‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat ze over hoge of diepe onderwerpen gaan, dat je er een heleboel voor moet weten. Omdat alleen zonderlinge mensen gedichten lezen.’
Maar deze gedichten kan een kind lezen!
© Kees Fens in het voorwoord van de verzamelbundel Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, Querido,1990
–
Ze zouden naar het zwembad
en ik mocht wel mee
als ik maar niet weer ging janken:
de Grote Jongens waren er vast ook
–
We reden naar het diepe eerst en doken zo, met tien tegelijk
(ik kan niet duiken, dus ik sprong gewoon)
–
We klommen eruit voor de volgende duik
toen Michael ze zag, en siste: ‘Daar!’
De jongens met de kettinkjes
en een paar
met okselhaar
–
Ze grijnsden naar ons en wezen naar mij
en iets te hard fluisterden zij:
‘Wat een niemand, wat een spriet!’
net zodat ik het best kon horen.
–
Even later was het oorlog
Tekkelen, glijen, bommetjes vlakbij en randje douwen,
onderhouwen, proesten, schoppen, blauwe plekken,
schuilen bij het bubbelbad, onze gele mat gejat
Badmeesters keken wel maar zeiden niets
Job een bloedneus
Bram zijn knieën lagen open,
en ik, ik was zowat verzopen
–
We spraken af bij elkaar te blijven
en altijd iemand op de uitkijk
ik knikte ja
maar even later
zat ik toch op de wc
deur dicht
en ik moest niet eens een beetje
ik zat daar maar
hoorde ze roepen:
‘Dissus, waar is Dissus heen?’
Handen op mijn oren
Mijn ogen prikten van het chloor
Snot liep mijn neus uit
en ik wilde
niets anders
dan gewoon
gewoon
naar huis.
–
© Simon van der Geest
uit Dissus, Querido, 2010
opgenomen in Heel de wereld wordt wakker, Gottmer, 2022
–
–
Simon van der Geest (Gouda, 12 februari 1978) is een Nederlandse schrijver, dichter en theaterdocent.
Van der Geest volgde de opleiding docent drama aan de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem. Vanwege zijn liefde voor het schrijven van toneelstukken volgde hij aansluitend de toneelschrijfopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Hij schrijft verhalen en gedichten voor kinderen, en geeft theaterles aan jongeren.
Zijn debuut Geel gras vertelt de zonderlinge avonturen van Fieke en Jantwan. De ouders van Fieke zijn haar vergeten toen zij vertrokken vanaf de camping in Frankrijk. Samen met de sullige Jantwan, die vlucht voor zijn bemoeizuchtige moeder, begint zij een zwerftocht door de omgeving. Het boek ontving lovende kritieken in de landelijke pers en de filmrechten zijn inmiddels verkocht.[3] Producent Paul Voorthuysen heeft in 2010 de verfilming van het boek op zich genomen, de regie komt in handen van Barbara Bredero.
In 2010 verscheen de jeugdpoëziebundel Dissus, een bewerking van de Odyssee in vrije verzen. De illustraties in Dissus werden getekend door Jan Jutte. Het boek ontving een Gouden Griffel van de CPNB, de prijs voor het beste jeugdboek van het jaar. De jury loofde Van der Geests boek om de virtuoze taal en de treffend beschreven gevoelens. Met zijn volgende boek Spinder won hij eveneens de Gouden Griffel.
Van der Geest schreef het Kinderboekenweekgeschenk van 2015, Per ongelukt! De illustraties van dit boek werden getekend door Karst-Janneke Rogaar. Zij illustreerde ook Van der Geests boek Spinder.
(Een handleiding in dertien delen)
–
1. Krijg een poes voor je verjaardag.
2. Kijk om je heen.
3. Zie niemand.
4. Sluip naar de kast.
5. Open de kast.
6. Neem een snoepje.
7. Haal het snoepje uit zijn papiertje.
8. Steek het snoepje in je mond.
9. Vind het snoepje lekker.
10. Herhaal stap zes tot negen meermaals.
11. Hoor voetstappen.
12. Raak in paniek! Frommel als de donderse bliksem
. alle papiertjes in je zak, grabbel snel-snel
. nog wat extra snoepjes, en dan nóg wat,
. sluit vlug de kast, draai je om, zie je mamma.
