De dichteres/vertaalster Hilde Keteleer is hoofd van het Writers-in-Prison-Comittee van de Vlaamse PEN en probeert, net als haar Nederlandse collega’s onder leiding van Job Degenaar, overal ter wereld auteurs bij te staan die vanwege hun publicaties vervolgd worden. Sander de Vaan sprak met haar over dit belangrijke en – anno 2008 helaas nog altijd broodnodige – vrijwilligerswerk.
Wat houdt uw werk voor het Comité precies in?
PEN Vlaanderen is onderdeel van International PEN. Het Vlaamse comité voor vervolgde schrijvers binnen PEN maakt dan ook deel uit van het internationale PEN – Writers in Prison Committee-netwerk, dat werd opgericht in 1960 en opkomt voor auteurs die wereldwijd vervolgd worden omwille van hun publicaties. PEN Vlaanderen verzet zich mee tegen censuur in het algemeen en kijkt toe op de strikte toepassing van de vrijheid van meningsuiting. Het internationale netwerk waakt over de dossiers van meer dan 900 schrijvers wereldwijd die werden opgesloten, gemarteld, bedreigd, gedood, of die worden vermist of moesten onderduiken omwille van de aard van hun geschriften. Het voert campagne tegen deze wantoestanden van onderdrukking.
Als binnen International PEN over persoonlijke steun gesproken wordt, betekent dit dat een Writers in Prison Committee, waar ook ter wereld, beslist heeft om de zaak van één of meerdere auteurs op de voet te volgen. In het PEN-jargon spreken we van ‘adoptanten’, auteurs die wij onder onze hoede nemen, en die we dus ‘geadopteerd’ hebben. Momenteel heeft PEN Vlaanderen vijf adoptanten: Naziha Rjiba en Mohammed Abbou (Tunesië), Zheng Yichun (China), de voltallige redactie van de door de vorig jaar vermoorde Hrant Dink opgerichte Armeens-Turkse krant Agos (Turkije), en Mehmet Bakir (eveneens Turkije) . Wij volgen hun dossiers op, schrijven hen als ze in de gevangenis zitten, sturen brieven naar ambassades en regeringen als het nodig is, en geven ook financiële steun in het geval van onze Chinese adoptant, die zonder hulp van buitenaf niet de geneeskundige verzorging krijgt die hij als diabetespatiënt broodnodig heeft.
Uiteraard zijn zij niet onze enige bekommernis: via het Rapid Action Network reageren we op oproepen van het internationale secretariaat in Londen voor alle vervolgde auteurs die zich in een crisissituatie bevinden. Onze actie, die plaatsvindt binnen enkele dagen na het bekendmaken van de crisissituatie, houdt ook hier in dat we vanuit ons eigen land druk uitoefenen op de regering in kwestie. We doen dat door middel van persberichten en protestbrieven aan officiële instanties. Een recent voorbeeld is de Birmaanse dichter Zargana, die begin december tot 59 jaar cel werd veroordeeld. Het persbericht werd onder meer door Knack overgenomen, en de ambassade van Myanmar in Brussel kreeg het prompt, door ons rood omlijnd, toegestuurd.
Voorts zijn er nog een aantal vaste activiteiten die ons comité organiseert, zoals een jaarlijkse poëzieavond op 15 november, de internationale dag van de gevangen schrijver. Dit jaar hebben leden van ons comité en van het bestuur in het Antwerpse Letterenhuis die avond teksten voorgelezen van collega’s die in de gevangenis zaten of zitten of die vermoord werden omwille van wat ze schreven. Nieuw is de oprichting van een didactische werkgroep die aan scholen materiaal wil aanbieden dat te maken heeft met vrijheid van meningsuiting.
En ten slotte sturen wij ook een afvaardiging van ons comité naar de internationale WIPC-conferenties, zodat we met collega’s uit andere landen ervaringen en informatie kunnen uitwisselen en eventueel acties kunnen delen. Met PEN Nederland is er intussen een gestructureerde samenwerking ontstaan. Zo hebben we samen gezorgd voor de Nederlandse vertaling van het gedicht ‘Juni’ van de Chinese dissident Shi Tao, die een lange gevangenisstraf uitzit. Dat gedicht is net als de Olympische fakkel de wereld rondgegaan: alle PEN-centra zorgden voor vertaling in hun eigen taal, en telkens als de fakkel in een land aankwam, kwam ook het virtuele gedicht aan in een deelnemend land.
