‘Een tekst op het podium is zoveel meer dan alleen wat op papier staat.’
door Ellis van Atten
Roan Kasanmonadi (30) is geboren in Rotterdam, woont daar nog steeds en hoopt nooit meer weg te gaan. Roan is dichter èn meer dan dat. Hij is arts in opleiding tot psychiater in het Erasmus MC in Rotterdam. Eerder studeerde hij Moderne Dans aan de Fontys Dansacademie. Daar is ERROR 404 uit voortgekomen, een danscollectief dat fysieke danstheatervoorstellingen maakt en het liefst op onorthodoxe plekken speelt. Roans debuutbundel, Vuurbloem, is in september verschenen bij Lebowski Publishers. Deze gaat over de ontgoocheling van volwassen worden en het zoeken naar je plek in de wereld in de context van videogames.
foto © Charlotte Verhagen
Hoe is poëzie in jouw leven gekomen?
Ik las als kind al vrij vroeg en veel – ik wilde altijd al dokter worden, maar ook schrijver. Ik maakte wel eens kleine dichtbundeltjes of begon dan aan een boek dat ik nooit afmaakte. Toen ik in de derde klas zat, volgde mijn klas tijdens een les Nederlands een poëzieworkshop. Dit bleek een voorronde te zijn voor de Vers Poëziewedstrijd en ik mocht naar Amsterdam om mijn gedicht voor te dragen. Op dat moment besefte ik dat het schrijven van poëzie mij wel lag.
–
we bouwen luchtkastelen, continu
baksteen op baksteen op doorzichtigheid
wanen ons meesters en metselaars
maar spreken in groene code
op zwarte schermen, op blokken beton, in
olie die onder wezenloos gefluit uit de kern van
ons bestaan wordt gepompt en zich als een
vlek over onze visgraatvloer verspreidt
–
. toen ik zes was, kocht mijn moeder een cd van
. Britney Spears. ik deed alsof ik een elfje was.
. op de melodie van baby one more time behoedde ik talloze steden van gevaar
–
en als je een vergrootglas pakt, of een microscoop
zoekt in de kieren en gaten van het luchtkasteel,
laat Helios je gids zijn, hij heeft je gemoedelijk en
loom gemaakt en laat loomheid zich nu net in je
arsenaal bevinden, je luiert in het gras en
–
. toen ik zesentwintig was, moest ik juist nog meer een elfje zijn
. ik was groot en log en traag en bovenal somnolent als een
. Snorlax die zomaar de weg naar de volgende stad blokt
–
dan is het avond, nacht alweer, je beeldscherm
staat nog aan en je ogen zijn vierkant en je Red Bull halfleeg
en je gaat naar bed
Je bent danser én dichter. Is beweging belangrijk voor je als je schrijft?
Als danser word je onder andere opgeleid om ritmisch te worden – je leert hoe je ritmes volgt en hier juist uit losbreekt. Dit probeer ik ook toe te passen in mijn teksten: het metrum moet kloppen, maar wanneer ik ervan afwijk, moet dit intentioneel zijn en betekenisvol overkomen op de lezer of toehoorder. Beweging speelt ook in letterlijke zin een rol in mijn schrijven. Als ik lang achter mijn laptop zit, bijvoorbeeld tijdens het herschrijven van een tekst, moet ik soms even bewegen: een been op een stoel leggen – voor zover mijn beperkte lenigheid me dat permitteert – of gewoon even door mijn woonkamer bewegen.
Je deed mee aan Poetry Circle 010 in 2021 en 2022. Wat heeft dat jou gebracht?
Poetry Circle heeft me enorm veel gebracht. Ik begon omdat ik wel schreef, maar niet zo veel, en graag meer meters wilde maken en andere mensen wilde ontmoeten die ook passie hadden voor poëzie en spoken word. Gedurende het eerste jaar ben ik vooral op zoek gegaan naar mijn eigen stijl. Dankzij de wekelijkse schrijfopdrachten legde ik een voorraad teksten aan waarvan een deel uiteindelijk is opgenomen in Vuurbloem. Daarbij kreeg ik ook voor het eerst een kans om met gedichten op het podium te staan. Na afloop van het tweede jaar mocht ik optreden tijdens een avond van Mensen Zeggen Dingen en zo ben ik in beeld gekomen bij de uitgeverij Lebowski. Sindsdien is alles echt gaan rollen.
