Jack W. Beneker zingt gedichten van C.O. Jellema
door Joop Leibbrand
De Helderse zanger en musicus Jack W. Beneker heeft er min of meer zijn levenswerk van gemaakt poëzie op muziek te zetten, in liveoptredens uit te voeren en op cd’s op te nemen. In 2002 verscheen Gedichten gezongen met naast het treffende ‘Victorieplein’ van Ischa Meier, werk van Herzberg, Gerhardt, Van Toorn, Kopland, Jansma, Lodeizen en Jellema. In 2007 bracht hij Ginds aan de overzijde, met daarop opnieuw gedichten van Rawie, Van Toorn, Gerhardt, Kopland en Jellema, met als nieuwe naam Vasalis. Uit de gedichtenkeuze voor beide cd’s bleek een duidelijke voorkeur voor landschappelijke poëzie en een enigszins verstilde, melancholieke sfeer. Van enige uitbundigheid of frivoliteit is geen sprake.
Onlangs kwam met Met het moment in rust zijn derde cd uit en dit keer koos Beneker uitsluitend voor gedichten van C.O. Jellema. Wie aan gezongen poëzie denkt – liedkunst dus – zal in het algemeen niet direct aan Jellema denken. Zijn gedichten hebben vaak iets weerbarstigs, ontlopen de veel gemakkelijker en toegankelijker lijnen van bijvoorbeeld Rawie. Des te verrassender is het resultaat, want Jellema blijkt wel degelijk zingbaar.
Beneker koos twaalf gedichten en biedt daarmee een mooie dwarsdoorsnede van Jellema’s oeuvre. Hij start met ‘Foto van de oude pastorie van Beilen’ uit Een eng cocon (1975) en eindigt met ‘Nu is mijn ziel…’ uit de debuutbundel Klein Gloria en andere gedichten (1961). Hoogtepunten in de vertolking zijn ‘Groeten uit ‘s-Gravenhage’ uit Stemtest (2003), het als wals gepresenteerde ‘Vriesscheloo’ uit Tijdverblijf (1971) en ‘Tijdopname’ uit Droomtijd (1999). In het bijgeleverde tekstboekje van deze voorbeeldig uitgegeven cd staan alle gedichten.
Nu is mijn ziel…
Nu is mijn ziel met het moment in rust,
alsof ik nooit tevoren zo bestaanbaar was.
Ik weet niet wat ik liever wou: gekust,
gekust op beide wangen,
of mijn gezicht neerleggen in het gras.
Dankzij de medewerking van een tiental professionele musici (o.a. piano, accordeon, gitaar, hobo, klarinet, dwarsfluit en strijkkwartet) is het vooral ook muzikaal zeer verzorgd. Toegankelijke melodieën, afwisselende arrangementen, helder opgenomen. En Jack Beneker heeft niet alleen een plezierige stem, zijn tekstbehandeling is voorbeeldig; hij stelt zich volledig in dienst van Jellema’s poëzie, gaat er nergens eigengereid voor staan, maar geeft er toch steeds iets eigens aan.
Gerben Wynia, literair erfgenaam van Jellema, liet noteren: ‘Ik ben onder de indruk. Prachtige arrangementen, die de poëzie van Jellema naar mijn smaak geheel en al recht doen. Wat jammer dat Jellema dit niet meemaakt: zijn teksten zijn zo toegewijd op muziek gezet. Dankzij [deze] CD kunnen de gedichten van Jellema overwinteren in het lied.’