Astrid Haerens (1989) steekt momenteel veel energie in de voorbereiding van haar multimediale expositie ‘Schaamteloos Schoon’, over schoonheid bij de Burundese vrouw. Zij woonde een jaar in Bujumbura, de hoofdstad van Burundi en keerde later terug om onderzoek te doen voor dit project.
Ook is zij een enthousiaste theaterdocente en theatermaker. Zij trekt door België met een kindervoorstelling.
Daarnaast weet ze altijd nog tijd vrij te maken voor haar eerste liefde: schrijven. De Gids en Hard//Hoofd publiceerden werk van haar. Het Liegend konijn volgt in april van 2015.
Heeft die eerste liefde ook je studierichting bepaald? Je hebt een Master in Woordkunst.
Nee. Toen ik Woordkunst ging studeren, wist ik niet dat schrijven zo’n belangrijk onderdeel van de opleiding was. Ik was wel erg geboeid door taal, literatuur, theater en kunst, wat mijn studiekeuze bepaalde. Hoewel ik in mijn jeugdjaren al veel voor mezelf schreef, ontdekte ik pas tijdens mijn studie intens wat schrijven met me deed.
Je bezigheden zijn heel divers. Geldt dat ook voor wat je schrijft?
Ik ben erg nieuwsgierig. Ik word snel getriggerd, wil veel uitproberen, ben in uiteenlopende onderwerpen geïnteresseerd. Ik word graag en vaak uitgedaagd. Ook in mijn schrijven probeer ik veel uit: gedichten, (literair-)journalistieke stukken, korte verhalen, columns, interviews of teksten voor een kunstcatalogus. Maar poëzie schrijf ik het liefst.
Welk stukje van jou maakt die uiteindelijke keuze voor de poëzie?
Eerder zei je: Poëzie betekent voor mij kijken, happen, bouwen, lijmen, zalven, haperen.
Ik hou van de poging van poëzie. Het uitvergroten, het wikken, het haperen bij een woord, een klank. De essentie omlijnen. Het schrijven is voor mij een intuïtieve, haast sensuele en tegelijk erg rationele activiteit. Die tegenstelling vind ik interessant, uitdagend. Van al mijn werk voel ik me het meest vrij bij het schrijven van poëzie. Een gedicht ademt, omvat, geeft en is ruimte. Tegelijk voelt het schrijven vaak als een enorme worsteling. Het blijft toch altijd ‘een poging tot’. Misschien maakt dat het ook net bevrijdend.
Ik kan me niet voorstellen dat het bij poëzie op papier blijft. Breng je je gedichten voor het voetlicht?
Af en toe lees ik mijn gedichten voor aan een publiek. Ik beschouw het goed voordragen van mijn eigen teksten eerder als een techniek, een ambacht. Er is voor mij een groot verschil tussen eigen teksten en andermans teksten interpreteren op een podium. Je moet genoeg afstand hebben tot de tekst, niet zo simpel als je ze zelf geschreven hebt. Ik vind het gemakkelijker om zelfgeschreven proza of journalistieke teksten over te brengen. Daarbuiten vind ik het voorlezen of interpreteren van gedichten op podia, al dan niet door de auteurs, vaak een onderschat, moeilijk vak apart. Een boeiend en erg mooi vak, dat ook.
Heeft je liefde voor theater invloed op de gedichten die je schrijft?
Ik studeerde af met een theatraal onderzoek naar de invloed van beelden op poëzie. Ik denk, maak en schrijf vaak in beelden. Ook in het theater vind ik de beeldtaal erg belangrijk. Ik kijk nogal detaillistisch en word ook in het dagelijks leven vaak geraakt door wat ik zie, hoe iets eruit ziet. Zowel in het theater als in het schrijven vertrek ik vaak vanuit beelden, probeer ik een beeld zo goed mogelijk te vatten. Ik hou van fotografie, beeldende kunst, (beeldend) theater, dans. Ook voor de expositie waar ik aan werk maakte ik foto’s en daar schrijf ik teksten bij.