–
na de landing had je het stof nog niet van je kont geveegd of je
raakte verstrengeld in een half uur durende introductie over
hoe je door een menu moest scrollen. je had haast, dus je klikte vlug door,
op de vraag of je de introductie opnieuw wilde doorlopen antwoordde je per ongeluk ja
–
je weet nu hoe je moet lopen en rollen en kunt zelfs al op rotsen klimmen
als er nu een slak of paddenstoel dreigend nabij komt, kun je die makkelijk aan
je weet dat je drukt op het kruisje om te schoppen en met Ctrl een energiebal afvuurt.
de rest doe je wel op gevoel.
–
er staat een bruine tas op de grond, versleten, maar hij ligt lekker op de schouder.
de inventaris bestaat uit vakjes van vijf bij vijf. het gros raakt uiteindelijk gevuld met
takken die je vindt, kwakken slijm van de slakken die je onderweg
verslaat en een oude hengel. je overweegt om alle troep bij de eerstvolgende marskramer te
verkopen, maar weet dat je hier een aalmoes voor terugkrijgt.
ze weggooien kost minder moeite. over een paar levels breid je uit naar
zes bij zes en weet je hoe het voelt om bij de rijkste één procent te horen.
–
je ziet anderen pronken in kostuums van onuitspreekbaar metaal
en hoopt dat dit jouw voorland is
voor je het weet zul je tientallen levels
stijgen – je hebt al uitgerekend hoeveel paddenstoelen je zult moeten doorklieven
als je maar toont wat je waard bent
–
overigens was het welkomstcomité vergeten te vermelden dat het adagium
pay-to-win en niet play-to-win was
Welke dichters/spokenword-artiesten bewonder je en waarom?
Een van mijn favoriete bundels is Xenomorf van Jens Meijen. Ik vind het zo bewonderenswaardig hoe hij over grootse dingen als de ontwikkeling van de mensheid, de ondergang van de aarde, geologie en hoe je je daar als millennial tot verhoudt, kan schrijven, maar zonder cliché te worden. En dat in combinatie met prachtige taal! Hij heeft me ook wel echt geïnspireerd tijdens het schrijven van Vuurbloem. Er zijn heel veel spoken word-artiesten die ik bewonder, omdat zij teksten met hun voordrachten echt naar een hoger niveau tillen: Mahat Arab, Lin An Phoa, Liselore Suur. Voordragen is echt een andere vaardigheid dan schrijven, ik vind het indrukwekkend wanneer iemand beide kan.
In je voordracht in de Nacht van Poëzie van 2024 was je zichtbaar trots op het verschijnen van je bundel Vuurbloem. Jij noemt je tekst soms ‘stuk’ en soms ‘gedicht’.
Wat grappig, ik wist eigenlijk helemaal niet dat ik dat deed! Ik denk dat ik mijn teksten vaak ‘stukken’ noem, omdat ik ben begonnen als spoken word-artiest. Een tekst op het podium is zoveel meer dan alleen wat op papier staat, dat alleen het woord ‘gedicht’ dan soms te beperkt lijkt. Ik twijfel wel eens wat in mij nu het verschil is tussen de dichter en de spoken word-artiest, omdat ze elkaar zo overlappen. Misschien dat die twijfel onbewust tot uiting komt in het wisselen tussen die twee woorden.
Heb je zelf een voorkeur voor poëzie luisteren of lezen?
Het prettige aan poëzie op papier is dat je de tijd kunt nemen om een gedicht te ontrafelen of er volledig in te verdwijnen, maar poëzie op het podium zal altijd wel mijn voorkeur hebben. Met elke voordracht ontstaat weer een totaal nieuwe wereld; niet alleen het luisteren naar, maar ook het zien van een dichter of spoken word-artiest kan teksten echt naar een andere dimensie brengen. Tegelijkertijd is het mooie – soms ook beangstigende – van geschreven teksten dat je minder sterke zinnen niet kunt wegmoffelen met een goede voordracht. In die zin is papier kwetsbaarder dan het podium. Ik probeer mijn eigen teksten uiteindelijk altijd zo te schrijven dat ze zowel op papier als op het podium tot hun recht komen.
