In juni volgde Ruth Lasters Ester Naomi Perquin op als laureaat van de debuutprijs van Het liegend konijn met haar bundel Vouwplannen. “Maar twee vrouwen zegt niets over de kansen van de heren,” sprak juryvoorzitter en Konijn-redacteur Jozef Deleu tijdens de prijsuitreiking op de avond van 9 oktober. En hij voegde daaraan toe: “Wij zullen nooit politiek correct zijn.”
Met Het liegend konijn is een beetje poëzieliefhebber intussen wel bekend. Het eenmanstijdschrift (Deleu: “U ziet de voltallige redactie voor u”) publiceert nieuw werk van gevestigde dichters en biedt ook jong talent de kans om te debuteren in het serieuze papieren circuit. Veel programmatische aspecten heeft het blad niet: het beoogt veeleer een spiegel te zijn van de hedendaagse Nederlandstalige poëzie in al haar facetten. De aan het tijdschrift verbonden debuutprijs heeft echter geenszins de pretentie om zich tot het Nederlandse taalgebied te beperken: de bekroonde bundel wordt, als onderdeel van de prijs, integraal in het Engels, Frans en Duits vertaald en daarnaast wordt één gedicht – in Lasters’ geval is dat ‘Verder’ – omgezet in alle staatstalen van de lidstaten van de Europese Unie. Die laatste keuze verantwoordde Deleu met de fraaie woorden “poëzie is meerduidig, in essentie meertalig”, maar er is ook invloed vanuit het Vlaams-Nederlandse productiehuis deBuren, dat zich onder andere ten doel stelt de Nederlandse letteren verder te verbreiden in andere literaire systemen. Om dat streven te verwezenlijken is de daad van het vertalen een vereiste.
De ogen van een ander
Dit thema van de meertaligheid vormde de rode draad door de avond waarop Lasters werd gelauwerd. Een kleinschalige aanpak kan de organisatie daarbij niet verweten worden: tot de sprekers behoorden Frans Timmermans, Nederlands minister voor Europese Zaken, en Leonard Orban, een Roemeens Europees Commissaris voor Meertaligheid. Timmermans opende zijn toespraak met de persoonlijke ontboezeming dat poëzie voor hem een levensbehoefte is. “Gisterenavond zat ik doelloos te zappen en zag ik op BBC 4 opnames van T.S. Eliot, waarin hij zijn gedichten voordroeg. Dan stopt het zappen en begint de troost.” De minister vergeleek Lasters vervolgens met Eliot – toch niet de minste – doordat hij beider poëzie vooral voelde en niet begreep. Dat persoonlijke voelen past goed in de poëzie-opvatting die Timmermans op 9 oktober verder uit de doeken deed: met Camus stelde hij dat je jezelf via de poëzie beter kunt leren kennen door de ogen van een ander.
Aan de hand van de notie van de ander legde Timmermans een verband tussen Lasters’ vers vertaalde poëzie en zijn politieke portefeuille. Als minister voor Europese Zaken verzet Timmermans zich tegen een te sterk beroep op de eigen nationale identiteit. Volgens hem verenigt ieder mens verschillende identiteiten in zich: in zijn eigen geval zijn dat bijvoorbeeld de Nederlandse, Belgische, Franse en Italiaanse. “Ik wil blijven pleiten voor het multiculturele ideaal,” sprak Timmermans, Deleus opmerking over politieke incorrectheid impliciet wegwuivend. Van dat ideaal is de meertalige uitgave van Lasters’ verzen natuurlijk niet gespeend, en zo blijkt een cultureel product in dit geval naadloos aan te sluiten bij maatschappelijke normen en waarden. In de geest van Thomas Vaessens was één ding voor Timmermans dan ook duidelijk: laten we cultuur vooral niet buiten de maatschappij houden.
Verder in vele talen
Orban sloot zich in zijn korte toespraak bij Timmermans aan wat betreft het grote belang van poëzie bij het uitdrukken van multiculturalisme. Stellig poneerde hij: “The art of literary translation is one of the best ways of promoting cultural and linguistic diversity.” En daarnaast omschreef hij vertaling als een middel om de integratie van verschillende Europese culturen te bevorderen. Mooie woorden, natuurlijk, maar het is nog maar de vraag of de poëzie van Lasters zulke politieke idealen inderdaad kan verwezenlijken.
Desondanks is het een schitterend bundeltje, waarin grote namen als Per Holmer en Anikó Daróczi Lasters’ prachtige gedicht omzetten naar voor velen onbegrijpelijke talen. Wie de prijsavond bijwoonde, kon enkele treffende voorbeelden horen. Orban droeg ‘Verder’ voor in het Roemeens, Lasters zelf nam de Spaanse vertaling voor haar rekening en Holmer was aanwezig om schitterend muzikaal Zweeds ten gehore te brengen. Ik vond het curieus dat de Duitse vertaling niet werd voorgedragen – per slot van rekening werd heel Vouwplannen in die taal vertaald – maar daar stond wel de bijzondere ervaring van het Fins tegenover. Vertaler Heimo Pihlajamaa praatte niet in de microfoon en was dus nauwelijks te horen, maar het publiek boog voorover en spitste de oren – geheel uit beleefdheid en gewenning, want uiteindelijk zal niemand het Fins hebben verstaan. Het was een moment waarop woorden van Lasters door mijn hoofd schoten: “grijs als je stem die ik tot klanken pel, nietszeggend”. Maar toch: wat kunnen zulke klanken fascineren.
Als verdergaan onmogelijk lijkt, kies dan één enkel
verdergaan, één heerlijke
hardnekkigheid, desnoods om drie uur elke nacht spuitwater
horen stukknappende bellen, een soort sterren luisteren
in plaats van sterren kijken. Als verdergaan onmogelijk
is, kies dan één teruggaan naar een toen dat alle ooits
die je beloofd waren plots nu werden, misschien wel naar
die ochtend dat ambitie och, wat willen groeien met
je was als grauwe schimmel door een
brood.
Avanti
Se andare avanti non si può, scegli allora un’unica
via, una splendida
tenacia; se è il caso, ascoltare ogni notte alle tre
acqua gassata esplodere bollicine, come ascoltare le stelle
invece di starle a guardare. Se non c’è modo di andare
avanti, scegli un unico ritorno a un allora in cui tutti gli
"un giorno" promessi diventino ora, magari
a quel mattino in cui l’ambizione, oh, di crescere con
te divenne muffa scura nel
pane.
Vertaling Marco Prandoni