13. Wijs naar de poes.
–
© Stijn Vranken
uit Querido’s Poëziespektakel 2 – Ik wil een naam van chocola, Querido, 2009
opgenomen in Heel de wereld wordt wakker, Gottmer, 2022
–
–
Stijn Vranken (Leuven, 1 februari 1974) is een Belgisch dichter en poëzieperformer. Hij woont in de Seefhoek te Antwerpen.
Vranken is medeoprichter van De Sprekende Ezels, een maandelijks terugkerend open podium voor poëzie, muziek, comedy en andere podiumkunsten in Antwerpen, Brussel, Leuven, Turnhout en Gent.
Behalve dichter is Vranken tekstschrijver voor het theater, schreef hij twee radioboeken voor De Buren en stond hij op de planken met zijn eigen voorstellingen.
In 2008 verscheen zijn eerste dichtbundel Vlees mij! bij Meulenhoff/Manteau. Samen met illustratrice Sabien Clement bracht hij in 2010 het boek Aaron Holsters: Restauratie van een droom, uit. Wees gerust, maar niet hier, zijn tweede bundel, werd in 2011 gepubliceerd bij De Bezige Bij Antwerpen.
Vranken was al vaak de gast op verschillende culturele podia, waaronder Zuiderzinnen, Hotel Ideal, Literaal, Nacht van de Poëzie en Koningsblauw.
In 2014 volgde Stijn Vranken Bernard Dewulf op als stadsdichter van Antwerpen. In 2016 gaf hij de fakkel door aan Maarten Inghels.
–
Een gevaarlijke onderneming
je dromen echt te maken
–
Wie weet
wat er uit de hoed komt
–
Misschien wel een wortel
of een rode haring
–
een derde been of een diepe zucht
–
een albino auto ongeluk
of een gouden geraamte
–
Vaya!
Er zit niets anders op
–
Nietwaar, princesa!
–
© K. Michel
uit Ja! Naakt als de stenen, Amsterdam, Meulenhoff, 1989
opgenomen in de verzamelbundel Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, Querido,1990
–
–
K. Michel (pseudoniem van Michael Maria Kuijpers, Tilburg, 13 augustus 1958) is een Nederlands dichter.
Michels literaire loopbaan begint met samenwerkingen. Van 1982 tot 1985 maakt hij met Arjen Duinker het vrolijk experimentele periodiek Aap Noot Mies en in 1988 schrijft hij samen met Jaap Boots, Melle Hammer en Chris Keulemans het feuilleton Domino in het weekblad De Tijd. Zijn solodebuut komt in 1989 met de bundel Ja! Naakt als de stenen die meteen opvalt door zijn uitbundigheid, het ongeneerde gebruik van het uitroepteken en het combineren van humor en filosofische noties.
Hierna komen de bundels Boem de nacht, Waterstudies en Kleur de schaduwen. Hoewel de lichtvoetigheid in Michels werk nooit verdwijnt, maakt de uitbundigheid wel geleidelijk plaats voor een rustiger toon en schuwt hij ook de donkere kanten van het bestaan niet: ‘Later in de keuken wordt ze bezocht/ door het gevoel dat het niet haar/ handen maar die van de moeder zijn die/ door haar lichaam heen de koelkast leeggraaien’ (uit De handen in het meisje, Boem de nacht, 1994).
Michels poëzie krijgt vaak enthousiaste kritieken. Meerdere bundels beleven herdrukken, sommige worden bekroond met literaire prijzen en het werk is vertaald in onder andere Engels, Spaans en Zweeds.
K. Michel won met zijn bundel Bij eb is je eiland groter de Guido Gezelleprijs in 2012. De Guido Gezelleprijs is een 3-jaarlijkse prijs voor het beste poëzie-werk en wordt uitgereikt door de dienst Cultuur van de stad Brugge.
Michel heeft ook proza geschreven. Vrijwel tegelijkertijd met zijn debuut verschijnt bij uitgeverij Perdu de prozabundel Tingeling die later wordt uitgebreid en als Tingeling & Totus bij Meulenhoff verschijnt. Het Onafhankelijk Toneel bewerkt dit in 1999 tot een gelijknamige theatervoorstelling.
Hij vertaalde werk van andere dichters zoals César Vallejo, Octavio Paz en (samen met Hans Kloos) Michael Ondaatje en Russell Edson.
Daarnaast is hij geruime tijd redacteur van het literaire tijdschrift Raster.
foto © Frans Spaan