LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Tseard Veenstra – Zinspelen

7 mei, 2021

Bezonnen poëzie

door Hans Franse




Het was goed om in mijn Italiaanse lockdown, waarbij ik als een lettervretende monnik op een heuvel op kerken en kloosters kijk, weer eens een bundeltje in te kunnen zien, verschenen bij Uitgeverij U2Pi in den Haag. Eigenaar Jeroen van der Starre staat open voor poëzie-uitgaven en moet derhalve op handen gedragen worden; poëzie is nu eenmaal geen fenomeen waar je schatrijk van kunt worden. De boeken en bundels die bij zijn uitgeverij verschijnen zijn fraai verzorgd. De meeste bundels zijn eenvoudig maar chic qua vormgeving, ik heb echter ook bundels in handen gehad met veel kleuren, vormen en illustraties, waarbij dichters en samenstellers een belangrijke inbreng hebben gehad. Ook deze bundel is mooi, rustig, bijna voornaam, uitgegeven, ik vind het kleurige omslag prachtig. Kortom: U2Pi is een uitgeverij die je als poëzielezer moet onthouden. Niet alleen als poëzielezer trouwens, er is ook een prozaoeuvre.

De bundel die ik in handen kreeg is van de, mij tot nu toe onbekende, dichter Tseard Veenstra (1953) met Friese wortels, die aanvankelijk onderwijzer in Gorssel was. Hij is bekend als kinderboekenschrijver en werkte mee aan een aantal didactische publicaties over ‘spelling’. Dit is zijn derde gedichtenbundel. Eerder (1983) verscheen bij uitgeverij Kairo zijn bundel Trillend mijn stem. Daarna verscheen bij uitgeverij van Wijland (2009) een publicatie waarin een aantal gedichten en korte verhalen foto’s van Nico Beerlaagh begeleidden.
Hij is, ik denk na zijn pensionering, teruggegaan naar Gorssel, wat ik mij zeer goed kan voorstellen: het achterland van Gorssel is de Achterhoek, een prachtig land, waarover de geest van Staring waait. Het nieuwe museum More in Gorssel, in- en aangebouwd aan het vroegere Gemeentehuis, herbergt een collectie figuratieve moderne kunst; de poëzie van Veenstra past daar goed bij, al vertonen de gedichten bezinning en mildheid, nergens is er iets wilds te vinden, wat bij sommige schilderijen wel het geval is. Misschien moet de presentatie van een eventuele volgende bundel plaatsvinden in dat museum, beeld en woordbeeld zullen elkaar aanvullen.

Zinspelen is een veelzijdige titel, het wijst op taal, op het spelen ermee, op het zin geven van het leven met alle elementen van spel en liefde. Inderdaad in het algemeen streeft deze poëzie naar zingeving van leven, liefde en tijd.

Zinspelen

Als hij haar zegt en naderkomt
streelt zij zijn verzonnen woorden
raakt hem met haar beeld
terwijl zij met zijn zinnen speelt

Zij rijmt op hem, hij rijmt op haar
Zo spelen zij met zin en beeld
op zoek naar klare taal

De kracht van de woorden, de schepping in taal van omgeving en relaties is een voortdurend thema in deze gedichten. In het hier geciteerde gedicht ziet men meteen hoe merkwaardig de dichter met leestekens omgaat: hij gebruikt wel hoofdletters, wel komma’s, maar geen punten. Ik vind dat in poëzie de taal- en spellingswetten niet per definitie hoeven te gelden, een klein gesloten (gedicht) geïsoleerd stukje taalwerkelijkheid kan eigen wetten hanteren, voortkomend uit logica, sfeer en inhoud, maar dit vind ik niet helemaal logisch al stoort het mij niet. Het woord speelt een belangrijke rol in deze 33 gedichten, woorden die vooral te maken hebben met de liefde die in woorden wordt uitgedrukt: ‘dat mijn woorden kleuren in jouw ogen / dat mijn zinnen spelen in jouw kop’.
Dat de taal een communicatiemiddel is dat tot een gezamenlijkheid in gevoelens leidt is ook evident: ‘met jou wil ik een taal die van ons spreekt’. Zelfs het vervliegen van tijd wordt woordelijk ervaren. In de drie gedichten die gewijd zijn aan de jaarwisseling staat het mysterie van heden en verleden centraal. Het ene jaar glijdt in het andere over, zoals een slang van huid wisselt. Op het laatst wordt erover gemijmerd dat er veel woorden achterblijven, vele gedachten: het verglijden van de tijd is een mysterie. Het heeft ook te maken met levenscyclus: de tijd voert het leven verder, maar de toekomst blijft een mysterie.

