 toch werd uitgegeven. De laatste twintig jaar van haar leven woonde ze alleen en in armoedige omstandigheden in haar geboortestad Milaan in plaats van bij haar tweede echtgenoot, de dichter Michele Pierri. Geen echte keuze, maar het gevolg van haar steeds terugkerende zware depressies. Het is tijdens deze jaren dat haar schrijverschap een nieuwe bloeiperiode doormaakt. Erkenning komt tenslotte in de vorm van de Librex Montale prijs in 1993 en de prestigieuze Premio Viareggio in 1996. Antoinette Sisto selecteerde en vertaalde een aantal gedichten voor Meander Magazine.
Zie ook: www.aldamerini.it
Interview Bart Adjudant
‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...