LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Poëzie Kort 2020 / 2

27 mrt, 2020

In de tweede Poëzie Kort van dit jaar bespreken we vier bundels:

Bloemlezing – Kus of ik zoen (Ernst Jan Peters)

Helma Snelooper – Opvouwbaar bos (Janine Jongsma)

Willem Thies – Schoon (Ernst Jan Peters)

Ton van ’t Hof – Waar tijd al niet goed voor is (Janine Jongsma)

Bloemlezing – Kus of ik zoen

door Ernst Jan Peters

Ahhh, weer zo’n schattige, aansprekende bloemlezing in de Regenboogreeks. Leuk om cadeau te geven, leuk om te krijgen: Kus of ik zoen. Want dat is toch de toepassing bij uitstek van een titel als deze, speciaal op de markt gebracht rond Valentijnsdag. Poëzie als de ultieme communicatievorm in de liefde, naast de kus zelf natuurlijk.

Rainbow heeft een geweldige verzameling opgebouwd aan bloemlezingen. Soms als ‘best of’ van niet al te onbekende dichters: Judith Herzberg, Rutger Kopland, Joost Zwagerman, Herman de Coninck. Soms rond aansprekende thema’s, paar titels: Woef Tjielp Knor (mooiste gedichten over dieren), Vriendschap (gedichten voor vrienden), Van harte gefeliciteerd (mooiste gedichten om weg te geven), Dicht! (de beste poëzie, slamdichters en rapteksten) en Verliefd verloofd getrouwd (gedichten voor geliefden). Veel van de oudere titels zijn samengesteld door Henk van Zuiden die zichzelf ooit ironisch presenteerde als de ‘Bloemlezer des Vaderlands’. Henk van Zuiden mengde bekend dichtwerk van overbekende namen met jong talent. In veel bundels uit de reeks is er ook één gedicht van Henk van Zuiden zélf opgenomen. Zo is Van Zuiden, geheel ongemerkt, een van de best verkopende dichters van Nederland.

Dat doet de nieuwe samensteller niet. Geen werk van Elisabeth Nijs in Kus of ik zoen. Ze heeft geput uit het werk van de oude en bekende meesters, zoals het gedicht ‘Kuschje’ van Jacobus Bellamy, tot aan levende dichters die niet meteen bij iedereen bekend zijn: Babs Gons en Carline Dekker. Juist omdat deze bundels vaak terecht komen bij de mensen die er nog van overtuigd moeten worden wat de kracht en het genot van poëzie is, is het goed dat er ook iets aan avontuur is te beleven. Trouwens, dat geldt natuurlijk ook voor de trouwe verzenvorsers, ook die willen worden verrast. Wat betreft de volgorde, heeft de samensteller gekozen voor de alfabetische op basis van de achternaam, waardoor Lucebert wordt gevolgd door Willem de Mérode. Dichter voor de jeugd Bas Rompa staat zo tussen Pfeijffer en Robben enerzijds en Schiferli en Slauerhoff anderzijds:

Vertrektijden

Ik zie op het perron
twee mensen lekker kussen.
Er klinkt een schril gefluit.
Dat zit er even tussen.

Het is de conducteur.
Hij kijkt op de seconde.
Het resultaat: twee
openstaande monden.

Was ik een conducteur,
ik lette niet op tijden.
Zijn mensen uitgekust,
dan gaat mijn trein pas rijden

Bas Rompa

Alle soorten kus komen er voorbij: de voorzichtige eerste kus (Lucebert), de afscheidskus (Adriaan Morriën) en de kussen die een stevige vrijpartij begeleiden (Ramsey Nasr). Kus of ik zoen is een boeiende bloemlezing geworden. Met voldoende herkenning voor de beginners en met voldoende verrassing voor de oudgedienden. Mooi om cadeau te geven, ook als je niet meteen amoureuze bedoelingen hebt.

