LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Kila van der Starre en Babette Zijlstra – woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie.

8 okt, 2018

Lees, denk, doe, schrijf, weet, meer en bewonder

door Eric van Loo

U mag gerust jaloers zijn wanneer u dit leest. Het is niet iedereen gegeven om 24 uur met Kila & Babsie door te brengen. Al moet ik bekennen tijdens de kleine uurtjes af en toe te zijn weggedommeld.

De dames zijn veeleisend. Woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie is geen boek voor de luie stoel. Zelfs actief lezen is niet genoeg. Voor elk uur van de dag (en nacht) krijgen we één van de favoriete gedichten van Kila van der Starre en Babette Zijlstra aangereikt. Bij wijze van commentaar voeren Kila&Babsie op de tegenoverliggende pagina een korte dialoog op. Bijvoorbeeld bij het gedicht ‘Blues On Tuesday’ van Jules Deelder.

Blues On Tuesday

Geen geld.
Geen vuur.
Geen speed.

Geen krant.
Geen wonder.
Geen weed.

Geen brood.
Geen tijd.
Geen weet.

Geen klote.
Geen donder.
Geen reet.

KILA ‘Dit gedicht vind ik heerlijk om te horen en om voor te dragen. Jules Deelder heeft een heel kenmerkende stem, een opvallende kledingstijl en een unieke manier van poëzie schrijven.’ BABSIE ‘Hij gebruikt woorden die je misschien niet in gedichten verwacht. Dat maakt zijn poëzie prikkelend, tegendraads en activerend.’

Hierna volgen een zestal opdrachten, die op een speelse manier over de bladzijden verspreid staan, soms verbonden door dikke viltstiftstrepen, die het spontane en associatieve van het proces benadrukken. Bij lees worden we uitgenodigd onderscheid te maken tussen woorden voor dingen die tastbaar zijn en dingen die niet tastbaar zijn. Bijvoorbeeld ‘krant’ en ‘weed’ tegenover ‘wonder’ en ‘tijd’. In denk wordt opgemerkt, dat taal (geschreven woorden en teksten) echt overal is. In doe moeten we op zoek gaan naar vijf woorden in onze directe omgeving, die we niet in een gedicht zouden verwachten. Die woorden moeten we opschrijven, uitknippen en laten vallen. In schrijf moeten we vanuit deze aanzet zelf een gedicht schrijven. In weet wordt een aantal technische begrippen aangeduid, die in Deelders gedicht zichtbaar zijn, zoals enumeratio, anafoor, rijm, assonantie en alliteratie. En in meer wordt gewezen op andere dichters die voor poëzie ongebruikelijke woorden gebruiken, zoals Astrid Lampe in Spuit je ralkleur (2005).

Met dit soort opdrachten wordt de lezer een achtbaan ingegooid, en uitgedaagd het gedicht vanuit verschillende kanten te bekijken. En ondertussen wordt hij/zij ook spelenderwijs vertrouwd gemaakt met een aantal taaltechnische termen, waarmee je na 24 uur een aardige begrippenlijst kunt opstellen.

Het lezen van de 24 door Kila&Babsie gekozen gedichten alleen al is een verrijkende ervaring. Zoals zij zelf zeggen na het eerste gedicht:

BABSIE ‘Dit gedicht van Tjitske Jansen laat mij zien en horen dat poëzie niet moeilijk en saai hoeft te zijn, dat gedichten niet hoeven te rijmen en dat ze grappig mogen zijn.’ KILA ‘En dat poëzie over dagelijkse dingen kan gaan én dat gedichten niet alleen geschreven worden door oude mannen. Het is één van mijn lievelingsgedichten.’

Niet door oude mannen: de verdeling man/vrouw in 24 uur in het licht van Kila&Babsie is keurig 12/12, en 14 van de 24 gedichten zijn gepubliceerd na 2000. Merkwaardigerwijs zijn van Tjitske Jansen, als enige dichter, twee gedichten opgenomen. Het boek bevat nauwelijks vormvaste of rijmende gedichten. Daarentegen komt er een grote variëteit aan gedichten langs: veel vrije verzen, prozagedicht, slam, ready-made, dialoog en slechts een enkel gedicht met regelmatige strofische opbouw.