In hoeverre helpen de PEN-activiteiten de leefomstandigheden van de vervolgde schrijvers te verbeteren?
Het allerbelangrijkste voor een gevangen schrijver is de wetenschap dat hij nog bestaat in de buitenwereld. Ik citeer onze voorzitter, Geert van Istendael: "Schrijvers die in de gevangenis hebben gezeten weten wat van levensbelang is: dat je niet vergeten wordt. Op het congres in Dakar zei een Senegalees hoogleraar dat de dichter de kunst verstaat om woorden te vergiftigen. Dat lijdt geen twijfel. Maar schrijvers en dichters kunnen ook, beter dan anderen, wijzen op het gif in de taal van politiek, journalistiek of prediking, op het gif van onverschilligheid, conformisme, angst."
Tijdens datzelfde congres in Dakar hoorde ik Jack Mapanje – nu docent aan een Londense universiteit maar ooit dichter in een Malinese gevangenis – het verhaal vertellen van een ansicht die hem bereikte toen hij dacht dat hij door de buitenwereld was vergeten. Het was een kaart waarop alleen de woorden ‘Groetjes uit Nederland’ stonden, en precies omwille van het feit dat er geen enkele andere boodschap op stond, was het door de mazen van de censuur geglipt. Die kaart heeft hij gekoesterd tot hij weer op vrije voeten was. Hij is ervan overtuigd dat de niet aflatende aandacht van PEN-centra over de hele wereld heeft bijgedragen tot zijn vervroegde vrijlating.
En zoals gezegd leveren we ook financiële steun aan gevangen of vervolgde schrijvers als dat nodig is. Ook de aanwezigheid van PEN-waarnemers tijdens processen kan een grote steun betekenen. Wijzelf kunnen dat met onze beperkte middelen niet, maar afgevaardigden van International PEN en van sommige grotere centra doen dat geregeld, bijvoorbeeld bij de vele processen die momenteel in Turkije worden aangespannen tegen overtreders van het beruchte artikel 301, dat de belediging van de Turkse identiteit strafbaar stelt. Op de processen tegen Orhan Pamuk en Elif Shafak bijvoorbeeld waren telkens waarnemers van onze centra aanwezig.
Writers in prison, het klinkt eigenlijk te gek voor woorden, want een pen is geen mes, bom of geweer. Hoe is de ‘globale’ situatie nu in vergelijking met eind vorige eeuw?
Een pen kan kennelijk wel degelijk het effect van een mes of een bom hebben, want anders zouden dictatoriale regimes niet zo bang zijn van dichters en schrijvers, hen vermoorden, opsluiten, folteren of anderszins pesten. Onderschat de kracht van het woord niet in een onvrij regime!
Zargana, de Birmaanse dichter over wie ik het hierboven had, heet in feite Maung Thura. Zargana is zijn artiestennaam en het wil zoveel zeggen als pincet, een verwijzing naar de jaren toen hij tandheelkunde studeerde. Hij is een meester in de politieke satire en kan als geen ander de tics van Birmaanse generaals imiteren. Zargana zat al een paar keer achter de tralies in de jaren tachtig en negentig. Eenzame opsluiting was zijn deel. Hij mocht lezen noch schrijven. Hij kraste met een potscherf zijn verzen op de vloer van zijn cel en leerde ze uit het hoofd.
Zo zijn er talloze voorbeelden van schrijvers, in de hele wereld, die uitsluitend omwille van hun geschriften vervolgd worden. Geen enkele regio ter wereld ontsnapt. Soms is het dichter bij huis dan je denkt. Tunesië bijvoorbeeld komt zelden in het nieuws, maar de journalisten en schrijvers die er zich inzetten voor mensenrechten, wordt op alle mogelijke manieren het leven onmogelijk gemaakt. Hun mailadressen worden afgesloten, hun huis in hun afwezigheid overhoop gehaald, hun goede naam door middel van getrukeerde video’s door het slijk gehaald, enz.
