LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Jean Pierre Rawie – Verzamelde gedichten

6 nov, 2024

‘A sadder and a wiser man’

door Hettie Marzak




De laatste bloemlezing van de gedichten van Jean Pierre Rawie, Verzamelde verzen, dateert van 2004. Nu, twintig jaar later, is er een nieuwe uitgave verschenen onder de titel Verzamelde gedichten. Deze titel wekt de indruk dat in deze uitgave alle gedichten van Rawie opgenomen zijn, maar zijn Sonnetten zijn achterwege gebleven, evenals het werk dat hij vervaardigde in samenwerking met anderen.

De gedichten van Rawie zijn sinds zijn eerste bundel uit 1979, Het meisje en de dood, onveranderd populair gebleven en heus niet alleen op begrafenissen en crematies, zoals wel eens smalend beweerd wordt door literatoren die afkerig zijn van de vaste, traditionele vorm die Rawie steevast hanteert bij het schrijven van zijn gedichten. Een vrije versvorm zul je bij hem niet aantreffen: hij bedient zich van rondelen, sonnetten, kwatrijnen, in een taal die tegen de charme van het archaïsch woord aanleunt, maar die nooit geforceerd of overdreven aandoet. De vormen dwingen hem samen met rijm en metrum tot discipline en een heldere manier van uitdrukken.

Negen van zijn bundels zijn in deze uitgave te vinden, acht van eigen hand en de negende en laatste, Een luchtbel in een vluchtige rivier, met gedichten die Rawie heeft vertaald uit negen verschillende talen, het oudste van rond 1200. De thematiek is eigenlijk in al zijn bundels hetzelfde gebleven: melancholie, de liefde – die meestal achteraf beschouwd wordt – , dood, verval, en het besef van de vergankelijkheid van de tijd. Dat maakt de gedichten nog niet meteen somber, maar wel vaak ernstig. Opvallend is, dat de vroege gedichten gekenmerkt worden door ironie en soms baldadig en hoogdravend woordgebruik, alsof de dichter zelf al aangeeft dat het allemaal met een korreltje zout dient genomen te worden:

Mijn Heer, voorwaar een dag uit duizenden:
ziek en beschonken, bespot en bedrogen.
– Gij weet: Uw goedheid doet mij duizelen,
maar zou het af en toe wat minder mogen?

(Uit: ‘Het meisje en de dood’.)

In de latere bundels neemt de spot niet helemaal af, maar wordt die milder en ook minder luidruchtig. Het is gemakkelijk ironisch te doen over ouderdom, vergankelijkheid en dood als je achter in de twintig bent, zoals Rawie ten tijde van zijn eerste bundel, maar naarmate de ouderdom vordert en en de dood, waarmee je placht te spotten, dichterbij komt, is het haast ondoenlijk om nog de branie uit te hangen. Dat doet Rawie dan ook niet: naarmate hij ouder is geworden, zijn de gedichten verstilder en eenvoudiger van taal geworden, maar wel dieper doorleefd en inniger, oprechter ook. Jean Pierre Rawie is nu zo oud geworden als hij in zijn gedichten altijd al was. Het is zijn poëzie alleen maar ten goede gekomen.

De term ‘light verse’ die in het begin van zijn dichterschap zo vaak aan de poëzie van Rawie werd gehangen, was al nooit correct, maar wat betreft de latere gedichten is die helemaal niet meer van toepassing. Geestig is Rawie zeer zeker, zijn humor is spitsvondig en scherp, maar dijenkletsend zal zijn poëzie nooit worden.

Zin

Ik heb, zoals ik dacht dat hoorde,
in alles wat ik schreef getracht
ten duidelijkste te verwoorden
wat ik onwederlegbaar acht:

dat wat ook maar de wereld zin geeft
in onbenulligheid verdwijnt;
al wat een schitterend begin heeft
wordt vaal en lelijk op het eind,

en het komt nimmer meer in orde
met wie ik was en wat ik ben.
Zo werd ik wat ik ben geworden,
a sadder and a wiser man.

