De I Tjing in 64 moderne poëtische miniaturen
door Kamiel Choi
–
–
Het is voor een recensent een eer om het werk van de zo veelvuldig gelauwerde dichteres Hester Knibbe te mogen bespreken. Ze debuteerde in 1982, won de Herman Gorter-, de Anna Blaman- en de Adriaan Roland Holstprijs en in 2015 won ze de VSB Poëzieprijs. Hierdoor voelde ik op voorhand al een fascinatie voor wat Knibbe met de I Tjing zou doen. De bundel Binnen in de aarde is een berg bestaat uit 64 gedichten, één voor ieder hexagram van de Chinese I Tjing, oftewel Boek der Veranderingen, alsmede een inleidend gedicht. De hexagrammen van de I Tjing zijn samengesteld uit onderbroken en niet onderbroken lijnen. Het wordt ook gespeeld met muntstukken: afhankelijk van de combinatie van drie munten leg je zes keer een onderbroken of doorlopende lijn. In totaal zijn er daarmee twee tot de zesde oftewel 64 mogelijke hexagrammen.
In het inleidende gedicht zien we een vrouw die het grind in haar tuin aanharkt in banen en cirkels. Ze ‘harkt // de golfslag van zee rond een steen, harkt / aandachtig een pad // in haar geest. Ze tekent / aards op het krappe perceel // een luchtig spoor naar een oud idee.’ (blz. 15). In de context van Aziatische dichtkunst zien we vaak de vuistregel dat beeldspraak en personificatie dienen te worden vermeden: het natuurbeeld moet voor zichzelf spreken. Om die reden viel het ‘pad in haar geest’ in dit gedicht nogal op. Het klonk bij mijn eerste lezing als een geforceerde Westerse interpretatie van de kalme levenshouding, alsof er een element wordt toegevoegd dat de kwetsbare balans verstoort.
Zo lees ik de rest van de bundel: als een herinterpretatie van de wijsheden van de I Tjing in het licht van onze tijd (zo passeren klimaatverandering en wereldnieuws, de revue). Het is het vijveroppervlak dat zichtbaar wordt wanneer de balans ervan kortstondig wordt verstoord.
Knibbe schrijft in het nawoord dat ze zich heeft gebaseerd op de titels van de hexagrammen en niet op hun inhoud. Het orakelelement interesseert haar ook niet (blz. 89), ze verkent wat de benamingen van de hexagrammen haar anno 2024 te zeggen hebben. Ze bootst de vorm van de hexagrammen na door gedichten van zes keer twee regels, wat overeenkomt met twee regels per lijn. Een ongebroken lijn een doorlopende zin kunnen zijn, maar dit is niet consequent doorgevoerd (dat zou ook te veel in de geest het orakelspel zijn). Als voorbeeld kijk ik naar het gedicht ‘6 – De strijd‘ (blz 24). Het hexagram ziet er als volgt uit:
Het gedicht van Knibbe:
tussen je ogen, de schutter, grijnst hij met één oog
–
gesloten. Maar voor hij kan schieten veert
zijn lichaam op maakt een halve salto knalt
–
met de voeten gevouwen vlak voor zijn doelwit.
Uit de lucht valt een romige stilte. Neem
–
een forse boom los in het veld, hang aan één tak
een utopie aan een andere een wereld
–
duisterdronken. Zit eronder, schrijf in jezelf verdiept
of lees een verhaal dat speelt in een vormloos
–
verschiet. Vrede zolang het niet stormt de takken niet
krakken en wat eraan hangt niet tegen elkaar zwiept.
Wat dit gedicht een poëtische kwaliteit geeft en een surplus aan zeggingskracht ten opzichte van de prozabeschrijvingen/vertalingen van de I Tjing is het ritme en het subtiele gebruik van rijm. De regel ‘veert zijn lichaam op maakt een halve salto knalt’ zonder leestekens zorgt voor vaart, en het effect wordt natuurlijk nog versterkt door de herhaling van de a-klank. Het rijm is subtiel: eindrijm is schaars (zoals in dit gedicht ‘verdiept’ – ‘zwiept’), maar de muzikaliteit komt vooral tot stand door het binnenrijm: ‘forse’ – ‘los’ – ‘dronken’ – ‘eronder’ – ‘vormloos’ – ‘stormt’ – ‘takken’ – ‘krakken’ – ‘hangt’ – ‘vakmanschap’. Deze onopvallende vormvastheid werkt hier goed omdat het niet afleidt van de inhoud. Het beeld van de strijd als iets dat we op afstand houden door de utopie niet in aanraking te laten komen met de ‘duisterdronken wereld’, is een sterk beeld voor de mediale oorlogen van vandaag, de strijd die we op afstand gadeslaan.
Een ander representatief gedicht dat ik hier wil citeren is ’23 – De versplintering’ (blz. 41):
kerkklokken luidden, wie huilen kon huilde, zelfs
–
honden en wolven richtten hun koppen en lieten zich horen.
Zo werd het een koor van stemmen, eendrachtige klacht
–
tegen het wangedrocht dat de hemel aan diggelen sloeg.
Maar langzaam stierf het geweeklaag
–
weg, vroeg men zich af: doet het ertoe een hemel
te hebben zolang er nog iets groeit, honger niet toeslaat
–
men de hond weer uitlaten kan, wolven
de luwte van het bos opzoeken? Men verzon
–
een nieuwe hemel en toekomst, maar
in hoeken en gaten huilde en vloekte het nog.
Dit gedicht is algemeen genoeg om veel aan de verbeelding van de lezer over te laten (wat is het ‘wangedrocht’?), en concreet genoeg om sommige beelden scherp te stellen (‘kerkklokken’, ‘honden en wolven’). In de bundel staan ook gedichten die expliciet over klimaatverandering gaan (‘Al die wrede vredige / baren zullen voorlopig wel zwemmend gedierte // verdragen aan ijskappen knagen. Ja er is sinds de zondvloed iets misgegaan, het zijn // de mensen altijd de mensen die het / verpesten, ai ai ai, het zijn er te veel of // te weinig om de vloed te doen ebben.’ (blz. 46). En het gedicht getiteld ’31 – De inwerking, het hofmaken’ , is uitgesproken erotisch: ‘Wek mij dans mij volg / driftig de beat in mijn bekken, mijn voeten // een netwerk van zetten en jij / kijkt niet weg.’ (blz. 51). De onderwerpen zijn net zo alomvattend als de hexagrammen zelf. Daarmee geeft Binnen in de aarde is een berg een overzicht van het leven in de vroege éénentwintigste eeuw, aan de hand van een bijna 3000 jaar oud geschrift.
In een gedicht uit de bundel Er staat te gebeuren (het Poëziegeschenk 2023) dat werd geciteerd in een interview met Knibbe staan de prachtige openingsregels :
andermans schaduw, juist in het hart.
De taal is hier zo compact dat we trager gaan lezen. Deze regels keren terug in Binnen in de aarde is een berg (blz. 61), maar meestal is de taal in de bundel helderder en meer vertellend, de gedichten zijn miniaturen die met vlugge lijnen worden geschilderd. Toch is de zorgvuldige omgang met de taal bewaard gebleven. Zo is deze bundel een voortzetting van een rijk en onafhankelijk dichterschap.
____
Hester Knibbe (2024). Binnen in de aarde is een berg. De Arbeiderspers, 96 blz. € 20,00, ISBN 9789029550826