24 uur in het licht van Kila&Babsie is een boek met een bijzondere vorm, zowel letterlijk (kijk maar eens naar de omslag die met het nodige kunst- en vliegwerk boven deze recensie is gezet) als figuurlijk: de benadering van het onderwerp, de manier waarop verschillende tekstblokken over de pagina verspreid staan, waardoor lineair lezen onmogelijk wordt gemaakt. Dikke strepen, als van een marker, verbinden verschillende tekstblokken, of verwijzen naar een terzijde. En dan is er ook nog eens een overdadig gebruik van een vet lettertype. De auteurs worden op de omslag aangeduid als Kila&Babsie, en in de toelichtende dialogen zijn Babsies opmerkingen vet gedrukt. De genoemde tekstblokken zijn ook in een vette letter gezet. En de woorden binnen de blokken die extra nadruk krijgen niet-vet. Want dubbelvet ging de dames blijkbaar net iets te ver.

Het boek is met een aanstekelijk enthousiasme geschreven. Elk gedicht mondt uit in schrijfopdrachten, soms voorbereid met hele concrete doe-opdrachten, zoals het eerder genoemde zoeken naar geschreven woorden in je directe omgeving. Dat maakt het tot een uitstekend boek voor de Nederlandse les. Wie 24 uur in het licht van Kila&Babsie heeft gelezen, en een aantal opdrachten heeft gemaakt, weet meer van poëzie dan de gemiddelde middelbare scholier die slechts gewoon literatuuronderwijs heeft gehad. Als recensent heb ik de meeste opdrachten aan mij voorbij laten gaan. Soms omdat ze niet aansloten bij mijn wat teruggetrokken leefsituatie: veel opdrachten zijn het best in de stad, in het openbaar vervoer of in bepaalde ruimten uit te voeren. Een uitzondering heb ik gemaakt voor de opdracht van 10.00, bij het gedicht ‘Het volle leven’ van Judith Herzberg.

Het volle leven

Zullen we
zei ze
samen
in een groot bed
in een hotel-
kamer
gaan liggen
met pyjama’s
aan en
dan de knecht
taart
laten brengen?

Na inleidende denk-, doe- en leesopdrachten volgt schrijf: 1) Schrijf een gedicht over jouw ideale zondag dat bestaat uit 50 woorden. 2) Herschrijf het gedicht tot 35 woorden. 3) Herschrijf het gedicht tot 25 woorden. De achterliggende gedachte bij de opdracht is het door veel dichters gehanteerde uitgangspunt ‘schrijven is schrappen’. Tot slot stellen K&B de vraag: ‘Hoeveel woorden kun je weghalen zonder dat de essentie van je gedicht verloren gaat? Vind je dat het gedicht er beter op geworden is?’

Een leuke opdracht. Ik zal u hier niet lastig vallen met mijn brouwsels. Het streven naar exact 50 woorden voor de eerste versie geeft een aardig kader, los van het aantal regels of strofen. Bij de eerste schrapfase merkte ik, dat vooral bijvoeglijke naamwoorden sneuvelden, en dat een vrij ‘kaal’ gedicht ontstond. Om van 35 naar 25 te gaan waren andere ingrepen nodig: hele regels moesten verdwijnen. Het is lastig te beoordelen welke versie de beste is. Het schrappen is wel een goede oefening. Maar de ‘essentie’ van een gedicht zit natuurlijk niet alleen in de inhoud, maar evenzeer in de toon van de regels, met ritme, klank enz. Door het rigoureuze schrappen kom je makkelijk bij een Van Geel-achtig gedicht uit, het mag duidelijk zijn dat dat niet per se voor iedereen de ultieme poëzie is.

Tot slot wil ik nog een punt aanstippen dat in de meeste lovende recensies niet terug te vinden is. Ondanks het enthousiasme dat van de pagina’s spat, had ik vaak het idee dat aan de ‘essentie’ (om dat woord maar even over te nemen) van veel aangehaalde gedichten voorbij wordt gegaan. Na elk gedicht volgen een paar opmerkingen van Kila en Babsie, die eerder prikkelend dan uitputtend zijn. De lezer krijgt te horen waarom de auteurs het een mooi/interessant/favoriet gedicht vinden, en al snel wordt overgestapt op bepaalde gebruikte technieken, en wordt de lezer uitgedaagd schrijver te worden en zelf met deze technieken te gaan stoeien.

