Bloem
Ik gaf een bloem ten geschenke en begon
de kelkblaadjes voor de dag te halen
uit stormend onderaards water
uit aangeslibde modder
naar het licht, en de bloem schreeuwde,
bloemen blaadjes stengels wortels
barstten open en groeiden
en je kon niet zien wie won
in dat gevecht, en de bloem schreeuwde
toen ik wilde drinken,
’s morgens stond ze voor me bij het raam
en vrat het licht op
en in ‘t plotselinge donker onder het blad
zag ik
een massa kleine bleke wezens
zonder ogen en zonder bloed
ze leefden op zwijgen en duisternis
deze dienaren der liefde die stierven
aan hun geschenken.
De wereld is vol bloemen
Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? (Jeremia).
En waarom zal het kwaad niet winnen?
En waarom lijkt het zo op
hetgeen je zo liefhad?
Wat geeft je de kracht te overleven?
Het is de liefde die verwart
die lichamen en maskers aanneemt
die bloed is en verraad
die zichzelf voor zichzelf verruilt
en hier is de markt, met witte reuzenrapen
houten karren, tuingladiolen
prachtige vrouwenbeeldjes
o daar is alles!
En zo verandert ze tot ze verwisselt
en het hart huilt, maar is dan ook verruild
ziet dat het de sterkste is
want de meest arglistige
En dit is de gelijkenis
nét-mens
in een nét-wereld
van verruilde harten
rode gladiolen
die in het hart zijn gestoken
De moordenaars sluipend door de straten
lieten bloemen achter in de wond
gaan naar de markt voor nieuwe
hun doden lopen hen tegemoet
en naast hen en mét hen
De wereld is vol bloemen
Hun hele leven
Hun hele leven
woonden ze op een plek
waar ze een kind verwekten
hun hele leven
liepen ze rond op een plek
waar God hen achterliet
de Ark van het Verbond
die ze niet konden lezen
maar alleen ondertekenen
Vertaling gedicht ‘Bloem’: Jana Beranová
Vertaling gedichten ‘De wereld is vol bloemen’ en ‘Hun hele leven’: Daan Bronkhorst