Een blik voor en achter de schermen
door Tom Veys
–
–
De voorflap van Visum bestaat uit een sterk grafisch beeld waarbij de notatie van drie kwatrijnen te zien is in jambische versvoeten, met andere woorden er is de weergave van onbeklemtoonde lettergrepen, gevolgd door beklemtoonde lettergrepen. Verder in de bundel staat dat het hier over een ‘iconisch’ – lees ‘visueel’ – gedicht ‘Marine’ gaat. Het beeld werd onder de titel ‘Rise and fall’ en in het kader van een artistiek project in 2007 aangebracht op een strandcabine in Nieuwpoort, een Belgische kuststad. Het beeld op de voorflap spreekt onmiddellijk aan. Verder in de bundel staat een begeleidend gedicht. Beeld en woord spelen een belangrijke rol in de gedichtenbundel Visum, uitgegeven door PoëzieCentrum.
Renaat Ramon heeft een fijne neus voor kunst. Dit merken we op. In het eerste gedeelte van de bundel worden naast de kunstwerken van verschillende kunstenaars de begeleidende gedichten van de dichter geplaatst. De afbeeldingen van de kunstwerken zijn in kleur afgedrukt. Ze zijn goed gekozen. De dichter becommentarieert de kunstwerken in een eenvoudige taal. Hij zet de lezer vaak aan het denken. Er schuilt ook een maatschappelijke invalshoek in de gedichten. De gedichten zouden wellicht zonder het beeld kunnen worden gelezen.
De dichter is daarenboven op een bijzondere manier maatschappijkritisch. Hij maakt toespelingen die trefzeker zijn. Bijvoorbeeld in ‘Clair-obscur’ neemt hij de kunstenaar Michelangelo Merisi da Caravaggio op de korrel of in ‘Exodus’ spreekt hij over religie. Renaat Ramon vergeet daarbij het historische perspectief niet. Hij biedt daarenboven een interessante benadering aan.
–
Zou het kunnen, Merisi, dat je meer
van het donker hield dan van het licht?
Minder van schoonheid en meer van het schavot?
Je hebt aan de schoonheid je vuile voeten
geveegd en vuile voeten geschilderd.
–
Een morzel grond in de Romeinse zee
heeft je geherbergd. Tijdelijk althans.
Daar, op Malta, heb jij, moordenaar.
‘De onthoofding van Johannes de Doper’
geschilderd. En daar werd je ook,
hoe is het mogelijk! Ridder van
Gehoorzaamheid in de Orde van Sint-Jan.
–
Nu staat er geen prijs meer op je hoofd,
Michelangelo Merisi. Nu ben je gekroond
en Caravaggio.
Bij Caravaggio’s schilderij De onthoofding van Johannes de Doper (1608), waarvan een detail, Sint-Janscokathedraal in Valletta (Malta).
In het gedicht ‘Clair-obscur’ komen donker en licht voor. Het zijn interessante invalshoeken in Visum. Opvallend zijn de andere verwijzingen naar licht of ‘Licht’ in de bundel, bijvoorbeeld ‘(…) als er licht in valt / zie je medeleven.’ in ‘Krijger’ of ‘(…) je straalt in het donker / glanst in het licht.’ in ‘Meisje in Mantua’.
Stilistisch hanteert de dichter vaak korte dichtregels die als prikkels overkomen naar de lezer toe. Je zou Renaat Ramon in veel gedichten een geslaagde minimalistische dichter kunnen noemen.
–
Geen chaos
in dit hoofd
–
geen breuk
in het glazuur
–
een gave huid
over een wereld
–
weelde aan letters
eindeloos te combineren
–
één keer tot een helder
woordeloos gedicht.
Het beeld is een keramische sculptuur van SAGE (Saskia van Herwijnen en Gerrit van Schuppen’).
Bijzonder is een dinggedicht in ‘Poème à tiroirs’. Bij de foto van een prachtige, oude kast staat een gedicht, waarin er een referentie te vinden is aan ‘alles van waarde is weerloos’ van Lucebert. Opmerkelijk zijn de plaatsen in het gedicht waar een leesteken zou kunnen staan, daar wordt een extra spatie gegeven. Dit is mooi en goed voor de opmerkzame lezer. Renaat Ramon is op deze manier een stilist, een woordkunstenaar en deels een beeldkunstenaar.
–
In iedere lade ligt herinnering
Ligt veel wat liefdevol vergeten is
dode brieven een vergeeld gezicht
ansichten die afstand hebben uitgewist
–
alles wat weerloos verzameld werd
alles wat vervallen is verbeurd verklaard
lichtschuw en schroomvallig zichtbaar
vol verlangen om eindeloos te vergaan
–
vaag verlaten in de tijd toch
bestemd voor een eeuwigheid
stof stuk voor stuk stof
voor een dinggedicht.
