TOURNEE
Wat gebeurt: een gele dag
en hij nestelt zich als bij toeval
in de korf van mijn ribbenkast,
die vogel van kristal.
Mooier dan La Gioconda en
nooit vermoeid bezit hij bebroedt hij
mijn hardrode hart, de dauw
van de melkweg nog rond zijn bek.
Met de kop continu in de wolken
ritselt hij op overgebleven blad,
port een verborgen vonk op,
zingt prompt heel mijn binnenste
licht, veel lichter dan het oog
van een dichter in de regel velen kan.
Op een gele dag
nestelt hij zich als bij toeval
in de korf van een ribbenkast.
Al eeuwen is hij op tournee –
WATERVAL 1961 M.C. Escher
Water stroomt hier niet en wel.
Gerimpeld klimt het opwaarts,
versplinterd stort het neer terwijl
de loop de zwaartekracht vernachelt,
het rad de roerloosheid verdraait.
Spiegelen en glanzen doet het
niet. Geen golf verdwijnt, geen
drup verdampt. Ondanks verval
verglijdt geen fractie tijd. Intussen
blijft het klotsen, kabbelen en ruisen
in je verbeelding. En net zo echt
is dat geklater als het water diep –
STILLEVEN Giorgio Morandi
Hoe dingen hier op rijm bestaan.
Leeg steengoed in bedaarde aardetinten,
verbindend strijklicht.
Een geschikt herschikt evenwicht.
Het doek een liggende rechthoek.
Seizoenloos deze pleisterplaats
voor onze ogen. Kijken
wordt zien hoe tijd met verf
tot stilte is gebracht. Ik hoor
het zwellen van het eigen oorgesuis.
Wilde de schilder lof zwijgen
van het dieplood van het hier en nu,
van dingen die tot zichzelf ontwaken?
Ving hij hun innerlijke klank op?
Of zag hij gewoon dat ze zó stil
staan te staan als enkel
schilderijen kunnen laten horen?