LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Rob Luckerhof en Anneruth Wibaut – Als een mokerslag

5 mei, 2025

Indrukwekkend oorlogsdocument

door Janine Jongsma




Het is vandaag tachtig jaar geleden dat Nederland werd bevrijd door de geallieerden en er op ons grondgebied een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Voor mij ligt een bijzondere bundel: Als een mokerslag – over de kampgedichten van Hellema.

Hellema (pseudoniem van Alexander B. van Praag 1921-2005) was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een opvallende prozaschrijver van autobiografische oorlogsverhalen. Hij overleefde zes verschillende concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog. Hij debuteerde pas in 1982 op zijn eenenzestigste met Langzame dans als verzoeningsrite. In zijn proza confronteert hij de lezer op indringende wijze met de gruwelijkheden van het kampleven. Hij legt alles bloot en laat ironie achterwege. Zijn schrijven deed een hoop stof opwaaien. Aleid Truijens schreef in 1983 in De Gids een interessante recensie van dit debuut en tegelijkertijd van het vervolg erop: Enige reizen dienden niet ter zake. Zij zegt: ‘Zeer intrigerend worden de verhalen pas wanneer Hellema de wereld die wij allen rondom ons heen kunnen bekijken, beschrijft door de ogen van iemand die ooit een kijkje in de hel heeft mogen nemen. Het is schokkend hoe eenvoudig deze wereld, zo bekeken, in elkaar zit.’ Ze noemt hem: ‘het slachtoffer als ziener in de tijd’.

Rob Luckerhof en Anneruth Wibaut zijn vroege bewonderaars van zijn werk en zij besloten te onderzoeken wat de reden was dat zijn naam en zijn werk in de jaren negentig naar de achtergrond verdwenen. Dit, terwijl Hellema’s proza, essays en zelfs romans trouw werden uitgegeven door Querido. In het Literatuurmuseum van Den Haag vinden ze vier ongeordende dozen van Hellema. Vol met manuscripten, recensies, brieven en ongepubliceerde verhalen.

Maar als ze daarin ook een schat aan een twintigtal nooit gepubliceerde gedichten van Hellema’s hand vinden, zijn ze met stomheid geslagen. Ik kan me goed voorstellen dat dit bij de onderzoekers insloeg ‘als een mokerslag’. De gedichten hebben hetzelfde effect. Joke Linders van uitgeverij Schaep14 omschrijft ze zo: ‘Rauw van inhoud, vrij van vorm, direct van toon, uniek in de Nederlandse oorlogspoëzie’.

Dat de twee onderzoekers meteen wisten dat dit met een groter publiek gedeeld moest worden, staat buiten kijf. De reden waarom ik hier zo van onder de indruk ben, is eerlijk gezegd niet de kwaliteit van zijn gedichten. Hellema was ijzersterk in zijn proza, maar minder in het schrijven van poëzie. Je kunt duidelijk merken dat we hier te maken hebben met een verhalenverteller, alle herhalingen en opsommingen in zijn gedichten ten spijt. Ik begrijp daarom ook dat het in de jaren tachtig nooit tot publicatie is gekomen van deze gedichten. Wat overigens niet wil zeggen dat de inhoud je als lezer niet naar de strot vliegt want dát doet het wel degelijk.

Wat Luckerhof en Wibaut hebben bewerkstelligd met deze bundel is dat zij er een indrukwekkend oorlogsdocument van hebben gemaakt. Al mijn complimenten gaan naar de twee schrijvers. Via hen gaan we van kamp naar kamp, lezen we hoe het Hellema verging in de oorlogsjaren en krijgen we een helder beeld van wat deze man heeft doorstaan. De vele wetenswaardigheden hebben een grote meerwaarde. Bij ieder rauw gedicht lezen we de context, krijgen we uitleg en worden we meegetrokken in de erbarmelijke oorlogsjaren van Hellema. Hierdoor gaan de personen in zijn gedichten leven en dat maakt dat de gedichten rechtstreeks bij je binnenkomen.