(Uit: Handschrift)

Door te besluiten met deze versregel uit The ancient mariner van Coleridge geeft Rawie tevens blijk van zijn enorme eruditie, die pas goed tot zijn recht komt in de talloze vertalingen die hij gemaakt heeft van gedichten uit diverse talen. In elk van zijn bundels heeft hij anderstalige gedichten opgenomen met vertalingen van zijn hand, maar de laatste afdeling van deze bundel bevat de integrale inhoud van zijn laatste werk, Een luchtbel in een vluchtige rivier, waarin ook de originele gedichten zijn afgedrukt. Rawie studeerde Roemeens, Russisch en Italiaans, maar vertaalde ook uit het Duits, Frans en Engels, Portugees en Spaans. Ook in zijn vertalingen blijft hij vasthouden aan de eisen aan welke een goed gedicht volgens hem moet voldoen. Rijm, ritme en structuur dienen gehandhaafd te blijven. Hij legt zichzelf daarmee een zware taak op, maar de moeilijkheid van een gedicht maakt deel uit van de bevrediging die ontstaat door een geslaagd resultaat te behalen. Zoals in het korte gedicht van William Butler Yeats:

Politics

How can I, that girl standing there,
my attention fix
on Roman or on Russian
or on Spanish politics?
Yet here’s a travelled man that knows
what he talks about,
and there’s a politician
that has read and thought,
and maybe what they say is true
of war and war’s alarms,
but O that I were young again
and held her in my arms!

Rawie vertaalde dit bekende gedicht als volgt:

Politiek

Hoe kan ik, met dat meisje daar,
mijn aandacht houden bij
Romeinse of bij Russische
of Spaanse hitserij?
Toch is hier een bereisde man
die niet zomaar wat zegt,
en ginder een politicus
bedaard en onderlegd,
en wie weet is het waar en is
de oorlogsdreiging groot,
maar o dat ik weer jong was en
haar in mijn armen sloot!

De toelichting die Rawie bij de vertaalde gedichten geeft, is buitengewoon interessant: dichters van wie je nog nooit gehoord had, worden door Rawie op levendige wijze voorgesteld. Van elke dichter weet hij een treffende anekdote op te dissen en zijn kennis van het leven van de betreffende dichter en de tijd waarin hij leefde, is encyclopedisch. De keuze van de dichters is niet willekeurig: hun voorliefde voor sonnetten en andere vormvaste gedichten delen ze met Rawie zelf. Ook tonen ze verwantschap in hun onderwerpen en hun stijl: melancholie, de vergankelijkheid van het leven, het verval en uiteindelijk de dood. Bovendien geven ze aanleiding voor Rawie om hun poëtica te vergelijken met die van hemzelf, traditioneel, vormvast en perfect van structuur.

Nu Willem Wilmink en Gerrit Komrij ons al ontvallen zijn, is Jean Pierre Rawie een van de weinige dichters die zich met hun in het verleden gegrondveste traditionele poëzie staande weten te houden te midden van slam poetry, spoken word performances en stiftgedichten. Deze verzamelbundel getuigt van vakmanschap, bezieling en gedrevenheid, alles binnen een zelf opgelegde restrictie, die dwingt tot concentratie en vindingrijkheid. Laten we zulke dichters in ere houden, ze verdienen het.

____

Jean Pierre Rawie (2024) Verzamelde gedichten. Uitgeverij Prometheus, 400 blz. € 39,99. ISBN 9789044657135

     Andere berichten

Willem Jan Otten – Septemberzee

Ontroerend mooie poëzie door Jeroen van Wijk - - Willem Jan Otten (1951) heeft een groot oeuvre dat bestaat uit poëzie, toneel,...

Arjan Witte – Dub Holland

Minder is meer door Maurice Broere - - Hup Holland hup is een bekende kreet waarmee men meestal sporters aanmoedigt, maar 'Dub Holland'...