In de serie Favorieten van Meandermedewerkers de drie lievelingsgedichten van recensent Geert Zomer. Natuurlijk heeft ook hij meer dan drie favoriete gedichten. “Mijn favoriete gedichten hoeven niet de beste gedichten te zijn, maar wel de gedichten die op mij veel indruk hebben gemaakt.”
–
O, ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
Zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien.
Kijk, het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
Leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.
–
(c) Herman de Coninck , uit Onbegonnen werk, gedichten 1964 – 1982 (Manteau Antwerpen, 1984)
O, ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
Zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien.
Kijk, het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
Leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.
–
(c) Herman de Coninck , uit Onbegonnen werk, gedichten 1964 – 1982 (Manteau Antwerpen, 1984)
Woorden
–
Het zwerven is me lang geleden opgelegd.
Mijn stem gekeerd naar binnen blijf ik buiten
de regels van het spel, dat vaak te luid en
onwaarachtig om een winnaar vecht.
–
Mijn land is wijd. De woorden dwalen
vaak uren langs de zee voor zij gaan spreken
Zij moeten vele weken soms door de wind gaan
om hun inhoud op te halen.
–
Ik loop ze na, zij laten zich niet jagen
en wijzen mij op alles wat ze zien.
Steeds als ik denk nu zijn ze er misschien
–
blijkt dat ik mij vergis. De lange dagen
die ik met hen zo zwijgend al heb afgelegd
geven, wanneer ik spreek, mijn woorden recht.
–
(c) Johanna Kruit, uit Omtrent het getij (Thomas Rap, 1985)
–
Het zwerven is me lang geleden opgelegd.
Mijn stem gekeerd naar binnen blijf ik buiten
de regels van het spel, dat vaak te luid en
onwaarachtig om een winnaar vecht.
–
Mijn land is wijd. De woorden dwalen
vaak uren langs de zee voor zij gaan spreken
Zij moeten vele weken soms door de wind gaan
om hun inhoud op te halen.
–
Ik loop ze na, zij laten zich niet jagen
en wijzen mij op alles wat ze zien.
Steeds als ik denk nu zijn ze er misschien
–
blijkt dat ik mij vergis. De lange dagen
die ik met hen zo zwijgend al heb afgelegd
geven, wanneer ik spreek, mijn woorden recht.
–
(c) Johanna Kruit, uit Omtrent het getij (Thomas Rap, 1985)
In de eerste nacht nadat ik had
gehoord dat je ziek was
schrok ik wakker
–
Het waaide buiten. Het waait, zei
jij, die nog geen oog dicht had
gedaan, en je glimlachte.
–
Ik begreep het pas later.
–
Wat het ook is, het zal de natuur een
zorg zijn.
–
Het waait, het waaide – buiten klonk
de troost van de onverschilligheid.
–
(c) Wim Brands, uit ’s Middags zwem ik in de Noordzee (Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014)
gehoord dat je ziek was
schrok ik wakker
–
Het waaide buiten. Het waait, zei
jij, die nog geen oog dicht had
gedaan, en je glimlachte.
–
Ik begreep het pas later.
–
Wat het ook is, het zal de natuur een
zorg zijn.
–
Het waait, het waaide – buiten klonk
de troost van de onverschilligheid.
–
(c) Wim Brands, uit ’s Middags zwem ik in de Noordzee (Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014)