Zoals dit gedicht:

SCHOENENCOMMANDO

Ik trof haar huilend in ’t schoenencommando
toen ik mijn dagelijkse ronde deed
Zijn al die mensen dood vroeg zij
en gierde van verdriet toen ik mijn blik afwendde

Ik ruilde haar onschuld om voor medeplichtigheid
en nam haar mee naar mijn barak waar
zij de lijsten volschreef met de namen van de schoenen

Mijn kind———-mijn bruid

Haar ernstige gezicht
waarop de onwil stond te lezen
dat dit ons leven was

’s Nachts ging ze naar het vrouwenkamp
en wuifde achter het prikkeldraad
Haar ernstige gezicht
waarop de onmacht stond te lezen
dat dit ons leven was

Mijn kind———-mijn bruid

Op zondag moest ze stenen sjouwen
of latrines boenen met de blote hand
Haar ernstige gezicht
waarop de afschuw stond te lezen
dat dit ons leven was

Mijn bruid ——-mijn meisje

Haar ernstige gezicht
waarop de afschuw stond te lezen
waarop te lezen stond dat
zij het niet verdragen kon
dat dit ons leven was

Toen kwam de trein
en op het perron naar duitse orde opgesteld
zag ik nog net haar ernstige gezicht
waarop de vraag te lezen stond
of dit ons hele leven was

Duitse nachten
van de omgebrachte slaap

Haar ernstige gezicht
In de donkere kamer

Aan mijn opstandigheid voorbij
is het onleesbaar geworden

Hengelo, april ’81

De schrijvers vertellen dat Hellema bewust geen hoofdletter gebruikte voor de Duitse nationaliteit. Hij was hier heel stellig over, zo lezen we: ‘Het moedervolk van de nazi’s verdiende geen kapitalen.’

Nu de achtergrond van het gedicht:

Te midden van de uitzichtloosheid van kamp Westerbork is de liefde opgebloeid. De ‘ik’ probeert het meisje te behoeden voor transport door haar een plaatsje te bezorgen bij het schoenencommando. Een redelijk veilige plek waar ze de schoenen van gedeporteerde lotgenoten moet sorteren. Door de oorlogsindustrie was er immers gebrek aan alles. Dat gevoel van veiligheid verdwijnt als het meisje zich realiseert dat het de schoenen zijn van de gevangenen die op transport zijn gesteld, de dood tegemoet. Van Praag heeft het transport van Fieke van Dam uit Westerbork niet kunnen voorkomen. Kort na haar aankomst in Bergen-Belsen moet zij gestorven zijn. Haar naam komt in geen enkel archief van het kamp voor. Toen hij er zelf op 13 september 1944 arriveerde, zei een kennis tegen hem: ‘Ze heeft nog naar jou gevraagd’.

Haar naam was Fieke en ze vroeg nog naar hem. Hoe hartverscheurend is dit om te lezen.

Of de schrijvers er nog achter zijn gekomen waarom Hellema van het literaire toneel verdween, hoe het precies zit met de gedichten, en hoe het hem verging na de oorlog, is allemaal te lezen in dit oorlogsdocument.

Nu het antisemitisme weer welig tiert in de grote steden is het belangrijker dan ooit om de autobiografische gedichten te lezen van een half-Joodse overlever van de Holocaust. Zijn kampjaren waren een hel en hebben zijn leven getekend. Het is afschuwelijk om op Bevrijdingsdag 2025 te moeten constateren dat Joden in steeds heviger mate worden geconfronteerd met Jodenhaat. Joodse Nederlanders worden lastiggevallen en bedreigd. Synagogen worden zwaar beveiligd. Universiteiten verbreken hun banden met Israëlische universiteiten. Israëlische hoogleraren en studenten worden gecanceld. Op voordeuren worden hakenkruizen geklad. Joodse gedenktekens worden vernield. De link met eind jaren dertig van de vorige eeuw is snel gelegd.

Na de oorlog beloofde de internationale gemeenschap elkaar: ‘Dit nooit meer.’ Anno nu blijkt dat een holle frase. Hellema’s gedichten bieden een rauwe getuigenis waartoe Jodenhaat kan leiden. We kennen die geschiedenis. Het is voor mij dan ook onbegrijpelijk dat tegen het antisemitisme, dat nog altijd strafbaar is, niet adequaat wordt opgetreden.
____

Rob Luckerhof en Anneruth Wibaut (2025). Als een mokerslag. Uitgeverij Schaep14, 96 blz. € 19,99. ISBN 9789083176499

     Andere berichten

Tom Van de Voorde – De elementen

Tom Van de Voorde – De elementen

Op weg naar ‘de verticale menigte’ in jezelf door Johan Reijmerink - - Jeroen Hopster laat in zijn boek Toeval. Een onvoorziene filosofie...

Eduard Ditmar – Een kleine oorlog

Eduard Ditmar – Een kleine oorlog

Wereldoorlog door de ogen van een kind door Anneruth Wibaut - - Een bescheiden, maar prachtig verzorgd kleinood is de bundel Een kleine...

Hanneke van Schooten – Zeevlam

Hanneke van Schooten – Zeevlam

Als woorden zeeblauw konden zijn door Ali Şerik - - Als een bundel op een eiland lijkt, waar de zilte lucht over de huizen waait, de...