Altazor. O el viaje en paracaídas / Hogevalk. Of de reis aan de parachute
Fragmenten – vertaald door Piet Devos
1. Prefacio 1.
Nací a los treinta y tres años, el día de la muerte de Cristo; nací en el
Equinoccio, bajo las hortensias y los aeroplanos del calor.
Tenía yo un profundo mirar de pichón, de túnel y de automóvil sentimental.
Lanzaba suspiros de acróbata.
Mi padre era ciego y sus manos eran más admirables que la noche.
Amo la noche, sombrero de todos los días.
La noche, la noche del día, del día al día siguiente.
Mi madre hablaba como la aurora y como los dirigibles que van a caer. Tenía cabellos color de bandera y ojos llenos de navíos lejanos.
Una tarde cogí mi paracaídas y dije: "Entre una estrella y dos golondrinas". He aquí la muerte que se acerca como la tierra al globo que cae.
Mi madre bordaba lágrimas desiertas en los primeros arcos iris.
Y ahora mi paracaídas cae de sueño en sueño por los espacios de la muerte.
*
1. Voorwoord (P)
Ik werd geboren op mijn drieëndertigste, op de dag dat Christus stierf; ik werd geboren op de equinox, onder de hortensia’s en de vliegmachines van de hitte.
Ik had de diepe blik van het kuiken, de tunnel en de gevoelige automobiel. Ik slaakte acrobatische zuchten.
Mijn vader was blind en zijn handen waren bewonderenswaardiger dan de nacht.
Ik houd van de nacht, zwarte hoed van alle dagen.
De nacht, de nacht van de dag, van de dag naar de volgende dag.
Mijn moeder sprak als het morgenrood en de zeppelins die zullen neerstorten. Ze had haar in de kleuren van vlaggen en ogen vol verre schepen.
Op een middag nam ik mijn parachute en zei: "Tussen een ster en twee zwaluwen." Daar heb je de dood die nadert zoals de aarde de neerstortende ballon.
Mijn moeder borduurde verlaten tranen op de eerste regenbogen.
En nu valt mijn parachute van droom in droom door de ruimtes van de dood.
**
2. Canto I
Altazor, ¿por qué perdiste tu primera serenidad?
¿Qué ángel malo se paró en la puerta de tu sonrisa
Con la espada en la mano?
¿Quién sembró la angustia en la llanura de tus ojos como el adorno de un dios?
¿Por qué un día de repente sentiste el terror de ser?
Y esa voz que te gritó vives y no te ves vivir
¿Quién hizo converger tus pensamientos al cruce de todos los vientos del dolor?
Se rompió el diamante de tus sueños en un mar de estupor
Estás perdido Altazor
Solo en medio del universo
Solo como una nota que florece en las alturas del vacío
No hay bien no hay mal ni verdad ni orden ni belleza
¿En dónde estás Altazor?
*
2. Zang I
Hogevalk, waarom verloor jij je oorspronkelijke onbewogenheid?
Welke kwade engel met het zwaard in de hand
Hield stil bij de deur van je glimlach?
Wie zaaide die angst in de vlaktes van jouw ogen als de tooi voor een god?
Waarom voelde je op een dag plots de angst voor het zijn?
En die stem die je toeschreeuwde je leeft en je ziet je niet leven
Wie riep jouw gedachten bijeen op het kruispunt van alle winden van de pijn?
De diamant van je dromen brak in een zee van verbijstering
Je bent verloren Hogevalk
Alleen in het midden van het universum
Alleen als een muzieknoot die opbloeit in de hoogtes van de leegte
Er is geen goed er is geen kwaad noch waarheid noch orde noch schoonheid
Waar ben je Hogevalk?
**
3. Canto I
El sol nace en mi ojo derecho y se pone en mi ojo izquierdo
En mi infancia una infancia ardiente como un alcohol
Me sentaba en los caminos de la noche
A escuchar la elocuencia de las estrellas
Y la oratoria del árbol
Ahora la indiferencia nieva en la tarde de mi alma
Rómpanse en espigas las estrellas
Pártase la luna en mil espejos
Vuelva el árbol al nido de su almendra
Sólo quiero saber por qué
Por qué
Por qué
Soy protesta y araño el infinito con mis garras
Y grito y gimo con miserables gritos oceánicos
El eco de mi voz hace tronar el caos
*
3. Zang I
De zon komt op in mijn rechter- en gaat onder in mijn linkeroog
In mijn kindertijd een kindertijd die als alcohol zo brandde
Zat ik langs nachtelijke wegen
Te luisteren naar de welsprekendheid van het gesternte
Naar de redenaarskunst van de boom
Nu in de middag van mijn ziel sneeuwt het onverschilligheid
Dat de sterren in gruzelementen breken
Dat de maan in duizend spiegels spat
Dat de boom terugkruipt in zijn pit
Ik wil slechts weten waarom
Waarom
Waarom
Ik ben protest en krab met mijn klauwen aan het oneindige
En ik schreeuw en ellendig is mijn oceanische gekreun
Door de echo van mijn stem laat ik de chaos kraken
**
4. Canto II
Las llanuras se pierden bajo tu gracia frágil
Se pierde el mundo bajo tu andar visible
Pues todo es artificio cuando tú te presentas
Con tu luz peligrosa
Inocente armonía sin fatiga ni olvido
Elemento de lágrima que rueda hacia adentro
Construido de miedo altivo y de silencio
Haces dudar al tiempo
Y al cielo con instintos de infinito
Lejos de ti todo es mortal
Lanzas la agonía por la tierra humillada de noches
Sólo lo que piensa en ti tiene sabor a eternidad
*
4. Zang II
De vlaktes verliezen zich in jouw breekbare charme