____

Bloemlezing (2020). Kus of ik zoen, samengesteld door Elizabeth Nijs. Rainbow, 170 blz. € 15,00. ISBN 9789041741004


Helma Snelooper – Opvouwbaar bos

door Janine Jongsma

De titel van deze bundel is ontleend aan het gelijknamige gedicht in de bundel en is ook de naam van het bedrijf van theatermaakster Snelooper (1959). Die, zoals ze zelf zegt: ‘schrijft, vertelt en vertolkt.’ Zij maakt deel uit van het collectief Dichter des Achterhoeks, dat maandelijks in opdracht van de krant De Gelderlander een poëtische vertolking maakt op de actualiteit. In de bundel staan 53 gedichten, waarvan 15 liederen zijn. Herkenbaar aan het repeterende karakter van de tekst. Ze vallen in deze bundel niet uit de toon, maar de ondertitel van de bundel heet: ‘Liederen & Gedichten’, dat had beter andersom kunnen zijn. Opvouwbaar bos is haar debuutbundel.

De gedichten die Snelooper schrijft, zijn in eenvoudig taalgebruik. Ze maakt stevig gebruik van rijm, alliteratie en assonantie, maar kan dit ook goed loslaten en overschakelen naar het vrije vers. De onderwerpen variëren van sprookjes en de natuur naar ouderdom en vergankelijkheid. Wat af en toe storend werkt zijn de clichés die haar niveau naar beneden halen. Het veelal abstracte taalgebruik en het gebruik van spreekwoorden is niet bijster origineel in de poëzie. Rijm gaat haar van nature goed af, dat is niet iedere dichter gegeven. Soms schrijft ze plots in concrete taal en dan kan het kloppen dan Snelooper al tien jaar dichter is. Zoals in het mooie ‘Vierde Wand’:

langzaam
beginnen de woorden me te verlaten
ben ik als in het begin van mijn verhaal
zonder taal

tijd
pelt me uit mijn rokken
trekt mijn dekmantel uit
blaast me van de sokken

zo sta ik voor het voetlicht
enkel nog gekleed in huid
blinde naden, littekens
stille sporen

bijna transparant
vingertoppen vol sensoren
om te tasten, door te breken
voorbij mijn vierde wand

De bundel heeft een harde kaft en een voorplat met het ‘opvouwbare bos’ erop dat je zo in je zak zou willen steken. Een inhoudsopgave ontbreekt. Dat is wel een minpunt. Tevens was het mooier geweest als de bundel was onderverdeeld in afdelingen. De liederen uiteraard bij elkaar in één afdeling.

Opvouwbaar bos werd genomineerd voor ‘Beste Boek 2019’ in de Achterhoek en Liemers door het Erfgoedcentrum uit die regio. Dit zal tevens te maken hebben met het dialect van de streek waar Snelooper zo af en toe gebruik van maakt. Hoewel ik denk dat het warme taalgebruik de doorslag heeft gegeven. Deze bundel is uitermate geschikt voor beginnende poëzielezers vanwege het toegankelijke taalgebruik, die zullen hier een boel plezier aan beleven. Ik wil afsluiten met een gedicht dat ik zelf meer dan de moeite waard vond om te herlezen. Een moeder die het hechte contact met haar zoon verliest als hij in de puberteit komt. Zonder het te benoemen, raakt hier de dichter Snelooper, beeldend de kern.

EEN VLUCHTIG KIERTJE LICHT

ik kon je vinden op de tast
je wiegje schommelde in het duister
soms brak een vluchtig kiertje licht
door de gordijnen
en ik weet nog hoe je handje greep

je boetseerde je bestaan uit
zeevonken
vuurvliegen
ik plakte sterren op ’t plafond

die keer in Katwijk
je hield mijn hand vast
onze stappen klotsten het water blauw
je rook naar zout
of misschien was het de zee
je vroeg: wat is er aan de overkant

ik stak de grote lamp op
dat was mijn fout
je speelde World of Warcraft
’t beeldscherm bliksemde blauw
je riep: raak me niet aan

ik tast in het duister
in je kinderkamer vind ik
sterren op het plafond
zeevonken
vuurvliegen
de vorm van je gezicht

ik wacht
achter de gordijnen
op een
vluchtig kiertje licht

____

Helma Snelooper (2019). Opvouwbaar bos. Eigen beheer, 64 blz. € 15,00.


