Recensies
Erik Bindervoet - over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid
Marc Bruynseraede bespreekt 'over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijk', de nieuwste bundel van Erik Bindervoet: 'Voor wie graag in het irreële en absurde vertoeft en bij taalspelletjes, of liefst letterkunde consumeert waar geen touw aan vast te knopen valt, die zit goed bij Bindervoet. De lectuur kan aardig tot verrassend zijn en, ja, soms ook verfrissend.'
Luc Vanhie - De lijkwade van de wind
‘De lijkwade van de wind’ is alweer de negende bundel van Luc Vanhie. Tom Veys zegt dat de mystieke natuur een hoofdrol heeft hierin: ‘Natuur en mensen komen samen in een tussentijd die geabstraheerd wordt. Er is een zoektocht, een metafysische oefening. Het beeldenparcours vraagt tijd om te lezen.’

Lucienne Stassaert - De overkant van de tijd / Op de valreep
Lucienne Stassaert schreef op hoge leeftijd de bundel 'De overkant van de tijd / Op de valreep'. Marc Bruynseraede is goed bekend met haar poëzie: 'Volgens sommige waarnemers behoort Stassaerts poëzie tot het onvervalste domein van de mystiek. Dit wil niet zeggen dat zij berust in de dood. Wél kijkt ze er met grote luciditeit en met een zekere onbedwingbare vrees naar uit.'

Antony Samson - Herinner mij er morgen aan
‘Herinner mij er morgen aan’ is het debuut van Antony Samson. Æde de Jong concludeert: ‘Samson is een dichter die lijdt aan de liefde en de tijd, en niet zozeer aan klimaat of kapitalisme. Zijn strijd is veelal intern. Dit is geen poëzie over de tijdgeest, maar over de tijd zelf.’

Astrid Arns - Cascade
De nieuwe bundel van Astrid Arns, ‘Cascade’, is volgens Kamiel Choi: ‘geen spraakwaterval, maar een zeer zorgvuldig geschreven fijngevoelige reeks gedichten die als vanzelf in elkaar overvloeien. Misschien probeert de dichter, zoals in een beeld uit de bundel, het schamele water met de handen te vangen.’

Henk Ester - Kameren van vuur
Douwe Wilts zegt dat in 'Kameren van vuur' van Henk Ester de dichter ons confronteert met zijn hartstochtelijke poëzie: 'Poëzie bestaat uit taal, een stelsel van regels. Die regels worden met poëzie verstrengd en verruimd; afgebroken en opengebroken. En met poëzie heeft Ester, de hartstocht willen dresseren, willen kameren.'

Kees 't Hart - Het vogelkerkhof
Onno-Sven Tromp leest veel moois in de bundel ‘Het vogelkerkhof’ van Kees ’t Hart: ‘De gedichten ontlenen hun charme vooral aan de vervreemding die erin schuilt.’ De taal is eenvoudig en meteen te begrijpen, de sfeer is echter mysterieus. ‘Bij ’t Hart kan een gedicht elk willekeurig onderwerp hebben, maar hij weet er altijd iets wonderlijks van te maken’.

Matsuo Bashō - Verzamelde haiku’s
Recensent en haikudichter Jeanine Hoedemakers is zeer blij met de uitgave van ‘Verzamelde haiku’s’ van Matsuo Bashō, vertaald door Jos Vos: ‘Het boek brengt Bashō dichterbij, hij verandert in een dichter waarmee je aan tafel zou willen/kunnen zitten. Omdat je zelf een haikudichter bent en omdat veel van de haiku’s van Bashō ook heel goed in onze tijd passen.’

Anne-Marie Demoen - De ogen van de bomen
De gedichten uit de bundel 'De ogen van de bomen' van de 90-jarige Anne-Marie Demoen zijn geschreven met één hand via de IPad vanuit een woonzorgcentrum. Hettie Marzak uit haar bewondering voor de poëzie die getuigt van liefdevolle belangstelling voor alles wat buiten de dichter haar bereik is komen te liggen: 'Vanuit een breed referentiekader vlecht ze intertekstuele gegevens in haar gedichten.'