Beginnen met een verdwijnpunt
door Wilma van den Akker
Hij zet me even op het verkeerde been, Ruben van Gogh, met zijn eerste gedichten in Hier begint het leven. De bundel begint met een verdwijnpunt:
Alles (fragment)
[…]
En wij, we zijn een leven lang bezig
ertoe te doen, al zijn we
binnen het geheel van ruimte-tijd
gevangen in de nietigheid
van zelfs nog minder dan
een stofje, een stipje,
een ietsepietsje
ikje
‘Okee, het leven is zinloos’, denk ik, ‘is dat niet al veel vaker bedicht?’ In het tweede gedicht scheert een zwaluw laag over het water, zoals die dat al jaren heeft gedaan. Meer zinloosheid, die van Gogh origineler verwoordt in ‘Lab’: // een assistente loopt / met een zojuist gesprongen eicel rond / en niemand die er warm van wordt //. Knap gedaan, want van zo’n onthulling word ik juist wél warm. Ik hoop dat niemand deze bundel na het lezen van de eerste gedichten opzij legt, want ze nemen in kracht toe. Een voorbeeld, uit ‘Aanmaningen, afschriften, herinneringen’:
Vlinders
we smeten je
papierwinkel de afvalcontainer in
je hele hebben en houwen
(aanmaningen, afschriften, herinneringen)
vloog als een cluster dartelende vlinders
een onbestemde toekomst tegemoet
opgetogen bijna
dat het zware soms zo licht kan zijn
net als die dakpan toen
die ik van boven zag komen, in vertraging haast
vriendelijk naar me zigzaggend,
blinkend in de zon
vlak voor hij vlak voor mijn voeten
met een rotklap aan gruzelementen sloeg
‘Geselen en strelen’ is een cyclus van zeven gedichten over Zuid-Afrika. Daar spreekt op zijn zachtst gezegd een relativering van het avontuurlijke en exotische toerisme uit: // We aaien gestaag de stationair draaiende / jachtluipaarden, … /, maar toch ook altijd weer de liefde voor de taal. De kliktaal:
V
‘We zijn geen dichters,’ zegt ze, ‘we zijn
allemaal expressionisten, en mocht er wat
in het Engels missen of Afrikaans,
klikken we er gewoon iets anders aan
We mochten niet spreken, niet
in onze moedertaal, nu willen we
het allemaal. Het is een storm
die al in ons zat die is
opgestoken. We werden niet gehoord
in de luwte, vergeleken met de stilte
klinkt elk woord nu als nieuwe wind die iets
te breken vindt. We hoeven het niet te lezen
van papier, want het staat hier, dat uitroep-
teken.’ Ze slaat zichzelf op de borst,
dan volgt een oratie vol vuur
over alle bloedlijnen die in haar zijn
Ik voelde me zelden zo wit, witter dan
gedichten wit, waar nog altijd wel iets
van zwart in zit, zoals een spatje inkt
van een enkel verdwaald vraagteken,
waar letterkundigen op promoveren
in proefschriften die uit de wind liggen
te verbleken in fluisterstille bibliotheken
Hier laat de Man van Taal zijn spierballen zien. Zelden werden de ramificaties van taal zo scherp met woorden in beeld gebracht. Ik geef niet méér weg van deze prachtige bundel. Kopen, en lezen, van kaft tot kaft! Want dat verdwijnpunt van het begin staat er niet voor niets. Hier begint het leven. En dood, heel veel smerige dood.
***
Ruben van Gogh (1967), is dichter, librettist en presentator van poëziefestivals. Hij is lid van het Utrechts Dichtersgilde. Hier begint het leven is zijn vijfde bundel. Hij debuteerde met De Man van Taal (1996) en daarna volgden De hemel in, de hemel uit (1999), Zoekmachines (2002) en Klein Oera Linda (2006).
Meer over zijn poëzie op deze pagina.