Willem Thies – Schoon

door Ernst Jan Peters

In het Zuid-Nederlands staat ‘Schoon’ niet alleen voor gewassen, maar ook voor mooi. De schone slaapster was zó lang onder zeil dat ze nog niet aan douchen was toegekomen. In de bundel Schoon van Willem Thies, is er nauwelijks sprake van mooi. Geen gedicht kun je betrappen op lieflijke lyriek. Mijn idee dat er in ieder gedicht altijd wel iets rijmt, kan ik nauwelijks volhouden voor de 21 gedichten die Willem Thies schreef voor de bundel in de reeks Gaia Chapbooks. Alsof de dichter zijn best heeft gedaan om elke vorm van esthetiek te bannen, wellicht vanuit een bezorgdheid dat aandacht voor de vorm af zou leiden van de inhoud.

Thies heeft zijn laatste vier bundels laten uitgeven door Podium, deze bundel lijkt een uitstapje. Zoals de uitgever het vermeldt op de eigen website: ‘’Je kunt Gaia • Chapbooks vergelijken met een ‘speaker’s corner’: in deze reeks mag je je kunsten vertonen of je mening geven over politiek, cultuur, wetenschap, religie etc. Artistieke vrijheid en vrijheid van denken is waar het om draait.” Via een andere website is de pdf gratis te downloaden of de bundel gewoon te koop. Nergens is men uit op winst, als er toch iets overschiet, gaat het naar bomen, van oudsher de leverancier van de grondstoffen voor papier. Een wiedergutmachung…

Deze context suggereert dat Schoon een bundel met een boodschap is: slaat de strijdbare dichter u om de oren met het onrecht in de wereld? Sommige regels hebben zeker iets opstandigs:

Rel

In duister paars licht op de hand klap
Maak iets kapot en je eigent het je toe
Al die gratis woede gratis verontwaardiging
Een snel verval. Je zou nog niet dood gevonden
willen worden in liefde. Een bord, een spreuk
om achteraan te marcheren. Grofkorrelig geweld.
Ben je bereid? Ben je vrij? Barst. Wapen. Schild.

Maar richt deze opstandigheid zich niet meer tegen de opstandigen, de relschoppers om de rel? Er is woede die niet veel kost en een angst om terecht te komen in liefde, in een staat van berusting. De relschopper wil niet berusten en de dichter zoekt naar zijn eigen positie daarin, zoals de ‘bloeddorstige en zo schichtige merels’ die al zingend met gemak een regenworm doorknippen (‘Merels’).

De bundel kent twee afdelingen: ‘Schoon’ en ‘Gift’ die worden voorafgegaan door een gedicht getiteld ‘Processie’ met de intrigerende regel: ‘Zoek je eigen lichaam in de stoet die voorbijkomt.’ De bundel is die processie, de stoet met observaties. Sommige lichter van toon, sommige cryptisch, voer voor vorsers. Schoon óf snel was het dilemma bij het vakantiebaantje van bordenwasser in een pizzeria, maar je werd niet geacht daarover in discussie te gaan (‘Schoon’). De dichter ziet een stoet van onrechtvaardigheid voorbij komen, de wereld gaat kapot aan zichzelf. In het gedicht ‘Het is opgemerkt’ lezen we dat er niets aan te doen valt, maar dat het wel moet worden geregistreerd: ‘Laat de kreken / branden en maak / laatste aantekeningen.’

­­____

Willem Thies (2019). Schoon. Gaia Chapbooks, 42 blz. gratis PDF of €4,01. ISBN 9780244847647


Ton van ’t Hof – Waar tijd al niet goed voor is

door Janine Jongsma

Waar tijd al niet goed voor is, is alweer de twaalfde bundel van Ton van ’t Hof (1959). Zijn debuut uit 2007 was ook de eerste Nederlandstalige flarfbundel. Een flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Overgewaaid uit Amerika, stierf het een vroege dood in Nederland. Gelukkig maar, zou ik erbij willen vermelden. Een collage maken van zoekresultaten op het internet mag dan gezien worden als poëzie, maar heeft naar mijn mening niks te maken met het schrijven ervan.

