Bedrieglijke eenvoud, verrassende lagen
door Herbert Mouwen
–
–
Docente Nederlands voor anderstaligen, reisleider bij de vroegere jongerenbeweging Jeugd en vrede en draaiorgelliefhebber. Vera Steenput debuteert met de dichtbundel Sterke schoenen. Het is een zorgvuldig samengestelde bundel met toegankelijke gedichten, die geschreven zijn met een vlotte pen in een helder taalgebruik. De lezer moet echter op zijn hoede zijn, want zoals bij veel dichtbundels het geval is, geldt ook hier: schijn bedriegt. De gedichten zijn weliswaar op directe wijze geschreven zonder een overdaad aan beeldspraak of andere stijlmiddelen, toch zijn er wel degelijk verschillende betekenislagen in de poëzie van Vera Steenput waar te nemen.
Het motto van de bundel is een citaat van Leo Tolstoi: ‘Het verbazingwekkende is, / dat de ganse maatschappij niet in opstand komt / op dat woord: ‘oorlog’.’ Deze inhoudelijk sterke zin van de vermaarde Russische schrijver van Oorlog en vrede roept meteen de vraag op of deze bundel aansluit bij de oorlog tussen Rusland en Oekraïne of bij andere conflicten die bedreigend zijn voor de wereldvrede. Is Sterke schoenen een bundel met alleen maar oorlogs- en vredesgedichten? Dit is zeker niet het geval. De gedichten van Vera Steenput bevatten ook andere thema’s dan oorlog en vrede, thema’s die alledaags ogen en waarvan in elk gedicht de inhoud zich ogenblikkelijk voor een deel prijsgeeft, maar waarin het gedicht altijd een klein deel in eerste instantie niet prijsgeeft en verborgen blijft. Bij het lezen van de volledige bundel krijgt de nauwkeurige lezer daar uiteindelijk wel vat op, omdat die zeker in staat geacht moet worden de verschillende geëngageerde gedichten inhoudelijk met elkaar te verbinden. Opmerkelijk is wel dat de Vera Steenput in veel van haar gedichten heuse oorlogstaal hanteert met woorden als: onthoofden, soldaten, uniform, wapen, speren, sirenes, schuilkelder, oorlog, conflict, ontploft, geheime diensten, doodmaken, camouflagebroek, strijd en strijdtoneel, en in onderstaand gedicht: fatwa, leger.
–
Alle onderdelen van mijn gestolen
mobiliteit zullen aantreden
als een leger van spaken dat zich
onbarmhartig door je leden boort
–
en het schijnbaar onscheidbare
paar van man en fiets knalt
zonder remmen tegen de muur.
Ik hoor een nek die kraakt.
–
Eén voor één worstelen je geliefden
met braakneigingen. Ze scheuren
zich voorgoed van je af.
Probeer om te keren.
Er staat de fietsendief wat te wachten; het ziet er absoluut niet goed voor hem uit. Vera Steenput gaat vrijwel in elk gedicht vol op het orgel, ze houdt zich niet in.
Sterke schoenen is ingedeeld in vijf afdelingen die aan de hand van de titels ‘Onverdachte tijden’, ‘Voortekens’, ‘Brandhaard’, ‘Wederopbouw’ en ‘Nalatenschap’ een levensloop of een ontwikkeling van groei-bloei-aftakeling laten zien. In de afdeling ‘Brandhaard’ vallen een aantal militair georiënteerde titels van de gedichten op, zoals ‘Landmacht’, ‘Zeemacht’, ‘Luchtnacht’, ‘Schuilen’, ‘Schot in de borst’ en ‘Deserteur’. Ook deze verzen bevatten woorden uit het oorlogsvocabulaire. Het gedicht ‘Schot in de borst’ eindigt met de strofen: ‘Je ogen verdwijnen, je vlees / slinkt en verdroogt. / Je voedt wormen en kevers. // Tot slot ben je nog slechts een gebit, / wat botten en met wat geluk – / een naamplaatje.’ Hier eindigt het leven van een soldaat: je begint als pas geboren kind met het krijgen van een naam, je ontwikkelt je als mens, krijgt een identiteit, maar nadat je gedood bent, blijft slechts je naam op een naamplaatje over. De dichter zet er nog bij ‘met wat geluk’, want veel soldaten sneuvelen als naamloos, zeker wanneer hun naamplaatje niet wordt teruggevonden. Het slotgedicht ‘De deserteur’ van deze afdeling doet sterk denken aan ‘Het lied der achttien dooden’ van Jan Campert. Het gedicht is geschreven met het ik-perspectief van de dichter, waarin achttien verzetsstrijders wachtten op hun executie op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte. ‘De deserteur’ van Vera Steenput heeft een je-perspectief en eindigt met de volgende drie strofen:
tekens in de muur
daarna een onbeweeglijk staren
tot je ontwaakt
uit een slapeloze nacht.
–
De ochtend brengt je wapenbroeders
de blinddoek ontneemt je het zicht,
hun ogen die op jouw verdwazing stoten.
–
Losse flodder of kogel
zij weten het niet.
Alleen de dauw is een zekerheid
en dat jij bent neergeschoten.
De wereld van Vera Steenput bevat grootheden, die zij in de afdeling ‘Brandhaard’ aanduidt met begrippen die zij voorziet van een hoofdletter, zoals ‘de Almachtige’, ‘De Alomtegenwoordige’, ‘de Zelfverklaarde’, ‘de Alziende’ en ‘de President’. Het zijn abstracties van wereldse of religieuze machten en krachten die heersen, waarop de nietige mens geen vat krijgt en daarom rest hem slechts onderdanigheid. In de laatste afdeling ‘Nalatenschap’ gloort een sprankje hoop voor de volgende generatie, zoals blijkt in de gedichten ‘Aan een dochter’ en ‘Aan een zoon’. De dichter schenkt de dochter een jurk ‘met schouderstukken van titaan, / weerhaken en ogen, / gladgestreken plooien // en daarbij sterke schoenen / zodat jij nooit moet zeggen / ik ook.’ Uiteindelijk blijven drie slotvragen van het gedicht dat dezelfde titel heeft als de afdeling, waarop Vera Steenput als dichter geen afdoend antwoord heeft kunnen geven in deze zeer lezenswaardige debuutbundel. De lezer zal ook niet snel een antwoord op deze allesomvattende vragen hebben. Was dat maar waar.
om wonden tot littekens te rijpen?
Wanneer kan liefde ontspringen
in een bodem van vijandschap?
Waarom was ik
wie ik niet wou zijn?
____
Vera Steenput (2023). Sterke schoenen. De Zeef , 56 blz. € 18,00. ISBN 9789464757064