Het warmen van kille constructies
door Ernst Jan Peters
Gerrit Kouwenaar verdient het om niet vergeten te worden. Met die insteek maakte dichter Anna Enquist zich sterk voor twee publicaties die gelijktijdig in de boekhandel liggen. Gerrit verdient een biografie én een diepgaande letterkundige analyse van zijn poëtica, vindt Enquist. Voor de biografie deed zij een voorzet door een schets te schrijven over hun 22-jarige dichtersvriendschap in het Privédomeinboek Een tuin in de winter. Gerrits uitgever Querido heeft Enquist gevraagd om gelijk met dat boek een bloemlezing samen te stellen uit Kouwenaars omvangrijke werk. Dat beschouwde zij als een eer, maar ook als een lastige verantwoordelijkheid. Kouwenaar schreef bijna 750 gedichten en daarvan mochten er 100 in de bloemlezing terugkomen. Enquist vaart daarbij op het kompas van haar eigen persoonlijke voorkeur zonder hinder van de literatuurkritiek. De gedichten die zij koos dragen bij aan het beantwoorden van de vragen wie Gerrit Kouwenaar was en wat deze dichter dreef…
En dat levert een boeiend resultaat op omdat Enquist niet meedoet met het verstoppertje spelen van Kouwenaar. In de inleiding schrijft zij: ‘De mooiste, de sterkste gedichten zijn die waarin onder de karige, uitgebeende oppervlakte van zijn taal het vuur van het weggewerkte gevoel zindert.’ Enquist benoemt zeven thema’s en per thema koos zij rond de 15 gedichten. Die plaatste ze in volgorde van ontstaan zodat je per thema een soort ontwikkeling ontdekt waar dichter-constructivist Kouwenaar steeds meer dichter-mens Gerrit wordt. Het is de vraag of Kouwenaar dat zelf ooit zo zou hebben bedacht, maar Enquist doet zijn werk er een groot plezier mee. Zelfs voor de meest verstokte Kouwenaarliefhebber ontstaat er zo een geheel nieuwe blik op zijn werk. Elke herlezing levert nieuwe inzichten op en het is uiterst boeiend om vanuit het perspectief van een nauwe vriendin dat met een selectie van zijn hele oeuvre te doen.
En zo is Van woorden gemaakt een boeiend verslag van een dichter op zoek naar de intrinsieke lagen van een andere dichter. Uit Een tuin in de winter hebben we geleerd dat Enquist stiekem op zoek is naar de persoonlijke laag achter de gedichten en zo is de bloemlezing een voorzichtige kennismaking met de verstopte mens Kouwenaar. Door de thematische opbouw in zeven delen wordt het een opmaat naar een theaterbewerking over de besnorde Vijftiger: Kouwenaar, The Musical. Van mij mag het: alles om de poëzie levend te houden is geoorloofd…
De inleiding mag zeker niet worden overgeslagen. Enquist verantwoordt haar keuze en licht ze nader toe. Ook hoe zij is gekomen tot de verschillende thema’s: ‘Midden in deze bloemlezing heb ik een afdeling ‘VERBINDINGEN’ geplaatst. Gerrits werk geldt als hermetisch en afstandelijk, maar bij nauwkeurige lezing blijkt hoe belangrijk de nabijheid van de ander voor hem was, in vriendschap of liefde.’ De inleiding gebruikt zij om uitleg te geven over het verschil tussen de schrijvende persoon en de levende persoon en hoe die in de loop der tijd meer met elkaar verweven raken. En ze beschrijft de trukendoos van Kouwenaar om afstand te houden tussen de emotionele mens en diens poëtische uitingen. Omdat gedichten niet over gevoelens mogen gaan, wordt er hard gewerkt aan afstand creëren. Bijvoorbeeld door met de tijd te spelen, de emotionele beleving van het nu wordt verpakt in een historische gebeurtenis. En door het gebruik van ‘men’ waar ook ‘ik’ had kunnen staan. Wat ‘ik’ voel is te persoonlijk, wat ‘men’ meemaakt raakt sterker aan universele waarheden. Het warme bloed vloeit weg, het wassen beeld komt er voor in de plaats. Om de grote kosmetische abstracties niet al te ver weg te zetten van de mens, gebruikt Kouwenaar een eigen symbolische taal met elementen uit het leven dichtbij: de tuin, de tafel, de kamer, het vlees op het bord. Voor Enquist hebben die woorden vast meer diepte omdat zij concrete beelden heeft bij de tafel en de stoel en het uitzicht van Kouwenaar onder het schrijven.
Die symboliek vind je sterk terug in het eerste en het laatste gedicht waarbij de dag wordt gezien als het leven. Het eerste gedicht gaat over Kouwenaars geboorte en heet ‘de dag’. De eerste regel luidt: ‘Op de dag dat ik er was stonden de klokken zeven’. Dan de bloemlezing door tot het laatste gedicht met als titel ‘de ochtend’. Dit gedicht is een variant op een gedicht dat Kouwenaar maakte voor Het Liegend Konijn en waaraan hij is blijven schrijven als een afsluitend gedicht ter afscheid en dat ook als zodanig is opgenomen op de rouwkaart. De eerste regels luiden: ‘De ochtend dat het nooit meer avond wordt / talend naar stilstand was het nooit zo licht’.
Als we bezig zijn om poëzielezers te winnen waarom net niet wat meer achtergrondinformatie op de laatste bladzijden? Zo drijven we de jonge lezertjes weer uit de boeken en naar Wikipedia. En voor de gevorderde lezers had de Verantwoording best wat uitgebreider gemogen met per gedicht aangegeven waar het gedicht voor het eerst is verschenen en vooral wanneer. Mocht er een tweede druk komen vanwege overweldigende belangstelling kan de uitgever het geheel hiermee vervolmaken. Want Van woorden gemaakt is een meesterlijke bloemlezing. Het voegt veel toe aan datgene wat je denkt te weten over Kouwenaar en zijn gedichten. Nieuw licht over een bestaand oeuvre waarbij de kille constructies warmer blijken te zijn dan bij eerdere lezing. Opdat wij niet vergeten!
***
Gerrit Kouwenaar (1923 – 2014) was naast vertaler en redacteur bij verschillende kunstredacties vooral dichter. Debuterend in 1953 vond hij aansluiting bij generatiegenoten die als ‘de Vijftigers’ zich hard maakten voor een grootse vernieuwing in de poëzie. Tijdens de oorlog werd hij gearresteerd vanwege zijn medewerking aan illegale tijdschriften. Na een half jaar werd hij vrijgelaten en dook hij onder. Die gebeurtenis heeft veel invloed gehad op zijn werk. Kouwenaar ontving talrijke onderscheidingen voor zijn werk, o.a. de P.C. Hooftprijs.