LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Iris van de Wetering

1 okt, 2024

‘Literatuur is een plek voor menig mens en zijn of haar ideeën… laat het floreren zoals het is.’

 

door Alja Spaan

Iris van de Wetering is 25 jaar en studeert Literatuurwetenschap. Ze loopt stage op de redactie bij uitgeverij Prometheus. Voor het literaire platform Meander is zij actief als recensent. Daar kan zij haar liefde voor literatuur delen en verdiepen.
Zij geeft met veel passie yogalessen en vindt in dansen een creatieve uitlaatklep, voornamelijk estatic dance, een vrije dansvorm. Deze verschillende interesses zijn een dagelijkse inspiratie.

 

 

Hoe ben je bij Meander terechtgekomen? En wat doe je bij Meander?
Ik las altijd al reviews op Meander en op een gegeven moment dacht ik: dat wil en kan ik ook. Ik recenseer poëzie, het liefst de metafysische kant.

Wat vind je leuk aan deze klus?
Ik vind het prachtig dat er een online platform bestaat dat zich volledig richt op poëzie. Het analyseren van een gedicht is vaak een uitdaging, omdat poëzie zo veelzijdig is – er gebeurt vaak van alles tegelijk en er is zelden één duidelijke lijn te ontdekken. Tijdens mijn studie Literatuurwetenschap heb ik veel teksten onder de loep genomen, maar dat moest altijd binnen bepaalde kaders. Op Meander voel ik me totaal vrij. Ik kan helemaal losgaan in mijn interpretaties, hoe wild of verrassend ze ook zijn, en het mooie is: dat mag hier gewoon. Het voelt als een creatieve speeltuin waar je werkelijk alles kunt onderzoeken en uitproberen.

Kun je je herinneren hoe je met poëzie in aanraking kwam?
Als kind verslond ik al boeken, ik kon er geen genoeg van krijgen. Af en toe kwam ik stukjes poëzie tegen in de fictie die ik las, maar eerlijk gezegd begreep ik daar toen helemaal niets van. De woorden leken wel te dansen voor mijn ogen, en ik sloeg ze snel over – veel te vaag en ingewikkeld voor een jong persoon. Het was lastig om de schoonheid ervan te waarderen op die leeftijd.

Wat vind je van het poëtisch klimaat in ons taalgebied? Is een Dichter des Vaderlands eigenlijk nodig?
Dubbel: aan de ene kant heb ik er veel waardering voor dat er van alles en nog wat mag en kan worden uitgebracht. In gedichten kan inhoud mooi versierd worden waardoor er meer lijkt te kunnen. Toch heb ik het idee dat het steeds meer binnen de kaders moet: bepaalde woorden mogen niet meer gebezigd worden of je wordt aan de schandpaal genageld en sommige tendensen zoals klimaat en kolonialisme lijken de overhand te nemen. Literatuur is een plek voor menig mens en zijn of haar ideeën… laat het floreren zoals het is.

Poëzie lijkt voor mij naast fictie en non-fictie een niche; in dat opzicht vervult een Dichter des Vaderlands een belangrijke rol. Het is een eerbetoon aan de dichterlijke kunst, maar helpt ook om poëzie zichtbaar te maken.
Poëzie is voor mij een onwijze bron van creativiteit, waar grenzen vervagen, precies wat de mensheid nodig heeft.

En wat betreft je eigen werk?
Ik heb grote moeite mijzelf serieus te nemen in het schrijverschap. Iets waar ik zeker nog aan mag werken. Ik schrijf soms wat op, maar ik neem er niet genoeg ruimte voor. Ik heb echt veel ruimte nodig om de creativiteit te laten stromen; misschien lukt dat door bijvoorbeeld twee weken ergens te verblijven in ‘the middle of nowhere’.
Een voorbeeld van dat eigen werk.

De baarmoeder geeft mij een stem
Vrucht van de vrouw
Dat wat ons maakt tot wie wij zijn
De levenskamer hijgt, kreunt, gilt,
Schreeuwt, kermt, huilt, laat horen
Het komt de keel uit als een regenboog
Aan het einde geen pot met goud
Maar de onbegrensde kracht
Van de vrouw

(Gedicht van mijzelf geschreven na een wild women retraite met vrouwen)

Twee favoriete gedichten:

Kom

Kom
naar de boomgaard in de lente.
Er zijn licht en wijn en
liefjes tussen de granaatbloesems.

Kom je niet,
dan doet dit alles er niet meer toe.
Kom je wel,
dan doet dit alles er niet meer toe.

Mohamed Jalal ad-Din Balkhi Rumi, 1207-1273
Der Dichter

Du entfernst dich von mir, du Stunde.
Wunden schlägt mir dein Flügelschlag.
Allein: was soll ich mit meinem Munde?
mit meiner Nacht? mit meinem Tag?
Ich habe keine Geliebte, kein Haus,
keine Stelle auf der ich lebe.
Alle Dinge, an die ich mich gebe,
werden reich und geben mich aus.

Rainer Maria Rilke, 1875-1926
Ausgewählte Gedichte

De Dichter

Tijd neemt afstand
ijlend slaat zij diepe wond
dag en nacht zocht ik eenzaam
waar het woord zijn herkomst vond
geen lief geen onderdak
geen werk brengt mij tot leven
alles waar ik me aan schenk
toont mij voltooider weergegeven.

vertaling Gedel (werknaam Ad van Dun)

 

     Andere berichten

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...

Interview Arjan Witte

'Poëzie is geen uitlaatklep want de emoties zijn niet de uitstoot maar de brandstof. Dat de boel lekt is een ander verhaal.' door Gerard...