LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Verrimpelde vingertoppen

21 feb, 2009

David Troch (1977) publiceerde in tal van tijdschriften en won onder ander de Jules Van Campenhoutprijs voor Poëzie in 2008. De Vlaming was redactielid van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift en Meander, en is een van de initiatiefnemers van het nieuwe literaire tijdschrift Kluger Hans. In december verscheen zijn nieuweling laat[avond]taal, een bundel vol oude mensen, dorpscafés, zakdoeken, ontbijttafels, slaapkamers, kerkhoven, dure auto’s en een Hollywoodactrice die bij de dichter in bed belandt.

Foto: Sylvie Marie

Hoe zou je je poëzie willen omschrijven?
Zo’n algemene vraag is altijd een moeilijke vraag. Zeker omdat ik niet bewust bezig ben met de manier waarop ik iets neer wil zetten. Het komt spontaan. Daardoor zal mijn poëzie over het algemeen wel vrij toegankelijk zijn, de gedichten uit laat[avond]taal zijn mijns inziens stuk voor stuk haarfijne beelden waarin ook nog eens veel lezers zich kunnen herkennen. Iedereen heeft wel eens een bad laten vollopen met badschuim en gewacht tot dat schuim volledig verdwenen was, om dan te kijken naar zijn of haar verrimpelde vingertoppen. Dat de Gezinsbond in Vlaanderen voor hun postercampagne rond Gedichtendag en Valentijn na Rutger Kopland en Bart Moeyaert kiest voor mijn gedicht ‘hoe wij zoenen’ onderstreept dat vermoeden van toegankelijkheid.

Wat zijn de thema’s in laat[avond]taal?

Je zou al uit de titel kunnen afleiden dat behoorlijk wat gedichten zich in slaapkamers afspelen. Ook enkele in al dan niet bruine cafés en op andere plaatsen waar de avond, de nacht alles in een zachter licht plaatst. In de bundel draait het vaak om het trage, het langzame. Daar hoort de dood bij, maar ook de liefde die veel verzacht. Niet zonder uitzondering de liefde voor een welbepaalde vrouw, maar ook de liefde, het ontzag voor ouderen. Hoe langer ik aan de bundel werkte, hoe meer verbanden ik ontdekte. Zelfs nadat de bundel wat mij betreft klaar was. Ik mag hopen dat de lezer hetzelfde doet. Niets zo erg als een dichtbundel die niet meermaals gelezen wordt.

Wat is je belangrijkste drijfveer om te schrijven en hoe lang doe je het al?
laat[avond]taal opent met: ‘het begon met letters voor je naam / toen vis en pijp’. Schrijven doe ik dus, zoals iedereen in feite, vanaf dat ik het kon. In het prille begin zelfs op het behangpapier dat nog geen dag tegen de muur hing. Als je literair schrijven bedoelt, ben ik ondertussen op een leeftijd gekomen dat ik kan zeggen: meer dan de helft van mijn leven.
Ik grijp de meest onmogelijke momenten aan om iets neer te krabbelen. Ik hoef niet zo nodig in mijn schrijfkamer te zitten. Sinds ik verhuisd ben, heb ik zelfs even geen schrijfkamer meer. Vanochtend schreef ik nog een verhaal in de trein, tegenwoordig spoor ik elke dag tussen Gent en Antwerpen. Tijdens zo’n treinreis wordt de inspiratie je wel eens in de schoot geworpen. De situaties waarin je terechtkomt, de gesprekken die je opvangt. Het is voor mij evident dat ik met die situaties of gesprekken iets creatiefs doe, en er niet alleen om grinnik of er mij aan erger.

Naast poëzie schrijf je verhalen en toneelteksten. Zijn er overeenkomsten tussen je werk?
Door tijdgebrek heb ik een jaar lang nauwelijks wat anders geschreven dan poëzie. Ik begon af en toe wel eens aan een verhaal, maar afronden deed ik ze zelden. En toneelteksten, ook dat is een hele tijd geleden. Het doet altijd deugd om tegelijkertijd bezig te kunnen zijn met verschillende vormen van literatuur. Als ik een idee heb of er een zinnetje door mijn hoofd flitst, kan ik er altijd wel ergens mee terecht.

Heb je al weer iets nieuws op stapel staan?
Nu pik ik stilaan de draad met het ultrakortverhaal weer op. Uitgeverijen die een bundeling van die ultrakortverhalen zien zitten, mogen zich altijd melden. Ik maak met plezier een selectie. Een tijdje geleden kreeg ik de vraag of ik het zag zitten om een theaterbewerking te maken van een boek, maar aangezien er nog geen officiële bevestiging is of dat toneelproject doorgaat, geef ik liefst nog geen sappige details. Ondertussen zet ik ook een nieuwe dichtbundel in de steigers waarin ik weer op een andere manier naar de wereld kijk.

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...