LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wie zit er achter het podium (9)?

20 aug, 2024

‘Iedereen heeft een stem die zich kan ontwikkelen’

door Jos van Hest

 

Op 29 juni ontving Jos van Hest uit handen van Touria Meliani, locoburgemeester van Amsterdam en wethouder van Kunst en Cultuur, de Andreaspenning. Een belangrijke onderscheiding voor zijn werk op poëziegebied binnen en buiten Amsterdam. Al meer dan twintig jaar presenteert hij in de Openbare Bibliotheek Amsterdam het maandelijkse Open Podium. In dit artikel vertelt hij over zijn passie voor dat Podium. Aandacht doet floreren. Ontmoeting moedigt groei aan. Reflectie bevordert kwaliteit. Schrijvers en dichters kunnen veel van elkaar en van het publiek leren.

foto © Jan ter Heide

 

Op het eerste Open Podium in januari 2004 las een vijftal dichters voor. Er zaten ook nog zeven mensen in de zaal. De middag was een groot succes. Vijf dichters, vijf gesprekken, vijf stemmen, vijf kleuren, vijf werelden. We zaten in de ietwat morsige maar genoeglijke foyer van de Openbare Bibliotheek Amsterdam aan de Prinsengracht. Gastvrouw Riet Lamers van de OBA en ik als presentator vonden dat we ermee moesten doorgaan. En dat deden we.

Nu in 2024, twintig jaar verder, zijn we toe aan bijna het 250ste Open Podium. Het Open Podium van de OBA is een begrip geworden. Elke laatste zaterdagmiddag van de maand leest in de Forumzaal van de bibliotheek aan de Oosterdokskade een bonte stoet schrijvers en dichters voor uit eigen werk. Er zitten professionals en beroepsschrijvers bij, zondagsdichters en doordeweekse dichters, mensen die al jaren schrijven en mensen die de afgelopen maanden voor het eerst in hun leven iets op papier hebben gezet, man en vrouw, oud en jong, rijp en groen, kind en kraai. Ze komen uit Amsterdam en omstreken, maar ook uit Friesland, Limburg, Drenthe. Veel voorlezers komen van nog verder. Ze wonen in Vlaanderen of Duitsland; ze zijn geboren in Brazilië, Suriname, Hongarije, India, Turkije. Soms is Nederlands niet hun moedertaal.

Het Open Podium is werkelijk open: iedereen mag komen luisteren en voorlezen. Het podium is niet laagdrempelig, het hééft helemaal geen drempel. Of je onbekend bent of een Grote Naam hebt, doet er niet toe. Of je al jarenlang schrijft of pas sinds kort, is in principe niet belangrijk. Of je literaire aspiraties hebt of alleen uit puur plezier schrijft, maakt niet uit. Of je literair van niveau bent of daaronder zit – wie zal het zeggen – dat is ook geen punt. Die opzet van het Open Podium zorgt voor een grote diversiteit aan stemmen, achtergronden, opvattingen en drijfveren. Sommige mensen treden op om uit te proberen hoe hun teksten vallen, voor anderen is het een kick om gehoord te worden, weer anderen zien hun optreden als een stimulans om verder te gaan met schrijven.

Dat alles maakt van het Open Podium een wonderlijke broedplaats van ontmoeten en genieten. En van leren. Opmerkzaam publiek maakt het voor de voorlezers mogelijk om meer inzicht te krijgen in de werking van hun teksten. Aandacht doet floreren. Ontmoeting moedigt groei aan. Reflectie bevordert kwaliteit. Schrijvers en dichters kunnen veel van elkaar en van het publiek leren. Sommige deelnemers vertellen jaren later dat door hun ervaringen op het Open Podium hun angst voor optreden voor publiek is verdwenen. Voor anderen is het Open Podium een sterke prikkel geweest om met werk naar buiten te komen en te gaan publiceren.

Wat het Open Podium extra bijzonder maakt, zijn de gesprekken die ik als presentator met alle voorlezers mag voeren. Ze gaan over de achtergronden van de voorgelezen teksten. Over de zin van het schrijven of de zin in het schrijven. Over technische of emotionele aspecten van het schrijfproces. Over de zenuwen bij het voorlezen, over mislukkingen, grote voorbeelden, inspiratiebronnen, ambities, omgang met kritiek. Over losse blaadjes, mappen en notitieboekjes, over vulpennen, balpennen en computers. Kortom over van alles. Die gesprekken zijn meestal zeer persoonlijk en tegelijkertijd ter zake.

Ik weet van tevoren alleen de namen van wie zich hebben aangemeld. De inhoud en de soort teksten zijn me niet bekend. Er is geen ballotage, voorgesprek of schifting. Ik improviseer het programma van gast naar gast. Wat ik iedere keer weer boeiend vind, is de diversiteit aan voorlezers. Ze kunnen je af en toe werkelijk raken. Dat heeft vaak te maken met de authenticiteit van de schrijver, soms ook met de kwaliteit van de tekst. Het gehalte echtheid in voorlezers op het Open Podium is hoog.
Waarom willen mensen schrijven? Waarom doen ze het? En waarom willen ze dat nog voorlezen ook? Wat voor verlangen zit daarachter? Dat zijn vragen die me al jaren bezig houden en die ik aldoor stel in allerlei formuleringen. En ook al heb ik veel diverse antwoorden gehoord, het raadsel blijft.

Het publiek van het Open Podium krijgt dus heel wat voorgeschoteld. Het is elke keer weer een verrassing wat je als bezoeker te horen krijgt. Zijn kwalitatief gezien nou alle teksten even goed? Nee, natuurlijk niet! Moet dat dan? Niet alles hoort meteen tot de top. En zelfs professionals kleunen wel eens mis. Wat minder goed is, kan altijd beter worden. En ook zwakke teksten hebben hun charme en hun waarde.

Op het Open Podium vinden schrijvers, dichters en publiek elkaar en krijgen ze steeds scherpere oren voor de verbeeldingskracht van taal. Horen hoe verschillend teksten kunnen zijn, de wisselwerking tussen schrijven en lezen meemaken, ontvankelijk worden, openstaan voor groei – dat zijn uitgangspunten waar het bij het Open Podium omdraait. Ik geloof dat er veel verschillende soorten poëzie zijn en dat iedereen een stem heeft die zich kan ontwikkelen. Van afkatten is nooit iemand beter geworden.

 

 

     Andere berichten

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...

Interview Arjan Witte

'Poëzie is geen uitlaatklep want de emoties zijn niet de uitstoot maar de brandstof. Dat de boel lekt is een ander verhaal.' door Gerard...