Miniaturen geïnspireerd op Vlaams meesterwerk
door Jeanine Hoedemakers
–
–
Het cultuurhistorische Van Eyckjaar 2020 was voor Diederik De Beir, geboren en getogen Gentenaar, een goede aanleiding om bevriende dichters uit zijn internationale haikukring te benaderen met de vraag of zij haikugedichten wilden schrijven bij Het Lam Gods, het beroemde Gentse altaarstuk van de gebroeders van Eyck. Aan zijn verzoek werd enthousiast gehoor gegeven. Maar liefst 18 dichters uit meer dan 10 verschillende landen werkten mee aan Een licht aantikken maar.
De aanbidding van het Lam Gods is een religieus veelluik van de gebroeders Hubert en Jan van Eyck. Omstreeks 1432 werd het voltooid. Het Lam is de personificatie van Jezus die zijn leven offert om de mensheid van haar zonden te verlossen. De afgebeelde passiewerktuigen verwijzen naar zijn kruisiging. De twee engelen rechts achter het altaar dragen de geselpaal en een geselroede. Links zie je het kruis met de doornenkroon en de lans. Het werk kan bekeken worden in het bezoekerscentrum van de Sint – Baafskathedraal te Gent. De dichters lieten zich inspireren door het open retabel en het gesloten retabel en vooral ook door het tijdloze scherpe oog voor details van de gebroeders van Eyck. Dat het een plezierige uitdaging voor de dichters is geweest kan ik me heel goed voorstellen.
Diederik De Beir is geen onbekende naam in de haikuwereld. In 2010 organiseerde De Beir, in samenwerking met de in Hong Kong geboren Ip Man (Viadago), een internationale ontmoetingsweek voor haikudichters. Het zou te veel afleiden van deze recensie om hier dieper op in te gaan. Voor belangstellenden daarom deze link: Internationaal haikugezelschap bijeen in Gent – Haiku.nl
De bundel vangt aan met de namen van de mensen aan wie De Beir de bundel opdraagt. Achtereenvolgend zijn dat, zijn vrouw Hanna, Bart Mesotten (1923 – 2012), een voor heel wat haikuliefhebbers zeer bekende naam en Pietro Tartamella (1948 – 2021). Van Tartamella herinner ik me vooral zijn imponerende voordracht te Gent in 2010.
Het altaarstuk bestaat uit 24 panelen. Van pagina 6 tot en met pagina 9 staan tekeningen van de panelen, genummerd afgebeeld. Daarmee heb je als lezer een goed overzicht van het kunstwerk. In een voorwoord vertelt De Beir o.a. hoe hij als tiener het Lam Gods ervoer als louter toeristisch. Gaandeweg veranderde hij hierin van mening. In het voorwoord spreekt hij over een ‘optische revolutie’ vanwege de verfijnde aandacht voor details en realisme van de broers. Als voorbeeld wijst hij o.a. op de rechtervoet van Adam op het eerste paneel. In het kort, legt hij uit als brugje naar de opgenomen haiku’s, dat haiku een gedicht is dat vaak twee beelden neerzet.
Naast de techniek van scherpstelling op een detail treft men in Een licht aantikken maar ook haiku’s louter als ‘schets’ aan naar het voorbeeld van de Japanse haikudichter Masaoka Shiki (1867 – 1902):
hikuku kari tobu
tsukiyo kana
–
Laag over de spoorlijn
vliegen de wilde ganzen
door de maan beschenen’
–
p. 17
Het voorwoord dat tevens een dankwoord bevat wordt herhaald in het Engels.
Aan elk hoofdstuk gaat een potloodtekening vooraf van bloemen en planten die terug te vinden zijn op het Lam Gods. Ze zijn gemaakt door Timotheus De Beir. De eerste serie ‘Open retabel I – VII’, vangt aan met ‘Adam’. De haiku staat op de pagina in het Nederlands, Duits en Engels.
Adams ontblote lichaam
maagdelijk wit
–
Birgit Lockheimer.
–
p. 35
We maken een sprong naar: ‘Gesloten retabel VIII – XV / XII De aartsengel Gabriël’:
maar de vleugels van de engel
wiegen de lelie
–
Herwig Verleyen
–
p. 73
De haiku staat in het Nederlands, Engels en Frans op de pagina. Het is een mooi voorbeeld van een van de haiku’s uit de bundel die ook zonder het kunstwerk tot de verbeelding weet te spreken.
We maken opnieuw een sprong, nu naar: ‘Gesloten retabel XXI – XXIV ‘, een haiku bij, ‘XXIV Elisabeth Borluut’:
wisselen hun blikken
al eeuwenlang
–
Serge Tomé
–
p. 113
Een haiku van de initiatiefnemer en samensteller. Eveneens bij ‘XXIV Elisabeth Borluut’:
haar oogleden knipperen
geen enkele keer
–
Diederik De Beir
–
p. 115
De bundel sluit af met drie pagina’s bladmuziek: ‘De zingende engelen, paneel II’, ‘De musicerende engelen, paneel XIII’ en tot slot ‘Stadsgezicht, paneel XIII’. Daarna wordt de paginatelling hervat en volgt er nog een hoofdstuk met aantekeningen, in het Nederlands zowel als in het Engels.
Het schrijven van haiku’s bij een dergelijk magistraal kunstwerk is niet bepaald gemakkelijk. De vorm stelt nu eenmaal bepaalde eisen, echter het onderwerp ook. Een enkele keer is tijdens het lezen de afbeelding noodzakelijk, maar er zijn diverse haiku’s opgenomen die zich los weten te zingen en zonder het gekozen paneel erbij zeer tot de verbeelding spreken. Tot slot de haiku waaraan de titel werd ontleend: ‘VI De musicerende engelen’.
een licht aantikken maar –
engelenmuziek
–
Birgit Lockheimer
–
p. 49
Wat Een licht aantikken maar naast leesplezier nog aan meerwaarde oplevert, is dat het een leerzaam boekje is geworden. Met deze bundel in de hand naar Gent afreizen om Het Lam Gods van de gebroeders van Eyck te gaan zien kan heel nuttig zijn. De haiku’s in de bundel, maar ook het voorwoord en de aantekeningen, nodigen uit om de panelen van het kunstwerk goed te gaan bekijken, iets wat tegenwoordig, dankzij internet gemakkelijk is. Bovendien zijn alle haiku’s genummerd, dat maakt het eenvoudiger om na te gaan of je jezelf in de kijkwijze en beleving van de dichter kunt verplaatsen. Omdat de haiku’s telkens in drie talen- in totaal behelst de bundel 10 talen – op een pagina staan, is het ook nuttig voor de taalontwikkeling. Leerkrachten en liefhebbers van haiku en kunst, met name religieuze kunst wellicht, kan ik deze goed verzorgde bundel van harte aanbevelen.
____
Diederik De Beir, samensteller (2023). Een licht aantikken maar. Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, 143 blz. € 22,50. ISBN 9789061744832