Dappere eerste stappen
door Bouke Vlierhuis
Voor iemand die besluit uitgever van poëzie te worden, kun je alleen maar respect hebben. André Verschoor, een ingenieur uit Vleuten, deed het gewoon en richtte uitgeverij Lipari op. Naast vier dichtbundels per jaar gaat hij in de toekomst ook technische boeken en ‘ideeën’ uitgeven. Wat dat laatste precies moet gaan betekenen, dat zullen we zien, maar inmiddels liggen er de dappere eerste stappen Naar je toe. Van je af. Onderweg. van Petra M. Heerenwaaijer en Stilleven van Peter van Eeden.
Petra M. wie? Heerenwaaijer publiceerde voor zover ik kan nagaan nog nooit ergens een gedicht. En dan is er nu ineens een hele bundel. Over dapper gesproken. En je ziet dat het om een onervaren dichteres gaat. De gedichten lijken soms haastig geschreven, in een soort flow of consciousness die veel oplevert van wat voor mij niet per se in een gedicht hoeft. Maar gelukkig vaak ook schoonheid:
zoals ik ‘s ochtends
met hem opsta
eerder nog
eigenlijk
om zijn koffie te zetten
de filter de koffie
een theelepel met een kop
zijn brinta
melk koken
brinta in de kom
een schep rietsuiker
een kleine eetlepel
melk kloppen tot het kookt
de garde tegen het metaal
ondertussen passeert hij mij
een vluchtige kus in mijn hals
snel door naar de plee
het geluid van te lang opgehouden pis
zijn billen in de deuropening
de melk die overkookt
In het volgende gedicht, dat iets haastigs, iets slordigs heeft waardoor het op zich aangename parlando iets van een babbeltoon krijgt, staat veel wat weg zou kunnen. En moeten.
de hele dag was het prachtig
de Gelderse lappendeken
prachtig verlicht
zonovergoten
de wind door de takken
van de oeroude bossen
ben ik weer hier
ach zware deken
van wolk en smog
geen sprankje blauwe lucht
de misgeplande ballonvaart
het regent niet toch alles nat
je zal maar lang hebben uitgezien
naar deze dag
Een ‘sprankje lucht’ bestaat niet, evenals het lelijke woord ‘misgeplande’. ‘Zonovergoten’ of ‘prachtig verlicht’: de dichter moet kiezen, lijkt me. En het gedicht zou beter worden zonder ‘de wind door de takken / van de oeroude bossen’. Ik begrijp niet waarom die twee regels bleven staan terwijl voor ‘alles nat’ het tweeletterwoord ‘is’ moest sneuvelen. De laatste zin is dan weer mooi en vormt de inleiding van het gedicht op de volgende pagina, dat ook goed is:
waar ik niet rechtop kan staan
in een bedstee
waar ik niet gestrekt kan liggen
in een huis
dat me de adem beneemt
met een vent
waar ik niet aan mag zitten
en een perfecte zonsondergang
Zie: als Heerenwaaijer iets meer tijd neemt om over haar stijl na te denken, ontstaan er mooie dingen.
Maar goed, alle begin is moeilijk. En het lijkt erop dat Verschoor in Petra M. Heerenwaaijer een talentje heeft opgeduikeld. Een ruw talent, maar toch.