Visum is in feite een tweeluik, enerzijds heb je de woorden van Renaat Ramon bij de beelden die Lieve Terrie, zijn vrouw, nam op vele Europese reizen die het echtpaar samen ondernam. Anderzijds, in het tweede deel, krijgen we een portret van Renaat Ramon door Alain Delmotte. Ook het oeuvre van hem wordt door Alain Delmotte besproken. Wat onmiddellijk opvalt in het essay, is de eruditie van de bespreker. Alain Delmotte wil de dichter, de kunstenaar, de stedeling, (…) in een breder kader zetten. Hij slaagt daarin. De titel ‘Geen middelen van bestaan en ook geen reden’ komt als mystiek over, de inhoud van het essay is duidend en subliem geschreven.
Vooraleer de dichter zijn eerste dichtbundel publiceerde, was hij al schilder, beeldhouwer en graficus. Dit voel je duidelijk in de keuze van de kunstwerken. ‘Zijn plastisch werk situeert zich in de constructivistische lijn.’ vermeldt Alain Delmotte. Enkele afbeeldingen van kunstwerken van de minimalistische kunstenaar Renaat Ramon, zouden in deze bundel passen, misschien zelfs in een aparte afdeling. We kunnen spreken over het ‘woordwerk’ van de dichter (de ‘reguliere poëzie’ of de gangbare poëzie) en zijn ‘beeldwerk’ in gedichten (soms omschreven als ‘iconische poëzie’). Alain Delmotte weet de dichter-kunstenaar Renaat Ramon te vatten in zijn essay: ‘Hij is een vorser, een uitpluizer (…).’ De bespreker omschrijft hem als een ‘onvervalste stedeling’, een leidraad in de bespreking. ‘Brugge werd zijn vaste ankerplaats.’
Bovendien is de dichter essayist. ‘Ongetwijfeld is zijn opus magnum (…) het boek Vorm & Visie (2014), dat de geschiedenis van de concrete en visuele poëzie in Nederland en Vlaanderen beschrijft.’ De relatie tussen woord en beeld is een rode draad in het leven en het werk van Renaat Ramon. Hij publiceerde onder andere twee opmerkelijke bundels met iconische of ‘visuele’ poëzie, Ongehoorde gedichten en Zichtbare stem. Alain Delmotte vermeldt verder dat de gedichten soms ‘bedrieglijk leesbaar’ zijn: ‘hun spitsvondige pointes wekken een valse indruk van vrijblijvendheid.’ Die vrijblijvendheid voel je als lezer wegvallen wanneer je over de gedichten nadenkt. Er gebeurt volgens Alain Delmotte meer in de gedichten: ‘De waarde ligt in hun weerbaarheid.’ Dit merk je mijns inziens heel duidelijk in de poëzie van Renaat Ramon. Hij omschrijft graag, maakt soms scherpe of harde toespelingen, zoals in Vracht: ‘Let op het zwenken / maar wijk niet uit / de mooiste woorden / leven / in een dode hoek.’
Alain Delmotte benadrukt in zijn essay de veelheid in deze dichter, kunstenaar, (…) : ‘In deze gedichten komen de beeldhouwer en de dichter, de mathematicus en de moralist, de ingenieur en de architect, de rechtsgeleerde en de ironicus tot een interessante synthese.’ Dit citaat gaat over een oudere bundel, maar het typeert beslist de dichter-kunstenaar in het algemeen. In ’De blijvende dynamiek van een stedeling’ legt de bespreker helder de titel van deze bundel uit: ”Lexicaal betekent ‘visum’: ‘vergunning om een land binnen te komen, erdoorheen te reizen of eruit te vertrekken (in een paspoort aangebracht)’.” Een verblijfsvergunning dus. Maar etymologisch draagt het in zich ook de betekenis mee van het Latijnse charta visa, ‘document dat bekeken is’. Kijken speelt inderdaad een belangrijke rol in deze reeks gedichten. Het betreft namelijk gedichten bij ‘beelden’.’
Dit brengt me bij de slotsom dat de bundel Visum een dubbelbundel is met twee genres, één van het commentaargedicht bij een beeld en in een tweede deel is er een essay over het leven en werk van Renaat Ramon. We krijgen een blik voor en achter de schermen. De twee delen in de bundel Visum vullen elkaar aan. Elke poëzielezer of kunstliefhebber kan genieten van het woord en het beeld. Het uitvoerige essay is vlot geschreven. We houden daarbij het volgende in gedachten: verschillende stijlen en vormen kunnen elkaar aanvullen in een bundel, in een oeuvre. Dit is een grote meerwaarde.
____
Renaat Ramon (2024). Visum. PoëzieCentrum, 128 blz. € 23,00. ISBN 9789056551414