Losgezongen van de muziek
door Eric van Loo
Toen in 2016 de Nobelprijs voor de literatuur aan Bob Dylan werd toegekend, deed dat veel stof opwaaien. Veel critici beschouwen songteksten in het gunstigste geval als ‘poetry light’, die zich niet met de serieuze literatuur kan meten. Sara Danius, permanent secretaris van de Zweedse Academie, wees er echter op, dat er van oudsher sprake is van een verwevenheid van literatuur en gesproken c.q. gezongen tekst: ‘Als je ruim 2500 jaar terugkijkt, ontdek je Homerus en Sappho. Zij schreven poëtische teksten die bedoeld waren om naar te luisteren, om te worden uitgevoerd, vaak begeleid door instrumenten. Wij lezen Homerus en Sappho nog steeds en genieten van hun werk. Datzelfde geldt voor Bob Dylan. Hij kan en moet gelezen worden. Hij is een belangrijk dichter in de Engelstalige traditie.’
Frank Boeijen is qua statuur natuurlijk niet met de grote Amerikaanse bard te vergelijken. Wel was Bob Dylan een van de grote voorbeelden voor Frank Boeijen, hetgeen in sommige nummers duidelijk terug te horen is, nog los van het feit dat Frank Boeijen in een aantal nummers Dylan met name noemt. Binnen de Nederlandstalige popmuziek vielen de teksten van Boeijen van meet af aan op door hun poëtische karakter. Bijv. in Kronenburg Park: ‘Ik weet niet wat jou zover heeft gebracht / Als ik jou zie, ‘s avonds in het park / De autolichten beschijnen je lichaam / Zonder ogen, zonder herinnering’. Of het troostrijke ‘Zeg me dat het niet zo is’ waarvan de beginwoorden aan het eind evolueren in ‘We doen net alsof het niet zo is / Alsof het niet waar is’.
Door zijn werk als boek uit te geven, met de cd als bijlage, profileert Boeijen zich al sinds enkele jaren nadrukkelijk als auteur. In 2011 verscheen Genade, een fraai uitgegeven boekwerk waarin de teksten van Boeijen staan afgedrukt naast foto’s van Károly Effenberger, en de cd met muziek als bijlage tegen de kaft zit geplakt. Voor Een vermoeden van licht (2013) werkte Boeijen samen met diverse beeldende kunstenaars, die in foto’s en schilderijen reageren op zijn muziek. Vergeleken met deze twee titels is het deze maand verschenen Palermo eenvoudig uitgegeven. Na een inleiding van Ludo Diels volgen de teksten van de op twee cd’s bijgevoegde muziek. Soms staan twee teksten op één pagina, iets wat je in een dichtbundel niet snel zult aantreffen. Ook zitten er herhalingen in de afgedrukte teksten, wat mij enigszins overbodig voorkomt. Zelfs wanneer bepaalde frases meerdere keren worden gezongen, hoeft dit in de tekstweergave niet per se gevolgd te worden. In de weergave van de teksten in deze recensie zijn deze herhalingen weggelaten.
ZON
Buiten schijnt de zon
Hier staan de woorden
Stil op papier
Ze roepen mij
Ze vragen mij
Waar was jij al die tijd
En als de avond valt
Zal ik jou dan zien
Vast en zeker
Met glimmende ogen
Van plezier
De liefde die hier woont
Die gaat nooit voorbij
In de eerste twee strofen lijkt een dichter aan het woord, die door zijn eigen woorden tot de orde wordt geroepen. Het ‘jij’ in r6 is dubbelzinnig. Enerzijds wordt de zanger opgeroepen eindelijk eens iets met een tekst te doen. Maar door het ‘jou’ in r8, die op de ander betrekking heeft, kunnen we in r6 ook iets beluisteren als ‘hoe kan het dat jij –die nu zo belangrijk voor mij bent– ooit geen deel uitmaakte van mijn wereld?‘ Het ‘nooit voorbij’ vormt een contrast met de openingstekst (‘Kijk maar naar buiten / Alles komt voorbij’), waarbij ‘voorbij’ veel meer op de vergankelijkheid lijkt te wijzen.