Dit jaar was je bundel genomineerd voor de C. Buddinghprijs, een hele eer. Maar zijn er als dichter/spokenword-artiest al meer hoogtepunten voor je geweest?
Afgelopen jaar was ik één van de schrijfresidenten die met Vlaams-Nederlands Huis de Buren op schrijfresidentie naar Parijs mocht. Dit was fantastisch: twee weken lang alleen maar mijmeren en praten over schrijven en taal met allerlei leuke en goede schrijvers in allerlei verschillende genres en op avontuur gaan in een prachtige stad. Ik heb er vriendschappen gesloten die hopelijk nog lang stand blijven houden.
Mijn absolute hoogtepunt was de afgelopen Nacht van de Poëzie! Ik vond het een enorme eer om de line-up te delen met allerlei dichters die ik bewonder en om op zo’n groot podium te staan. Ik heb de eerste twee weken na de Nacht met een voortdurende grijns op mijn gezicht rondgelopen.
Van deze nominatie voor de C. Buddingh-prijs, had ik nooit durven dromen. Ik heb de afgelopen jaren in boekhandels vaak met bewondering gekeken naar bundels met nominaties, en dat mijn bundel nu onderdeel uitmaakt van die lijst is het grootste compliment dat je kunt krijgen.
–
we hoorden de reizigers praten vannacht, in hun slaap
we meenden een samenvatting in hun gemurmel te horen
zoals we die vroeger gebruikten voor spreekbeurten
vullen nu naar eer en geweten de hiaten in
noemen het geschiedenis
–
we legden honderden kilometers af
ontkwamen aan lege raffinaderijen
hoorden touwen kraken, telden knoop na knoop op onze reis
op elke zon- en feestdag keken we om
we schepten zand en dronken cacao
–
(ogen dicht; in het donker schittert gevaar)
–
we telden sterren zoveel als er wolken in de lucht hingen
we hapten koek, droomden over hoogtijdagen
ze smolten op de tong, ze hielpen ons
bitterheid uit onze monden te wassen
–
we zijn de juiste koers gevaren, zeggen de wegwijzers die we
zo zorgvuldig aan de wanden hebben gehangen
we moeten ze wel negentwintig keer hebben verhangen
soms met de ogen dicht, soms met de schouders op, soms met geheven vuist
Danser, dichter én psychiater in opleiding. Hoe houd je al die ballen in de lucht?
Het klinkt als veel, maar het is goed te combineren. Dansen staat nu wel op een lager pitje (als iemand nog een goed podium weet om te spelen, laat het vooral weten!), omdat ik nu zoveel meer aan het schrijven ben dan eerst.
Het fijne aan schrijven is dat het altijd en overal kan. Als er losse ideeën of zinnen in me opkomen, schrijf ik die op in mijn telefoonnotities. Op vrije momenten in avonden en weekenden kan ik er dan weer mee bezig zijn. Bij mij werkt het veel beter om op meerdere momenten kort aan stukken of projecten te zitten dan er echt een hele dag voor vrij te maken. Volgend jaar word ik psychiater; dan hoop ik meer tijd vrij te kunnen maken om te schrijven.
Waar kijk je naar uit in de toekomst?
Toevallig heb ik deze maand bij Lebowski getekend voor mijn tweede bundel! Nadat Vuurbloem verscheen heb ik veel geschreven, maar weinig afgemaakt. Ik ben er nu klaar voor om al die gedichten opnieuw te bekijken en ben blij dat ik weer ergens naartoe kan werken.
Verder zou ik graag op nog meer podia willen staan. Het lijkt me heel tof om een performance te maken waar dans, poëzie en spoken word in samenkomen.
Ik ben sinds een paar weken onderdeel geworden van de redactie van De Revisor. Ik heb er heel veel zin in om andere schrijvers, ook buiten de poëzie, te leren kennen, en ik ben heel benieuwd wat ik opsteek van redactiewerk. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat ik er een betere schrijver van zal worden!