Op heel veel plaatsen is het nu niet veel beter gesteld met de vrijheid van meningsuiting dan een decennium geleden, vaak heb ik zelfs de indruk dat de situatie achteruitgaat. Een vrij recent nieuw fenomeen is het strafbaar maken door een aantal voornamelijk islamitische landen van het beledigen van religie. Ik zou niet zo ver willen gaan om het te vergelijken met de inquisitie in de Europese middeleeuwen, maar soms komt het aardig in de buurt. En er wordt door heel wat regeringen sterke druk uitgeoefend in de internationale fora om het beledigen van godsdienst te doen aanvaarden als uitzondering op de vrijheid van meningsuiting.
Die discussie over het al dan niet mogen beledigen van godsdienst dient nu ook in Nederland. Vindt u dat een uitzondering op de vrijheid van meningsuiting in dit geval voor ‘de lieve vrede’ gewenst is?
Nee. Als je eenmaal begint te knabbelen aan dit principe, is het hek van de dam. Het is een moeilijke discussie, die tijdens de wipc-conferenties en PEN-congressen de jongste jaren herhaaldelijk werd gevoerd, maar het besluit is telkens hetzelfde: PEN komt op voor de vrijheid van meningsuiting van alle schrijvers, ook van hen die wie of wat dan ook beledigen.
Wat zijn momenteel de gevaarlijkste landen voor schrijvers?
Behalve Birma is dat in de Aziatische regio vooral China, waar veel auteurs gevangen zitten, heel vaak zij die behoren tot minderheden zoals de Tibetanen of Oeigoeren. In Afrika is het meest schrijnend onvrije land momenteel Somalië, vermoed ik. Onder druk van de oprukkende wahabistische groeperingen, die stilaan de macht in het land helemaal overnemen, kun je er zelfs vermoord worden als je muziek maakt… Maar ik denk ook aan een aantal Arabische landen, en ik denk zeker ook aan Rusland, waar de vorig jaar vermoorde Ana Politovskaja geen uitzondering was.
Denkt u dat, nu het Olympische circus uit China vertrokken is, er weer meer schrijvers aldaar achter de tralies zullen belanden? Of zullen de ‘signalen’ die de Westerse leiders (soms schoorvoetend en halfbakken) afgaven aan de Chinese machthebbers toch nog vruchten afwerpen?
Moeilijk in te schatten. De eerste tekenen zijn alvast niet hoopvol. Vorige week werd Liu Xiabo, de voormalige voorzitter van het onafhankelijke Chinese PEN-Centrum, thuis gearresteerd. Hij is een van de vele activisten die de afgelopen dagen in China werden aangehouden bij de viering van de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De meesten zijn ondertussen terug vrijgelaten, maar Liu niet. Aangenomen wordt dat hij is aangeklaagd op verdenking van ‘subversieve activiteiten tegen de staatsmacht’. Het Writers in Prison Committee van International PEN vreest dat de arrestatie van Liu gebeurde omwille van de vreedzame oppositie die hij sinds jaar en dag voert tegen de schending van de mensenrechten in China. Liu en 300 andere dissidenten, academici, schrijvers en journalisten ondertekenden recent een open brief waarbij ze de oprichting van Charter 08 steunden. Charter 08 roept op tot democratische hervormingen in China, het einde van de éénpartijstructuur en een staatsbestel gebaseerd op verkiezingen en mensenrechten. De naam verwijst expliciet naar de actie in het voormalige Tsjecho-Slowakije, Charter 77, een initiatief van onder meer Vaclav Havel en Pavel Kohout. Hier en daar werd geopperd dat het internationale protest naar aanleiding van de Olympische Spelen, voornamelijk door mensenrechtenorganisaties, contraproductief heeft gewerkt, omdat de Chinese overheid zich niet de les wil laten spellen. Er wordt gezegd dat gezichtsverlies het allerergste is wat een Chinees kan overkomen. Anderzijds is het de plicht van organisaties als de onze om voortdurend aandacht te hebben voor wat er gebeurt en de aandacht van de wereld te blijven vestigen op de onvrijheid en vervolgingen, zeker ook van de minderheden in dat land. Het land (het continent, zeg maar) is in een transitieperiode, en het zal nog heel lang duren eer er werkelijke vrijheid van meningsuiting heerst. Maar daarin staat China natuurlijk niet alleen. Ook in Europa moet er blijvend geknokt worden voor die vrijheid, en onze eigen maatschappij evolueert naar ons aanvoelen eveneens in een meer repressieve richting. Vrijheid van meningsuiting is nooit verworven, het is een teer plantje.
