Clara de Groen (Ubbergen, 1952) studeerde Journalistiek in Tilburg. Tijdens een weekend Creatief Schrijven raakte ze gefascineerd door de vele beelden die in haar hoofd opkwamen en volgde ze cursussen poëzie in Nijmegen en bij ’t Colofon in Maastricht/Amsterdam.
Gedichten van haar verschenen in Het Gezeefde Gedicht en in Liter 107 en 108. Ook staat er een gedicht op de website van Liter bij nummer 116. Eerder publiceerde ze in Meulenhoffs Poëziekalender en in verschillende verzamelbundels. Een bundel is in voorbereiding.
Onderstaande gedichten zijn ontstaan door de vele fietstochten die ze maak(te) in de Ooijpolder. Ervaringen die ze daar heeft opgedaan, maar ook haar fascinatie voor het landschap en de geschiedenis van het gebied komen in deze gedichten aan bod, maar ook de liefde, de klimaatproblematiek en de oorlogen die daar gevoerd zijn.
foto © Anna Smits
–
Ze breekt de dag open met een schaaltje yoghurt en een lepeltje klei.
In haar slaaphaar loopt ze de tuin in waar ze zaadpluizen ademt.
–
Ze kijkt hoe mussen kruimels zoeken op het terras, zoals zij
woorden vindt. Het woord zon om het leven te duiden.
–
Hoort oorlog daar ook bij. Oorlogen die door het polderland trokken
en hun doden achterlieten. Altijd die strijd om weg en water.
–
Ze zou willen graven op die plek,
haar handen uitstrekken naar wat daaronder verborgen is.
–
Met nieuwe ogen tast ze het weiland af, ziet in de verte de stuwwal
als een wachter tegen de hemel aangeschurkt, gelittekend en gevouwen.
–
Op zondagen rende ze naar de velden waar de klaprozen bloeiden.
Ze plukte en plukte tot het melksap langs haar vingers droop.
–
Op de heuvel waar het Huis ooit stond, grazen nu koeien.
–
Neem plaats op het bankje aan het einde
van de Spruitenkamp bij de Kerkdijk.
–
Laat het kasteel voor je geestesoog oprijzen.
De deuren openen zich. Het is oogsttijd.
–
Ganzen trekken voorzichtig rijpe wolken
naar beneden.
–
Blijf zitten en kijk verder. De vogels
vliegen laag en de kikkers springen hoog.
–
Waterwolken weerkaatsen veel zon. IJswolken
minder, ze houden zelfs een beetje warmte vast!
–
Ooit waren wolken de zetel van hemelbewoners.
Nu kun je ze kopen. Een scherp afgebakende voor
–
50 cent, eentje zonder begin of einde voor 500 euro.
Liggend je eigen wolk bewonderen die voorbijdrijft
–
op een scherm. Een tapijt van groen gras erbij.
Als de wolken straks op zijn, is jouw wolk een Vermeer.
–
Zie hoe nog het water langs de muren van de toren drupt.
Waar is dat raam met blauwe lucht gebleven?
–
Zonnebloemen volgen de zon op haar weg door de dag heen.
Met papieren versies willen we dat graag nadoen.
–
Visualiseer een zomer met een veld vol zonnebloemen.
Beschilder elk bloemblaadje met verdunde gele verf,
–
houd de hemel vast en bevestig de blaadjes
met bloementape aan het uiteinde van een stengel.
–
We fietsten tussen het laatste rood van de zonsondergang
en het witte licht van de maan over de Kouwedijk naar huis.
–
Het was twaalf uur ’s nachts. Onze stemmen buitelden.
We deelden onze harten. Voor ons liep de weg, liep de hemel in.
–
Achter ons klonk het rustgevende geluid van een schip op de Waal.
In de schemerlanden ritselden kleine nachtdieren.
–
De liefde stuurt vaak zonnebloemen als bode vooruit.
Strijk en vouw ze dus elke avond.
–
Trek de zon nu verder langs de hemel en richt de bloemen.