Tussen land en water, tussen licht en donker
door Hans Franse
Afrikaanse teksten vertederen mij altijd; de taal heeft iets puurs en authentieks. Als mijn vrienden het over een ‘kousbroekie’ hebben en daarmee een ‘panty’ bedoelen, ben ik soms jaloers: er zijn van die mooie woorden. Dat in die taal ook prachtig geschreven wordt moge bekend zijn. Wie kent niet Ingrid Jonkers, Elisabeth Eybers, die in Nederland woonde maar bleef dichten in de taal van haar jeugd en daarmee zelfs de P.C. Hooftprijs won, André P. Brink die prachtig geëngageerd proza schreef en natuurlijk gevangenisschrijver Breyten Breytenbach?
Voor mij ligt een dichtbundel met een prachtig omslag, die een rustige en eindeloze zee voorstelt. Het is een bundel van Ilse van Staden. In de titel Waar die oog van stil word herkent men al een tegenspraak in zichzelf, een zintuiglijke ervaring wordt overgedragen op een ander zintuig. Aanvankelijk snel de bundel doorbladerend meende ik op een luchtige bundel te stuiten: een gedichtje als het volgende is luchtig en grappig, meer een aforisme dan een vers lijkt het:
LIG AS GOLF
as lig soos water was en water lig
sou seë soms verduister wanneer son en maan
leegloop in mekaar
Toch, ondanks de lichte toon is ook hier een tegenstelling: elementen worden verwisseld, licht en water worden zee en hemellichamen die elkaars eigenschappen overnemen. Bij grondiger lezen bleek het te gaan om een bundel met gevoelens van angst, heimwee en ontzag voor het land en de zee. De lezer ervaart vooral een zoektocht naar het woord en de stilte. De grote thema’s van de plezierige en helder geschreven bundel zijn de heimwee, de grootheid van de oceaan. Vooral de stilte wordt verwoord, terwijl juist dat woord soms blijft steken en de onmacht ervaart. In haar ‘Slotsom’ stelt zij dat er geen woord in zee bestaat noch een vers in de stilte. Toch wordt ze stil van datgene wat het oog waarneemt:
WAAR DIE OOG VAN STIL WORD
So word ’n oog stil alomstillend,
uit gedistilleerde stilte gefortifiseer
soos brandewyn die brandende lig
en stil-geleerd
Het ene woord roept het ander op, associaties volgen op elkaar, die tot een soms stuwend ritme leiden:
‘n kyker vanoggend goëlend ontgogel
onoog die eenoog
bekyk soos ‘n kikkerende kikvors
padda-oog se bekykende kilte
stilgevriesde stilte
Voor de dichteres zijn de zee en de oceaan heel belangrijk. Volgens de flaptekst is dit een bundel van ‘afskeid en skeiding’ waarbij ook de ‘skeiding tussen land en see’ een rol speelt. Ze probeert ziende de eindeloze einders in de stilte te doordringen, zoals ze zelf zegt: ‘om patrone van stilte bloot te lê’. Vandaar ook de titel van de bundel : Waar die oog van stil word. Misschien mogen we ook veronderstellen dat de dichteres, die nu in Australië woont, de zee als scheiding tussen haar land van nu en haar vaderland ervaart en de oceaan dus ook staat voor een gevoel van heimwee? Ze maakt een afspraak met die zee:
AFSPRAAK
Eendag, see, sal ek stil word in jou
met my hande soos ’n vis s’n
in gebed gevou’
De dichteres maakt na een ontmoeting met zwarte vogels (‘vier-en-twintig swart voëls’) haar eigen slotsom:
‘die see probeer ek met woorde weergee
en die stilte ook
hoe pervers-
daar ‘s geen woord in die see nie
en geen stilte in ’n vers!
Aanbevolen: een kennismaking met een dichteres die existentiële problemen verwoordt in een taal die soepel en lenig is, vol associaties, en goed te begrijpen. Misschien verdient het Afrikaans als zustertaal meer aandacht: tenslotte kan deze volwassen taal als ons jongere taalkundige zusje worden beschouwd.
***
Ilse van Staden woont met haar man in Australië, nadat ze in Pretoria studeerde en achttien jaar lang als veearts werkte. Met haar eerste bundel uit 2003, ‘Watervlerk’, won zij de Ingrid Jonkerprijs en de Eugene Mariasprijs. Zij publiceerde daarnaast korte verhalen en een roman .
Voor informatie over de verkrijgbaarheid van de bundel: zie de site van haar uitgever.