De wereld verliest zich in jouw zichtbare stap
Want alles is vuurwerk als jij je vertoont
Met je gevaarlijke licht
Onschuldige harmonie zonder vermoeidheid of vergeten
Tranig element van stilte en trotse angst
Dat zich naar binnen keert
Door jouw instinctieve eindeloosheid
Verkeren de tijd en de hemel in tweestrijd
Ver weg van jou is alles sterfelijk
Jij gooit het leed op de aarde vernederd door de nacht
Slechts datgene wat aan jou denkt smaakt naar eeuwigheid
**
5. Canto III
Todas las lenguas están muertas
Muertas en manos del vecino trágico
Hay que resucitar las lenguas
Con sonoras risas
Con vagones de carcajadas
Con cortacircuitos en las frases
Y cataclismos en la gramática
Levántate y anda
Estira las piernas anquilosis salta
Fuegos de risa para el lenguaje tiritando de frío
Gimnasia astral para las lenguas entumecidas
Levántate y anda
Vive vive como un balón de fútbol
Estalla en la boca de diamantes motocicleta
En ebriedad de sus luciérnagas
Vértigo sí de su liberación
Una bella locura en la vida de la palabra
Una bella locura en la zona del lenguaje
Aventura forrada de desdenes tangibles
Aventura de la lengua entre dos naufragios
Catástrofe preciosa en los rieles del verso
Y puesto que debemos vivir y no nos suicidamos
Mientras vivamos juguemos
El simple sport de los vocablos
De la pura palabra y nada más
Sin imagen limpia de joyas
(Las palabras tienen demasiada carga)
Un ritual de vocablos sin sombra
Juego de ángel allá en el infinito
Palabra por palabra
Con luz propia de astro que un choque vuelve vivo
Saltan chispas del choque y mientras más violento
Más grande es la explosión
Pasión del juego en el espacio
Sin alas de luna y pretensión
Combate singular entre el pecho y el cielo
Total desprendimiento al fin de voz de carne
Eco de luz que sangra aire sobre el aire
Después nada nada
Rumor aliento de frase sin palabra
*
5. Zang III
Alle talen zijn dood
Dood in de handen van de tragische aardbewoner
De talen moeten herrijzen
Met klankrijk gelach
Met wagons vol schater
Met kortsluitende zinnen
En rampen in de grammatica
Sta op en loop
Strek je benen je stijve gewrichten spring
Lachvuur voor de taal die bibbert van de kou
Astrale gymnastiek voor stramme tongen
Sta op en loop
Leef leef als een voetbal
Barst open in de mond van motordiamanten
Stomdronken van hun vuurvliegjes
Dolgedraaid door hun bevrijding
Een mooie waanzin in het leven van het woord
Een mooie waanzin op taalgebied
Een avontuur met tastbare verachtingen bekleed
Avontuur van de taal tussen twee schipbreuken in
Prachtige ramp op de rails van het vers
Maar aangezien we moeten leven en de hand niet aan onszelf slaan
Laten we dan zolang we leven
De simpele woordensport spelen
Van het pure woord en niets meer
Zonder schoon beeld vol juwelen
(De woorden zijn te zwaar belast)
Een ritueel met schaduwloze woorden
Engelenspel ginds in de eindeloosheid
Woord voor woord
Elk met het licht van een eigen ster die door een schok tot leven is gewekt
Vonken springen weg en naarmate de schok krachtiger is
Wordt de explosie des te harder
Passie voor het spel in de ruimte
Zonder vleugels van de maan of haar pretentie
Bizarre strijd tussen hemel en borst
Op het eind de stem totaal onthecht van het vlees
Echo van licht die lucht op lucht bloed
Dan niets niets
Geruis ademhaling van zin zonder woord
**
6. Canto IV
Aquí yace Carlota ojos marítimos
Se le rompió un satélite
Aquí yace Matías en su corazón dos escualos se batían
Aquí yace Marcelo mar y cielo en el mismo violoncelo
Aquí yace Susana cansada de pelear contra el olvido
Aquí yace Teresa esa es la tierra que araron sus ojos hoy ocupada por su cuerpo
Aquí yace Angélica anclada en el puerto de sus brazos
Aquí yace Rosario río de rosas hasta el infinito
Aquí yace Raimundo raíces del mundo son sus venas
Aquí yace Clarisa clara risa enclaustrada en la luz
Aquí yace Alejandro antro alejado ala adentro
Aquí yace Gabriela rotos los diques sube en las savias hasta el sueño esperando la resurrección
Aquí yace Altazor azor fulminado por la altura
Aquí yace Vicente antipoeta y mago
*
6. Zang V
Hier rust
Die een satelliet heeft gebroken
Hier rust Matthijs in zijn hart leverden twee grijze haaien strijd
Hier rust Sebastiaan zee en hemelse heiligenschaar in dezelfde basgitaar
Hier rust Loes verwoest door haar gevecht tegen de vergetelheid zo noest
Hier rust Truitje uit je land verdreven dat je ogen ploegden en waar nu alleen je lichaam huist
Hier rust Beatrijs na een beate reis aangekomen in de thuishaven van zijn armen
Hier rust Rosemarie rivier van rozen naar het eindeloze
Hier rust Hadewich de Hades stond aan haar wieg en kwam terug bij haar ondergang
Hier rust Clarisse klaar is ze thans opgeslokt door het licht
Hier rust Alexander alles is anders sinds Sander dit leven inruilde voor een ander
Hier rust Gabriela de dijken doorborend stijgt ze op naar de wateren van de droom waar ze op de verrijzenis wacht
Hier rust Hogevalk, als door de hoogte gevelde valk
Hier rust Vicente anti-dichter en tovenaar