F O C U S
Wat is dat teer, afbreekbaar punt
waar onze lijnen niet meer samenvloeien?
Afstand die ik volg
maar niet naartoe genegen ben
Gevallen appels kan ik feilloos vinden
op de tast in het donker, verscholen
in greppels achter de dijk.
Cirkels in het jonge gras
die onuitwisbaar willen blijven
of ik jou daadwerkelijk
terugvind – in een ring
een naam die anders klinkt
Waar zal ik straks ontwaken
tussen het weiland en de sloot
tussen de einder en het water
tussen de parelmoeren wolken
torenhoog –
boven huizen in de ochtendkou
of onder jouw arm
buiten het dekbed
naast je hartstochtelijk slapend oog
* dit gedicht is op de tweede plaats geëindigd bij de GSK Publieksprijs voor proza en poëzie 2009
A C H T E R G L A S
Het weerbarstige, onverzoenlijke
in je bewegingen moet ik
vastleggen
Hoe je neigt naar alles
wat distantie is
in mij –
Jouw geaardheid die
de jaren ongemerkt
zachtjes hebben ingeluid
met onzichtbare klokken
Hoe het zomaar kan – dat ik
de diepte van woorden
niet hervinden durf
Hoe ik verlangen kan – naar iets tastbaars
iets waarlangs handen
strelen, vorm kunnen raden
net als het najaarslicht
de rode kater
van de overburen vangt
in een kader
achter roerloos glas
E L K A N D E R L A N D
Aan mijn zicht onttrokken ben jij
in steden waar ik niets te zoeken heb
vouw ik plattegronden open
leer ik busdienstregelingen uit mijn hoofd
Waarom jij elk begin of eindpunt
van mijn zelfverzonnen reis bent
aan mijn cirkel van verlangens
zó roekeloos nog altijd raakt
Aan de avond van een vergeefs talen
die lichtval op mijn veranda lijkt
de wind van zee die mijn haar streelt
gedempte stap in elke schemering
Jouw tij van ruwe golven breekt
ik sla je gade door dit venster
dat eveneens niet
uit kalmer hout gesneden is.
* dit gedicht won de eerste prijs bij de GSK Gedichtendagwedstrijd in Velp
H O E T E S L A P E N
Fase 1
Goed slapen kun je leren
in een glazen huis
aan de rand van een imaginair bos
thema’s als transparant, ruimte en grenzeloos
zijn voer voor mooie dromen.
Ze openen blije deuren
tuinen die ommuurd
iets van mysterie blijven houden
magnolia’s die de storm
hebben doorstaan
in al hun schittering en pracht
Straks rinkelt door een markante muur
van slaap en dichte lamellen
zijn nieuw mobiel, een andere klank
rinkeltoon die zingt
van zoete dromen zonder mij
Fase 2
Wakker worden in een droom
maar binnenin
een vitrine blijven
als voorwerp liggen uitgestald
zó breekbaar kunnen zijn
Schelpen als dichte
ogen van zuiver parelmoer
kostbaarheden
die je niet met voeten treden mag
Wie sluipt
hier blootsvoets over marmer
teenspitsen die zich verplaatsen
met bange elegantie
Niemand toch?