LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Nico van Wijk – Serveersuggesties

10 feb, 2023

Te snel opgediend

door Janine Jongsma




Soms valt er een bundeltje op de mat dat meteen opvalt vanwege het omslag. In dit geval een liefelijke en kleurrijke voorstelling met de originele titel Serveersuggesties. Dit nodigt uit tot lezen, je hoopt dat het uiterlijk van de bundel overeenkomt met de inhoud. Het omslagontwerp is van kunstenaar Monica Goetze. De bundel is uitgegeven in eigen beheer.

Over dichter Nico van Wijk kan ik niets vinden op Internet. Op de achterflap staat enkel dat hij geboren is in 1978. Hier moeten we het mee doen. Hij lijkt een bescheiden type daarom laten we zijn poëzie maar spreken. De titel Serveersuggesties komt ook als gedicht voor in de bundel. Daarin somt de dichter losjes op wat hij hoort en ziet als er nieuwe ochtend aanbreekt. Hij serveert ons als het ware zijn observaties. Zo moeten wij de bundel ook zien, een suggestie om op een willekeurige bladzijde een gedicht te lezen. De bundel heeft namelijk geen afdelingen en de onderwerpen zijn divers. De eerste strofe van ‘Serveersuggesties’ luidt: ‘Wakker in hetzelfde gezicht, geen idee waar een lichaam is. / Ergens onder het ogenhoofd, mogelijk. / Nieuwe morgen.’ De afgemeten toon zullen we vaker terugzien in van Wijks poëzie.

Een gedicht dat openvalt op een willekeurige pagina:

IK VOLG JE

Telkens weer zullen opgevoerde brommers langs ons rijden. Planten verwelken.
Wasverzachters uitslag geven, honden blaffen zonder reden.

Ballen zullen harig hangen buiten korte broekjes op toch al broeierige avonden,
als de onweersvliegjes in ons oogvocht zwemmen.

Vroeg in de ochtend zullen machines van buren weer gaten boren in dat schild rond razernij.
Een nagelriem zal bloeden en zo een trui of broek ondragelijk maken.

De zithoek zal vergaan in vlammen. Vloed, man overboord in de golven. Kolkend ten onder.

Toch zullen ook bloemen groeien waar gras was en jouw zachte voetjes stonden. Ik volg je.

Het dagelijks ordinaire leven wordt in levendige beelden afgezet tegen een jong kind dat ooit op het gras stond met zachte voetjes. Is het zijn kind of spreekt hij hier over zichzelf? Ook in het dagelijks leven zijn er zoveel dingen die de moeite waard zijn, zoals een jonge lente en kinderen in de bloei van hun jeugd. De laatste zin wekt door de tegenstelling vertedering op. Mooi is in de laatste zin het ongekunstelde rijm: ‘waar gras was’.

Het is duidelijk dat Van Wijk weinig weet heeft van hoe belangrijk regelafbrekingen zijn in een gedicht. Op deze manier leest het als proza. Ook maakt hij geen gebruik van geraffineerd enjambement.

In het volgende gedicht een voorbeeld van het hanteren van de afgemeten toon. Alleen werkt het in dit gedicht niet. Het ritme stokt en het gedicht is warrig.

BIJ DE KERK

In de straat, die van ons, in de zon.

Zo een zoon, zo belicht van alles kon,
kan keer op keer bonbon weer naast me.

Bij de kerk en de muur van ons huis in excelsis.
Planten vol chlorofyl op de vensterbank, fonkelend.

Zo zijn we nu en dan ver weg van hier en daar gaan jullie:
de hoek om, later.

Lampjes boven hoofden, lichtjes in de ogen.
Adem in de kamers naast ons.

Waar gaat het over? Er staat ‘Bij de Kerk’, dus niet erin. Blijkbaar staat het huis naast de kerk en gaan de kerkgangers de hoek om en naar huis. De zin: ‘kan keer op keer bonbon weer naast me’ is slecht Nederlands. Het gebruik van moeilijke synoniemen voor makkelijke woorden, zoals ‘excelsis’ (hoog) en ‘chlorofyl’ (bladgroen), voegen niets toe. Een redacteur van een uitgever had hier op gewezen, maar die heb je niet als je in eigen beheer een bundel uitgeeft.

Gelukkig staat er genoeg moois in:

BADSTOF

Zeven, acht jaar jong in badstof pyjama. Onder een donzen wolk in
wasverzachtergeur, juist wakker. Reggae naast de speeltuin.

Huizen in rijtjes en knikkers in potjes. Een dag van maanden, avonden als
weekdier op een hoogslaper gedragen worden.

Dan weer jaren later, leer mijn tong ontspannen. Geen oren laten hangen,
mijn onderkaak los met schroefjes. Een hoofd dat versmelt in het kussen.

Zo slaap ik naast een vleermuis, die aan mijn nachtkastje hangt – in zijn
muskus ademhaling.

Een eenvoudig gedicht over een opgroeiende jongen in bed met een badstof pyjama aan. Ook hier zijn geen regelafbrekingen gebruikt om stiltes te laten vallen of om iets te benadrukken. Toch ben ik gecharmeerd van de eenvoud en de beeldspraak die Van Wijk hanteert. Denk aan slapen ‘in wasverzachtergeur’ en ‘in zijn muskus ademhaling’ of de ‘avonden als weekdier op een hoogslaper gedragen worden ’.

Veel gedichten komen helaas niet verder dan een observatie zonder poëtische kenmerken. Maar ik kom meer aantrekkelijke beeldspraak tegen in de bundel. Wat te denken van deze omschrijving voor een kermis op het platteland: ‘In dit minuscuul Las Vegas aan de rand van een weiland. Een druppel / woestijn.’ Of deze verbeelding van God: ‘Nee, als er al een god bestond, dan was zhij rood en rond. Zhij lag dan / rollend van het lachen met wat vrienden op de grond.’

Van Wijk heeft potentie om een dichter te worden van eenvoudige poëzie met aantrekkelijke beeldspraak, maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Hij denkt in beelden, maar beheerst de techniek niet voor het schrijven van poëzie. Werk aan de winkel dus. Serveersuggesties is te snel opgediend.
____

Nico van Wijk (2022). Serveersuggesties. Brave New Books, 48 blz. € 15,00. ISBN 9789464655469

     Andere berichten

Mischa Andriessen – Pieta

Mischa Andriessen – Pieta

Een piëta van vader en zoon door Æde de Jong - - Pieta is de zesde dichtbundel van Mischa Andriessen en het laatste deel van een drieluik...