Gaat je expositie uitsluitend over uiterlijk schoon, of komen schoonheid van taal, karakter, ideeën of kunst ook aan de orde?
De expositie gaat over de schoonheidsbeleving en trots van de vrouwen in Burundi. Die schoonheidsbeleving staat in fel contrast met schrijnende armoede in het land. De vrouwen die ik daar ontmoette toen ik er woonde, waren vaak erg trots, ‘schaamteloos schoon’. Dat krachtige intrigeerde en raakte me, als vrouw, als westerling, als mens. Samen met Emma Lesuis, documentairemaakster, keerde ik afgelopen zomer terug en bezocht ik kapsalons door het hele land. Ik fotografeerde en interviewde vrouwen van allerlei achtergronden.
Schoonheid, en breder gezien de hele lichaamscultuur, is een heel interessant en belangrijk thema in Oost- en Centraal-Afrikaanse landen. De kunst, energieke creativiteit en saamhorigheid van de vrouwen die ermee gepaard gaat is dan ook enorm complex en boeiend, en naar mijn idee onderbelicht en zelfs ondergewaardeerd. Via de rol van de schoonheid in de maatschappij worden ook andere thema’s aangeraakt: de rol van de vrouw in de Centraal-Afrikaanse samenleving, het feminisme.
Dit staat vaak nogal haaks op de westerse visie op de vrouw en haar schoonheid. Met de expositie wil ik graag een ontmoeting creëren tussen onze westerse blik op vrouwelijke schoonheid en die andere, Oost-Afrikaanse visie.
Je was bij een schrijversresidentie in Parijs, georganiseerd door de Vlaams-Nederlandse culturele organisatie deBuren.
Ja, samen met 19 andere schrijvers mocht ik twee weken in Parijs wonen en werken. Erg fijn om een langere periode in die stad te zijn, met als enig doel te kijken en te schrijven. Ik schreef er een literair-journalistiek stuk over La Goutte d’Or, een wat ‘beruchte’ multiculturele wijk zonder toeristen, in het 11e arrondissement. (Verscheen op Hard//Hoofd)
Daarnaast schreef ik een reeks gedichten geïnspireerd door de Galerij van de paleontologie en vergelijkende anatomie, onderdeel van het Natuurhistorisch museum in Parijs. De galerij is gelegen in de Jardin des Plantes en is een oude, gigantische hal vol skeletten en creaturen op sterk water. Parijs kon mijn uiteenlopende interesses erg goed voeden!
De laatste regel uit je gedicht ’08.00’ is ‘mijn hart klopte vandaag alleen maar in de maat.’ Stel dat je dit over jezelf zou zeggen, ligt de nadruk dan op ‘alleen maar’? M.a.w. wil je liever ‘uit de maat’?
De regel kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Maar zelf zou ik liever geen hart hebben dat uit de maat klopt. Ik associeer dat met onrust en angst. Tegelijk lijkt een ‘leven uit de maat’ boeiend, spannend, onveilig. Ik word erg vaak getriggerd door zaken die een hart uit de maat laten kloppen. Die me engageren of me beïnvloeden. Dat voelt niet altijd als een keuze of een wens. Maar misschien is een leven uit de maat juist wél veilig, of verslavend. Ik ken niet veel mensen die gemakkelijk in de maat kunnen leven.
Toekomstplannen?
Momenteel ben ik gefocust op mijn expositie die start op 30 april in Recyclart, Brussel. Op 31 januari treed ik met de andere schrijvers van de Parijsresidentie op in De Brakke Grond in Amsterdam. Tussendoor verdiep ik me in het geven van theater- en woordlessen en workshops in Brussel en tour ik verder in Antwerpen met mijn kindervoorstelling. Af en toe ga ik er tussenuit om te schrijven.
Ik kijk uit naar de zomer, om opnieuw wat langzamer te ademen en me nog meer op mijn schrijfwerk te concentreren.