Alle bundels van Van het ’t Hof zijn uitgegeven in eigen beheer met hemzelf als uitgever. Dat geldt ook voor de bundel die uitkwam bij De Contrabas. Hij was zelf de uitgever ervan en medeoprichter van de gelijknamige weblog, naast Chrétien Breukers. Opnieuw heeft Van ’t Hof nu een vorm van een uitgeverij opgezet. Een sympathieke vorm, zonder winstoogmerk. De e-boeken zijn gratis beschikbaar als pdf-bestand of als dunne boekjes te koop tegen zéér lage prijzen.

Waar tijd al niet goed voor is, bestaat uit 22 gedichten, zonder inhoudsopgave of indeling en zonder uitleg over de dichter. Er wordt wat gemijmerd over de ik-figuur als dichter, over de poëzie, de politiek en er wordt wijn gedronken: ‘Waar tijd al niet goed voor is. / Ja. / het leven is een zegen.’ Korte stukjes proza lees ik eigenlijk met af en toe een leuke vondst: ‘Je ziet de levervlekken op je handen / maar niet de kaart waarop je je bevindt (…).’

Een voorbeeld:

HET PROBLEEM VAN AANSPRAKELIJKHEID

Er zat een vleugje opstandigheid in de lucht
wat heel opwindend was
en me deed denken: de wereld is aan verandering toe.

De wereld is aan verandering toe.

Ik neem graag mijn verantwoordelijkheid
in mijn gedichten, altijd gedaan.
Sindsdien is er niet veel veranderd,
de boel is redelijk koersvast.

De eerste druivenbladeren dwarrelen alweer neer
en mijn haar wordt alsmaar grijzer.

En o ja! ik ben ook nog geopereerd aan staar

Ik geloof intussen wel
dat het iets weg heeft van activisme,
de dingen nemen zoals ze zijn.

De vermoeide oude dichter die met zijn defaitisme nooit verder komt.

Opvallend in de bundel is het gedicht ‘NERGENS MEER’ dat uit 33 vierdelige strofen bestaat met steeds dezelfde zin: ‘een Nederlands landschap met (…)’. En dan volgt er bijvoorbeeld een plantensoort, een vlindersoort, of een bijensoort die met uitsterven wordt bedreigd of al verdwenen is in Nederland. Die lange rijen met hun namen kun je vinden op de Nederlandse Rode Lijsten van Wikipedia. Dit gedicht beslaat vijf pagina’s om te eindigen met de zin: ‘een Nederlands landschap met ach, het gaat zo zijn gangetje.’ Ja dat doet het. Ik had de boodschap na drie strofen al begrepen.

Misschien had ik de titel van de bundel serieuzer moeten nemen. Het lijkt er sterk op dat de dichter veel tijd had om te mijmeren en dat hij de balans opmaakt van zijn leven. Er klinkt berusting in zinnen als ‘[ik] modder maar wat aan’ en ‘Ik ben niet mooi, niet succesvol en heb niet alles op orde.’ Ik wil graag eindigen met de laatste zin uit de bundel, die ook van toepassing is op mijn recensie: ‘Nou, ik geloof dat dit het wel zo’n beetje is.’

____

Ton van ’t Hof (2019). Waar tijd al niet goed voor is. Gaia Chapsbooks, 36 blz. gratis PDF of  €4,01. ISBN 9780244842635


*Begin maart bereikte ons het bericht, dat Ernst Jan Peters op 59-jarige leeftijd is overleden. Eind februari had hij ons bovenstaande besprekingen toegestuurd. Het leek ons goed, met instemming van zijn familie, deze berichten toch te publiceren. Een afscheidsgroet aan een betrokken en kundige collega.

     Andere berichten

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...