Gedichtendagbundel 2012
door Joop Leibbrand
Van initiatiefnemers Poetry International en Stichting Lezen Vlaanderen moest Gedichtendag dit jaar staan in het teken van ‘Stroom’. Voor haar Gedichtendagbundel Half in de zee trok Joke van Leeuwen zich van dat thema weinig aan, al zou je met wat goede wil de titel wel van toepassing kunnen verklaren.
Tien gedichten staan er in Half in de zee en mede dankzij het vijftal illustraties vormen ze een echte Joke van Leeuwenbundel: lichtvoetig, speels, misschien een tikkeltje baldadig, maar met genoeg ernst om het niet oppervlakkig te maken.
De onderwerpen zijn divers. Achtereenvolgens wordt er wegens vertraging eindeloos gewacht op een luchthaven, verschijnt er aan huis een als tamelijk weerzinwekkend ervaren geüniformeerde controleur (onschadelijk gemaakt met de constatering ‘gel houdt zijn haar bijeen, de gulp staat open’) en is er een asverstrooiing waarbij de gecremeerde zelf de instructies geeft voor zijn asbestemming.
Dan volgt er waterschade na een brand, een oude vrouw in wier hoofd het duister wordt, een variatie op een raadselvers en zijn er overdenkingen tijdens het langzaam opschuiven in een wachtrij en overdenkingen tijdens het snorkelen.
Afwisselender kan een bundel niet zijn en ieder gedicht heeft wel iets innemends, kent die specifieke Van Leeuwentoets. Het bundeltje eindigt toepasselijk:
NAWOORD
Hij had beloofd te komen spoken en hij kwam
doorzichtig als verwacht en zonder buik.
Hij liep niet in de weg, geen kijk toch uit
geen zou je dat wel doen, hij zag haar aan
en dekte haar gedachten langzaam toe
toen ze in bed lag, lispelde nog: leef
het is gedoe, maar geef jezelf je jaren
van nergens moe van worden word je moe.
Zoals Menno Wigman in het onlangs uitgebrachte Mijn naam is Legioen negen gedichten opnam uit De wereld bij avond, de Gedichtendagbundel 2006 en daarmee al bijna een kwart van zijn nieuwe bundel kon vullen, zo heeft Joke van Leeuwen met de gedichten uit Half in de zee haar nieuwe bundel dus ook al weer voor een deel klaar. Dat zal met deze basis een goede worden.
***
Joke van Leeuwen (Den Haag, 1952) studeerde in Antwerpen en Brussel grafische technieken aan de kunstacademie en geschiedenis aan de universiteit van Brussel. Ze schrijft naast poëzie proza voor kinderen en volwassenen, ze is illustrator, maakt theaterprogramma’s en treedt op als performer.
Ze ontving o.a. de Theo Thijssenprijs voor haar kinderboeken (2000) en de C. Buddingh’-prijs voor haar dichtbundel Laatste lezers (1994). Andere bundels zijn Vier manieren om op iemand te wachten en het voor de VSB Poëzieprijs genomineerde Wuif de mussen uit (2007). In de bundel Hoe is ‘t verzamelde zij de gedichten uit haar tijd als stadsdichter van Antwerpen. In 2010 ontving Joke van Leeuwen de Gouden Ganzenveer voor heel haar oeuvre.