LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Bianca Sistermans, Eva Gerlach, Sasja Janssen – Alledaagse ergernissen

19 feb, 2015

Orde is maar een haar waaraan je hangt

door Joop Leibbrand

In 2014 exposeerde Bianca Sistermans bij galerie Cokkie Snoei in Rotterdam onder de de titel ‘Alledaagse Ergernissen’ 24 foto’s van trivialiteiten als een slordig aangebroken kuipje boter, een stofnest tussen verwarmingspijpen, een rode lippenafdruk op een theekopje, een aan een enkele elektriciteitsdraad hangende gloeilamp. Ze gaf de ‘dingen’ titels als ‘Boterknoei’, ‘Hangplek’, ‘Plakkerd’ en ‘Het eeuwige peertje’.
Het zijn onbarmhartig scherp belichte foto’s, zonder enige kunstzinnige opsmuk, bijna illusieloos. Eva Gerlach werd er door aangesproken, er kwam bij haar – haar eigen woorden – ‘allemaal taal los’. De stap naar een combinatie van tekst en fotografie was snel gezet, zeker toen ook Sasja Janssen de foto’s als inspiratiebron kon zien.
Het resultaat is een boek dat dezelfde titel draagt als de eerdere tenstoonstelling. Sistermans maakte 23 nieuwe foto’s, die met alle eerdere in het boek zijn opgenomen. Ze staan als een soort catalogus achterin: ‘verprut’ het koffiefilter waarop te veel water gegoten werd, ‘zwemvlek’ de natte afdruk van een uitgetrokken zwembroek op een beddenlaken. Liefst 43 foto’s zijn daarnaast paginagroot afgedrukt, negen daarvan zelfs op een dubbele bladzijde. Je raakt niet snel uitgekeken.

Bij twintig foto’s schreven Eva Gerlach (12x) en Sasja Janssen (8x) gedichten of prozateksten en Gerlach verzorgde daarbij ook met ‘Licht en monter’ een even vrolijke als verstandige inleiding. Het zijn vrolijke foto’s, schrijft ze, beelden vol insubordinatie, want ze geven aanwijzingen voor lamlendigheid, het zijn als het ware praktische oefeningen in uitstellen, niet(s) opruimen (wat rondslingert wijst de weg door je herinnering), geen onderscheid maken (want alle dingen zijn gelijk) en niet op teloorgang letten. Materie valt nu eenmaal uiteen, ieder geordend systeem ontaardt, want streeft indachtig de tweede hoofdwet van de thermodynamica naar de grootst mogelijke wanorde.

Of Gerlach en Janssen helemaal in de geest van Sistermans schrijven, durf ik niet te beweren. De foto’s hebben een soort kaalheid die misschien eerder bij iemand als K. Schippers past, maar deze combinatie is beslist ook heel overtuigend.
De dichteressen delen hun voorkeur voor de keuze voor een onverwacht perspectief. Eva gerlach gaat wat directer op de foto’s in, is vaak filosofisch op een speelse, bijna baldadige manier, Sasja Janssen houdt meer afstand, verwoordt een geheel zelfstandige werkelijkheid die slechts indirect door de foto’s lijkt te zijn ingegeven. Maar mooie zinnen schrijft zij: over een grondstewardess ‘die uit vluchten ging’, en over de ‘laatste peren in wijn uit de tuinen van een huwelijk waar de bloesem/ elk jaar lichtzinnig tierde.’

Beiden weiden uit over de vermaledijde dingen en de noodzakelijkheid van hun zijn, in welke hoedanigheid dan ook. ‘Te weinig’, schrijft Gerlach in ‘Stuk’, beseffen we dat wij evenmin overleven zonder hen als zij zonder ons.’ ‘Wie zijn wij in de leegte van een dingloos bestaan?’ Dingen vormen je wereld.
En Sasja Janssen wil daarbij niet dat haar de mogelijkheid wordt afgepakt ‘van stof en scheuren en gevouwen/ licht te houden, hoekjes duisternis, smerige rivierlijnen op een raam.’

Bij de foto ‘Tobias Duck’ (een stel met plakband bijeengehouden schakelaars) schreef Eva Gerlach:

Tape

Alles kun je dichtmaken, fiksen, heel
houden, redden wat reddeloos, her-
stellen wat ontsteld tot op de kern
niet meer in orde wil. Niet opgelapt, behoed,
genezen.

Orde is maar een haar
waaraan je hangt, nagel geprikt in je kist,
vezeltje over been, houdt niks niet tegen.

Wat stuk is, koester het
niet langer dan het vraagt. Laat het alleen
met rust, met rotzooi, met
hoe dingen uit elkaar vallen, met pijn.

Het is geen toeval, op. Het is de regel.

Alledaagse Ergernissen is een heel mooi uitgegeven boek van een originele fotografe en twee bijzondere dichteressen. Een die al sinds jaar en dag een grote naam is, de een generatie jongere die bezig is er een te worden. Bij uitstek geschikt als geschenkboek, al word je, omdat je het zelf niet zult willen missen, dan wel op dubbele kosten gejaagd. Voor deze dingen is het dat waard.

***
Van Alledaagse Ergernissen verscheen ook in beperkte oplage een genummerde, door de auteurs gesigneerde luxe editie.
Bianca Sistermans (1969) had in 2014 met de Alledaagse Ergernissen een solotentoonstelling bij Cokkie Snoei Rotterdam. Een keuze uit de serie verscheen in Volkskrant Magazine, Trouw en Geo Wissen.
Eva Gerlach (1948) is dichter, vertaler en kinderboekenschrijfster. Aan haar werden acht literaire prijzen toegekend, waaronder de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs (1981), de Jan Campert-prijs (1995) en de Nienke van Hichtum-prijs (1999). In 2000 ontving zij de P.C. Hooft-prijs. Haar oeuvre telde in 2014 ruim 20 titels.
Sasja Janssen (1968) debuteerde in 1999 in De Revisor. Ze publiceerde de romans De kamerling (2001) en Teresa zegt (2005). Haar poëzie werd gebundeld in Papaver (2007), Wie wij schuilen (2010) en Ik trek mijn species aan (2014), dat werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 2015.

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...