Wat in de lucht hangt

De klok en de kalender zeggen
dat het later is dan eerder
een moment vlak voor het volgende, maar
het nog onvoltooide vindt geen einde nu
en er vangt niets aan wat niet al was begonnen

Oud is weten, bewaren of vergeten
een kalenderblad
dat blijvend hangt in het voorbije

Nieuw is wat nieuwsgierig maakt, het onbekende
schuilgaand in nog niet geleefde tijd
waarin de klok veel minder zegt, dan wat op handen is
de stappen al dan niet te zetten
naar wat de tijd bepalen zal

Er is veel liefde ,veel bezinning, een milde levensfilosofie in deze poëzie, die in een ritmisch parlando is geschreven. Wat ik mis is af en toe een metafoor die even een extra aandacht legt op bepaalde woorden. Soms lijkt de poëzie vlak, poëzie van bezinning, geen protest. Ook geen plaats vooraan bij de wilde vernieuwers , maar een groot plezier om de gevoelens en de gedachten te vatten in deze over het algemeen bijna lyrische taalbouwsels. Jammer dat de schrijver niet wat in het Fries heeft geschreven, de paar Friese woorden die erin voorkomen: het opschrift op de grafsteen van zijn ouders (vermoed ik) tonen het oeroude, oerkrachtige van de Friese taal.

Tenslotte heb ik over het hieronder geciteerde gedicht een vraag: misschien wat schoolmeesterachtig, maar het deed mij aan een college van professor Weijnen denken, die ineens naar verleden tijden kon vragen op grond van historische gegevens, zo middenin een college. Het gaat om het woord ‘zwoor’, moet dit niet ‘zwoer’ zijn? Zwoor’ is weliswaar een verleden tijd van een werkwoord ‘zweren’, maar dit slaat op ‘etteren’ of op een zwerende vinger. Ik denk niet dat de schrijver dit bedoelt.

De brug

Ooit liepen zij voor ’t eerst daar op die brug
zij waren nog als vreemden voor elkaar
onder hen een niet te peilen diepte

Hij schreef wat hij niet eerder
zij zwoor hem nog geen trouw
maar boven hen een hemels blauw

Wat volgde is een jarenlange samenloop
zij kent zijn stappen die haar passen
hij schrijft zijn tekst op rijm

Nog jaarlijks gaan zij naar die brug
waar herinneringen komen
en niet vergeten gaan

want wie een brug kan lezen
rijmt wat was met wat er gaande is
terwijl de hemel spiegelt in de diepte

Het is een van die bundels met fraaie, bezonnen poëzie. De mooie, rustige uitgave met het kleurrijke omslag wordt voor een zeer aantrekkelijke prijs op de markt gebracht. Zeker een aanrader voor ieder die de tijd door zijn handen voelt glijden en weet dat slechts het woord blijvend is.
____

Tseard Veenstra (2021). Zinspelen. U2Pi, blz 45. € 10.00. ISBN 9789493240124

     Andere berichten

Bloemlezing – Het komt goed

Bloemlezing – Het komt goed

Een wereldbibliotheek van geluk door Tom Veys - - Een gedichtenbundel samenstellen met als thema ‘geluk’ is geen sinecure. Samensteller...

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...