De teksten van de eerste cd hebben een sterke innerlijke samenhang, waarbij bepaalde thema’s en formuleringen terugkomen. Het ‘onderweg zijn’ komt in vijf van de tien nummers terug: ‘Wie zal het zeggen / Hoe zal het zijn / Er is hier niemand / Je hoeft niet bang te zijn // Onderweg’ (‘Achter de wolken’); ‘Laat me dromen / Van verre landen’ (‘Hoe het was’); ‘We gaan hier vandaan / We zijn op weg / Het is niet meer ver’ (‘Daar zal het zijn’); ‘En ergens ver weg / Wacht een vreemd land’ (‘Droom van jou’); ‘In de verte / Hier ver vandaan / Wij zijn samen van alle tijden’ (‘Hoe het ook gaat’). Dit ‘onderweg zijn’ heeft een romantisch aspect, waarbij de zoekende zanger, die we in heel Boeijens oeuvre tegenkomen, verlangt naar thuiskomen bij een geliefde. In zijn inleiding wijst Ludo Diels echter ook op een andere, meer actuele laag: ‘Je arriveert er niet, maar spoelt er aan. Als wrakhout op een strand. Een stad als toeval of belofte. Er brandt warm licht. Onverschillig is enkel de zee. Palermo maakt het verschil. De stad met een menselijk gezicht. Vreemdelingen bestaan niet. Ieder mens is welkom. Ieder mens is aangespoeld of vastgeklonken.’ De titel Palermo was aanvankelijk om andere redenen gekozen: “Ik vind ‘palermo’ een heel mooi woord. Als je het letterlijk vertaalt, betekent het: veilige, volledige haven.” (interview AD 06-01-18) Met zijn teksten, die bijna allemaal over liefde gaan, wil Boeijen ingaan tegen de stroom van het cynisme van deze tijd. De burgemeester van Palermo, die elke vluchteling persoonlijk welkom heet, is voor hem daarbij een symbool van moed en menselijkheid.
De regels in de teksten van cd-A van Palermo zijn opvallend kort, meestal drie à vijf woorden. Dat maakt het niet makkelijk om situaties al te breed of concreet neer te zetten. In gesprek met Frits Spits (Taalstaat, 6 januari 2018) vertelt Boeijen dat hij onder meer beïnvloed is door de ‘kale taal’ van Jan Arends. “Weinig bijvoeglijke naamwoorden, veel een- en tweelettergrepige woorden waardoor het heel ritmisch wordt.” Daarbij is het ook belangrijk, dat de tekst –die je bij Nederlandse muziek veel nadrukkelijker verstaat dan in een andere taal, Engelse popmuziek, Franse chansons, Portugese fado– de luisteraar ruimte biedt voor fantasie.
De tweede cd bevat zeven meer op zichzelf staande nummers. Over de vergankelijkheid van het bestaan, vriendschap en poëzie. Drie nummers zijn voor de helft geleend: voor ‘Berceuse nr. 2’ schreef Boeijen muziek bij een tekst van Paul van Ostaijen, terwijl hij omgekeerd voor ‘Niets is volmaakt’ zelf een tekst schreef op de melodie van ‘When the deal goes down’ van Bob Dylan. Hij schreef dit voor Geert Henderickx (1953-2017), popcriticus bij Oor en Heaven, met wie hij meer dan een half leven lang bevriend was.
NIETS IS VOLMAAKT
In de nacht is het maanlicht voor jou alleen
Helemaal voor jou alleen
Ik doe maar wat
En ik weet niet waarheen we gaan
We strijden terwijl de wedstrijd wordt gestaakt
Ik wacht op jou
En ik neem je mee naar huis
Zeg me wat je wilt
Ik laat je begaan
Niets is te veel
Niets is blijvend van aard
Niets verdwijnt
Niets is volmaakt
(…)
Waar Dylan zijn song eindigt met ‘But I’ll be with you when the deal goes down’ zingt Boeijen ‘We zullen er zijn / aan het einde van de strijd’. De laatste tekst uit Palermo is een column die Henderickx voor Heaven schreef, en die verhaalt van één van de laatste ontmoetingen van de twee vrienden. Bij wijze van eerbetoon heeft Boeijen deze column –waarin we overigens getuige zijn van de geboorte van het lied ‘De droom van St. Franciscus’– als ware het een liedtekst op muziek gezet.
In het oudere werk van Boeijen troffen we vaker anekdotische elementen aan, naast een soms expliciet onder woorden gebrachte boodschap. In zijn teksten zien we een ontwikkeling van verhalend naar abstract. Vooral de teksten van de hier besproken eerste cd zijn sterk associatief, zowel gevoelsuitingen als pogingen bepaalde gevoelens op te roepen, waarbij de lezer en luisteraar alle ruimte krijgen er eigen gevoelens en ervaringen op te projecteren.
Dat Boeijen nu al voor de vijfde keer zijn nieuwe album in boekvorm uitbrengt is overigens niet louter uit literaire pretentie. Als zoon van een typograaf was de liefde voor vormgeving hem met de paplepel ingegoten. Ook heeft hij de krimp van geluidsdragers van lp naar cd meegemaakt, om nog maar te zwijgen van de overgang naar immateriële dragers als mp3 en streaming. Door zijn muziek als boek uit te brengen geeft hij luisteraar en lezer iets tastbaars in handen. Tot slot: het zal de lezer van deze recensie zijn opgevallen, dat ik met geen woord over de muziek van Palermo heb gesproken. Daarvoor verwijs ik hem of haar graag naar geëigende kanalen als Oor, Heaven of de muziekrubriek in de krant. En natuurlijk naar radio, streaming-app of cd-speler.