Een aantal keren schiet de inhoudelijke duiding van een gedicht er volledig bij in, terwijl die er voor de beginnende lezer niet bovenop ligt. Het slamgedicht ‘Ademgebed’ van Martijn Teerlinck staat bol van de verwijzingen naar het Nieuwe Testament: ‘donkermaan’, ‘verlatene’, ‘gethsemanémond’, ‘munten’. Dat geeft een zin als ‘hier gaan / handen zelfs gebroken over in elkaar’ een bijzondere lading. Maar de eerste opmerking over het gedicht is denk: ‘Kun jij een gedicht mooi vinden zonder dat je het helemaal begrijpt? Kun je het gevoel hebben dat je een gedicht begrijpt zonder dat je alle woorden kent?’ Met instemming citeren de auteurs T.S. Eliot: ‘Echte poëzie kan communiceren voordat ze wordt begrepen.’ Dit citaat siert zelfs de achterflap. Wijze woorden, maar het is wel erg kaal dat het gedicht van Martijn Teerlinck als louter taalspel wordt gezien, waarbij vooral op de leuke en originele associaties wordt gewezen. We kunnen ‘waar rijdt de tijd heen als hij scheurt’ en ‘aardeaorta’ als betoverende taalvondsten over ons heen laten komen. We kunnen ons ook verdiepen in de mogelijke achtergrond van deze woorden, en ons geraakt weten door de hartenkreet die ‘Ademgebed’ ook is.

Bij het gedicht van Rodaan Al Galidi schaamde ik me, toen ik alle opmerkingen en opdrachten gelezen had. Het gedicht heeft een bizarre en extreem lange titel: ‘Op een nacht in zijn herfst opende Zorro de koelkast. De vla trilde van angst. Zorro voelde de pijn van de vla en zei tegen hem dat hij hem niet op zou eten en alleen wat sap wilde drinken. Voor die vla zong Zorro dit lied.’ Ik las het gedicht voor het eerst. De naam van de dichter deed mij vermoeden, dat het om een Arabische vluchteling gaat. Dit vermoeden kleurt zinnen als ‘Ook ik tril in een koelkast / kouder dan die van jou.’; ‘Ik moet hier verrotten / om daar niet koud te worden.’ en ‘Mijn koelkast is donker en wachten, / eenzaamheid en heimwee.’ Het gedicht, in al zijn sprookjesachtige rijkdom, raakte mij diep. De behandeling in de volgende opdrachtjes was ronduit ontnuchterend. De eerste opdracht doe: ‘Wat zie je als je voor de koelkast staat? Welk voorwerp in de koelkast spreekt je het meest aan?’

Het plezier in de taal staat in 24 uur in het licht van Kila&Babsie voorop. Helaas is daarbij de notie dat de dichter met zijn of haar gedicht ook iets te zeggen heeft, dat het niet alleen een vrij zwevend taalspel is, een beetje ondergesneeuwd. Niet elke associatie is leuk gevonden, niet elke interpretatie is zinnig. Al met al is woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie een heerlijk boek om de creativiteit van de lezer c.q. schrijver in spe te prikkelen. Misschien dekt woorden stromen de lading beter. Wanneer het boek in didactische situaties gebruikt wordt, zou het aan waarde winnen wanneer het ter hand wordt genomen door een docent, die op gepaste momenten wel wat meer aandacht aan de inhoud van een gedicht weet te besteden.

____

Kila van der Starre en Babette Zijlstra (2018). woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie. Uitgeverij Grange Fontaine, 144 blz. € 19,95. ISBN 9789082139525

     Andere berichten

Jan Holman – Jaag de veulens weg

Het verleden als obstakel voor vernieuwing door Paul Roelofsen - - Een verontrustende titel, die bij mij direct de vraag opriep waarom...