LELIE
laat ik groots beginnen
vijfhonderd opzichters bezochten vijfhonderd kerken
om de liefde te vangen
ze kwamen zonder handen terug –
mijn glazen raam
kijkt uit op een spoorbaan
zullen we nieuwe bossen planten
met witte bladeren
zie je ons er lopen
ik heb je lief zoals
ik lelies lief zou hebben
ALS EEN VLINDER AAN DE ENE KANT VAN DE WERELD MET ZIJN VLEUGELS SLAAT STORMT HET AAN DE ANDERE KANT
(voor C.K. Williams)
twee meisjes
met hun enkels
bijna in doorzichtig
water keken alsof
de lucht ter plekke geproefd moest worden
doorzichtig zoet worstelen
overleggen over vrede
zo stil zo timide –
wat moet het stormen
aan de andere kant van de wereld
SLAK / IETS DAT BEWEEGT
slakjes kruipen op mijn schuurdeur
ze slepen hun huisjes over het wit
geverfde hout over het raam van glas
als ik probeer een van hun voelsprieten
aan te raken krimpen ze ineen
wordt er van mij geen kostuum verwacht
zo makkelijk om iemand anders te zijn
leven zonder reden –
iets dat begint
iets dat zwemt
iets dat kruipt
iets dat groeit
iets dat vliegt
iets dat loopt
iets dat liefheeft
iets dat sterft
iets dat doet alsof het eindigt