Krijgt uw organisatie voldoende steun van de Belgische en Nederlandse overheid?
PEN Vlaanderen wordt net als andere literaire organisaties betoelaagd via het Vlaams Fonds voor de Letteren. Met dat geld en met de ledengelden betalen wij onze contributie aan International PEN en bekostigen we deelname aan congressen, steun aan onze adoptanten en andere uitgaven die noodzakelijk zijn voor de werking. Van de stad, de universiteit en de provincie Antwerpen krijgen we bovendien financiële hulp voor het in stand houden van een Schrijversflat, waar buitenlandse auteurs een tijdje in alle rust kunnen werken. Het aantal betalende leden gaat gestaag omhoog, en we leggen er ons nu ook op toe om jonge auteurs te overtuigen, lid te worden. PEN is tenslotte de enige internationale schrijversorganisatie. Overigens werken alle bestuursleden en leden van het comité voor gevangen schrijvers gratis en hebben we geen betaalde administratieve kracht, zoals andere literaire organisaties als Het Beschrijf en Behoud de Begeerte. Sommige PEN-centra in Europa hebben dat wel, en het is een droom om ook in Vlaanderen ooit over die luxe te beschikken. Ik vermoed dat de Nederlandse collega’s die droom eveneens koesteren. Ook zij leven van overheidssubsidies en van vrijwilligerswerk. Anderzijds blijft er het moeilijke evenwicht tussen onafhankelijkheid van subsidiërende overheden en de vrijheid om als het nodig is ook kritiek uit te oefenen op die overheden…
PEN is een organisatie van erkende schrijvers. Kunnen niet-erkende, al dan niet schrijvende mensen in de Benelux ook een bijdrage leveren aan uw activiteiten?
Misschien eerst even preciseren wat dat ‘erkend’ inhoudt: in onze statuten staat dat volgende mensen lid kunnen worden:
– auteurs van proza of poëzie die minstens twee titels hebben gepubliceerd bij erkende uitgeverijen
– auteurs van drama waarvan minstens twee titels zijn opgevoerd door erkende gezelschappen, televisiestations, e.d.
– vertalers van wie minstens twee werken zijn gepubliceerd en/of opgevoerd.
– beroepsjournalisten, professionele uitgevers en vaste medewerkers van erkende tijdschriften
En uiteraard juichen wij elke hulp toe van niet-schrijvende mensen. Zo heeft PEN Vlaanderen in de persoon van Inge Geerdens, laureate van de WoMED Award 2006 voor de meest verdienstelijke vrouwelijke ondernemer, in 2007 opnieuw een sponsor voor zijn tweejaarlijkse PEN-prijs gevonden. Inge Geerdens is vrouw achter het bedrijf Executive Research en CV Warehouse. In 2007 ging de PEN-prijs naar Rodaan (voorheen Rodaan al Galidi). De tweejaarlijkse prijs wordt toegekend aan een persoon of een instelling die bijdraagt tot de verspreiding van de Nederlandstalige cultuur, in de geest van het PEN-charter (grensoverschrijdende culturele uitwisseling en verdediging van de vrije meningsuiting). Laureaten waren eerder Jozef Deleu, Breyten Breytenbach, Hella S. Haasse, Jelica Novakovic en Gwij Mandelinck.
Wie nog meer informatie wil, kan terecht op de site en de blogs: www.penvlaanderen.be, http://penvlaanderen.blogspot.com en http://wipcvlaanderen.blogspot.com