Op verzoek van Meander presenteert Roald van Elswijk opnieuw een interessante dichter uit Scandinavië: Tone Hødnebø. Van Elswijk (1974) studeerde Scandinavistiek en Oudgermaans in Groningen en werkt aan een proefschrift over de receptie van 19e-eeuwse Scandinavische literatuur in de Nederlanden. In 2007 publiceerde hij samen met K. Middel de bloemlezing Moordliederen. Moderne IJslandse poëzie en een jaar later een bundel met acht Faerøerse dichters, Windvlinders.
De Noorse dichteres Tone Hødnebø (Tønsberg, 1962) debuteerde in 1989 met de bundel Larm (Lawaai). Ze heeft tot dusverre vijf dichtbundels uitgegeven, een poëtica, verschillende essays alsook een bloemlezing uit het werk van Emily Dickinson. Haar werk werd meermaals bekroond.
Tone Hødnebø’s poëzie is doordacht en exact, bijna geconstrueerd. Voor de dichteres is taal een ‘ingewikkeld onderwerp’, dat ze in haar werk van alle kanten beziet, ontvouwt en kneedt. Ze dicht over gedachten en taal, hoe het moment van het gedicht verbonden kan worden aan dat van de lezer, hoe een gedachte kan worden verwoord. Tegelijkertijd is haar werk welhaast psychoanalytisch; Hødnebø onderzoekt hoe ze zelf denkt en handelt, welke processen verantwoordelijk zijn voor haar gedachten. Is zelfbeschouwing mogelijk in een tijd, waarin de media onze gedachten sturen en hun draden reiken tot diep in het menselijke interieur? Toch is er het besef dat ze deel uitmaakt van iets groters, dat haar woorden een beperkte reikwijdte hebben. Maar, ‘de wereld is een vereenvoudigde uitleg van poëzie, niet andersom’.
Historische en mythologische figuren zijn bij Hødnebø een terugkerend thema: zo is Stormstigen (De stormladder, 2002) genoemd naar een uitvinding van Leonardo da Vinci en duikt in de meest recente bundel, Nedtegnelser (Notities, 2008) Arachne op, die Pallas Athene uitdaagde tot een spinduel – en verloor. Mythe wordt door de dichteres losjes gekoppeld aan technologische ontwikkeling: ‘Aleatorisch betekent toevallig/ een afschrijving is een reductie/ kopiëring of vermenigvuldiging/ en Arachne spint een draad/ dwars door je hart.//’
Uit het nawoord van de anthologie Et lykkelig øyeblikk (Een gelukkig moment, 2006): ‘Een van Hødnebø’s grootste ambities is om de essentie van het poëtische te ontdekken: Wat ís poëzie? Waar kunnen we haar vinden? Hoe werkt ze? Dit is een veelomvattend vraagstuk en Hødnebø kwijt zich van deze taak met een grondigheid en precisie die haar hele werk eigen is – des te meer aangezien ze gepaard gaan met een poëtische sensibiliteit en gehoor die zeldzaam zijn in de Noorse poëzie’. Deze selectie vormt een korte inleiding op haar werk.