LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Een beeldhouwer als dichter

18 mei, 2025
door Hans Franse

 

 

 

Zondag 23 maart was het de laatste dag van de kleine, maar mooie en zelfs tedere tentoonstelling van kleinere werken en modellen van de beeldhouwer Hans Bayens (1929 – 2003) in het museum ‘Beelden aan Zee’ in Scheveningen. Het is qua ruimte en collectie één van de mooiste musea die ik ken: verborgen in het duin, uiterst flexibel om allerlei soorten tentoonstellingen te maken, alles kan in de grote ronde ruimte. Ook de kleinere zalen bieden mogelijkheden voor kleine gespecialiseerde tentoonstellingen. Tenslotte is er op het dak een beeldentuin met schitterend werk. Verborgen onder een duin heeft architect Wim Quist(1930 – 2022) een meesterwerk gecreëerd, waarmee hij zich zelf als de museumarchitect van Nederland overtrof en ons land met iets kostbaars verrijkte, een uniek museum gewijd aan beeldhouwkunst.

Hans Bayens wordt wel de ‘beeldhouwer van de Nederlandse literatuur’ genoemd. Hij maakte beelden van Herman Gorter, de Titaantjes, de tachtigers, vader en zoon Huygens, Betje Wolff en Aagje Deken, Theo Thijssen, de tachtigers voor de fotocamera en natuurlijk het grootse beeld van Multatuli op de Hoge Sluis over het Singel in Amsterdam. Bayens werkte figuratief, herkenbaar precies. Hij oriënteerde zich uitstekend: hij trok bijvoorbeeld rond met Wim Kan en Corrie Vonk, die hij vanachter de coulissen of vanuit de zaal tekende en met Circus Crone, tekenend, schilderend en modellerend. Ook maakte hij een speels beeld van Dikkertje Dap op de giraf, dat in Capelle, geboorteplaats van Annie M.G., stond: het beeld is gestolen. Verder maakte hij gevoelige portretten en beelden van mensen op ware grootte.

Het is niet voor niets dat hij zoveel beelden van literaire persoonlijkheden maakte: als beeldhouwer dichtte hij in klei en publiceerde in brons, Zoals een dichter de essentie zoekt, woord na woord, zin na zin, versie na versie en zijn materiaal uitwerkt met details die het werk vervolmaken, zodat er tenslotte iets ontstaat dat er eerst niet was maar nu de beeldende taal verrijkt en aanwezig is, zo deed ook Bayens het met zijn uit klei groeiende vormen. Je kon op deze tentoonstelling zien hoe het beeld groeide van de ‘aardige jongens’ de Titaantjes, Multatuli werd als klein model steeds groter tot hij op een sokkel stond en de ruimte vulde alsof die plek voor hem gemaakt was. Ook Herman Gorter groeide van model tot beeld: de dichter van de Mei staat in Bergen, in de natuur, alsof hij er altijd geweest is.

Ik heb Bayens, hij was toen al bejaard, één keer bezocht in zijn huis/atelier aan de van Eeghenstraat in Amsterdam. Hij was een tijdje rondgetrokken met Wim Kan en Corrie Vonk (oom en tante van mijn vrouw, zie eerdere column). Op een tentoonstelling in ‘De Wieger’ in Deurne had ik toen werk van hem gezien dat hij tijdens die zittingen voor en achter de coulissen gemaakt had.
Toen Wim Kan overleden was, zou er een monument voor hem moeten komen. Er kwam een comité dat een beeld zou voorbereiden. Het leek mij dat Bayens er de aangewezen figuur voor zou zijn. Hij had zulke prachtige levendige en essentiële portretten gemaakt: ik zag er twee in ‘De Wieger’. Toch koos men voor een andere beeldhouwer, die in feite geen beeldhouwer was, maar een totaal onbekwame prutser die een beeld afleverde in verkeerde proporties terwijl de dynamische Corrie Vonk meer leek op een chimpansee met een hoed op, die zich verborg onder de bête grijns van Wim Kan. Het rapport van het Amsterdamse Fonds voor de Kunsten was vernietigend. Inderdaad bleek het beeld van het cabareteske echtpaar zo slecht, dat de gemeente Amsterdam, na een korte plaatsing op het Leidseplein, het definitief voor gezien hield en het niet wilde hebben. Men leurde met het beeld en wilde het in Kudelstaart plaatsen, maar men vond het ook daar te slecht. Bovendien stelde de statutaire knutselaar zulke extreem hoge eisen qua plaatsing, dat daar niet aan te voldoen was. Een groep Haagse zakenlui, gevoel voor kunst omgekeerd evenredig aan gevoel voor publiciteit, kocht het en plaatste het op het Kurhausplein in Scheveningen waar het nu een roemloos bestaan leidt. Vanochtend heb ik in het museum (vlak bij het Kurhausplein) aan diverse vrijwilligers gevraagd of men het beeld kende. Het antwoord luidde ontkennend. De laatste keer dat ik het zag was toen er een ijsbaan op het plein was gelegd in een tent. Men had alleen maar last van het beeld, het was in een hoek van de tent ingepakt, een stukje hoofd en een hand staken eruit. Wim Kan, die gek was op schaatsen, kon zelfs dat niet zien.

Hans Bayens ontving ons en liet zijn werk zien, het was ontroerend mooi. Hij was gevraagd, had zijn werk laten zien en een prijs genoemd. Volgens Bayens was het Connie Stuart die het te duur vond en nog wel een vriend had die ‘ook wel eens kleide’. Als je het werk zag dat Bayens had gemaakt en je vergelijkt dat met wat er nu staat, schaam je je diep. Er had iets kunnen staan met de allure van het Multatuli- of Herman Gorterbeeld, wat de precieze Wim Kan die zijn werk tot in de puntjes met veel wanhoop (schrijven gaat van au) voorbereidde, meer eer had gedaan dan deze kneuterige figuren die er nu staan. Waarin een klein land klein is, waar het geld beslist. Gelukkig komt er nu een beeld van Paul van Vliet, gemaakt door Loek Bos, dat Paul volledig waardig is. Ik heb het mogen zien. Als het komt te staan, waar met het wil hebben, op de Nieuwe Uitleg, wordt die plek verrijkt met een beeld dat niet meer weg te denken is. Groter compliment kun je een beeldhouwer niet geven. Ik heb veel met Paul over het beeld van ‘Vader Kan’, zoals hij hem noemde gepraat; we hebben het zo maar gelaten.

het beeld van Paul van Vliet in een kleine bronzen copie van beeldhouwer Loek Bos
en een tekening van Rob van de Doeselaer

 

alle foto’s © Hans Franse

 

 

     Andere berichten

Hier zijn we

door Jan Loogman     Als ik bij jou ben / weet ik niet meer / waar ik ophoud / en jij begint. Het is me wat, dit samenzijn dat...

Readymades

door Ko van Geemert   1. Als ik dit schrijf, bevind ik mij op Curaçao, zoals vrijwel elke winter. We wonen in Amsterdam. Op een...

Meander Live 10

door Hans Puper   Eva Gerlach is de tiende dichter die te gast is op Meander Live in het Luxor Theater in Zutphen. Op zondagmiddag 11...